St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

OPDRACHT VAN DE HEER

Maria Lichtmis

Precies 40 dagen na Kerstmis is het 2 februari, Maria Lichtmis. Zo noemde wij het feest vroeger. Tegenwoordig spreken we liever over de opdracht van Jezus in de tempel. Je zou dan verwachten dat heel Jeruzalem uit zou lopen op de dag dat Jezus de tempel wordt binnengedragen. Maar het kerstkind is niet gekomen om alle eer voor zichzelf op te eisen. Tot viermaal toe staat er in het Evangelie dat het Kind zich zal onderwerpen aan ‘de Wet van God’. Jezus staat daarmee in de traditie van zijn volk. Een Bar-Mitswa, 'n Zoon van de Wet, zal er uit dit kind groeien. En als niemand anders is Jezus trouw gebleven aan de wil van zijn Vader in de hemel.

Wat er gebeurt op die 40e dag na de geboorte heeft te maken met het oude Paasverhaal van Israël. De zonen van Egypte stierven, de eerstgeborenen van Israël werden gespaard. Maar Israël zei: dat is niet vanzelfsprekend, we zijn geen haar beter dan die mensen in Egypte, het is puur genade van God. Daarom spraken zij af hun eerstgeborene aan God op te dragen. Dat zijn de coulissen van het verhaal. Het verhaal zelf is een verhaal vol ontmoetingen. De priester neemt in de tempel met 'n droog en onbewogen gezicht de twee tortelduiven, aan. Hij ziet de mensen nauwelijks staan. Je kind aangeven op 't gemeentehuis, zoiets is het. Zelf ben je blij en trots, maar de man achter het loket doet alsof 't de gewoonste zaak van de wereld is!

Nadat de korte plechtigheid achter de rug is, komen er twee mensen op Jozef en Maria af: een man en een vrouw. Voordat ze van hun verbazing bekomen zijn, heeft de man het kind al in zijn armen. Hij zingt een soort psalm en spreekt moeilijk te begrijpen woorden. De vrouw begint te orakelen tegen mensen in de buurt. Wie erlangs zou lopen, zou niet veel anders zien dan en klein onopvallend groepje mensen. Zoals er zoveel van die groepjes staan op het tempelplein. Wie ooit bij de Klaagmuur is geweest, weet wat een geroezemoes het daar is. Overal plukjes biddende en pratende mensen.

Wie is die oude Simeon, die het kind in zijn armen houdt? De tijd waarin Jezus geboren werd, was een roerige tijd: Romeinse bezetting, de Arabier Herodes op de troon van David, hunkering naar bevrijding, opstanden, terroristenacties, felle tegenstellingen, overal beweegt het en ritselt het. Te midden van al dat roeren en bewegen leeft een groep mensen ongeorganiseerd verspreid. Zij noemen zich ‘de stillen van het land’. Ze voeren geen acties, mengen zich niet in discussies, vragen geen aandacht voor hun standpunt. Ze verwachten en wachten op de verlossing van Israël. Ze leven bij psalmen en profeten­woorden en hebben geen ander wapen dan vasten en gebed.

Wie en wat is die oude Simeon? ‘Hij is oud en moe’ zegt de traditie. Je hoort hem zeggen: ‘Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan.’ Oude Simeon leg nu je hoofd maar neer, want de Messias is eindelijk gekomen. Maar dat staat er niet! Je zou ook kunnen lezen: ‘Heer, laat uw dienaar in vrede gaan, want het is gebeurd, ik heb het mogen beleven.’ Letterlijk staat er: ‘Gij hebt, o Heer, uw dienaar losgemaakt’. Geheimzinnige woorden. Wat is dat losmaken? We komen het ook tegen in Lucas 13: een kreupele vrouw wordt losgemaakt en kan weer lopen. In Lucas 14 staat er dat iemand met oedeem wordt ‘losgemaakt’ en kan weer lopen. De kerk van het westen heeft van dit lied van Simeon een avondgebed gemaakt, maar Calvijn besloot er het Avondmaal mee: laat mij nu aan de gang gaan! Zo verlaat Simeon de wachterstpost en gaat hij opnieuw het leven in. Lucas vertelt het verhaal van de man die het zag, die het zag tot in het diepst van zijn hart. Geen stralend kind zag hij, maar een kind dat bestemd is tot val en opstanding van velen.

Wij noemen het feest van vandaag ook Maria Lichtmis. En dat snap ik wel: feest van het licht is het, het licht dat ons hele leven begeleidt. Bij de doop werd er al een kaars aangestoken aan de Paaskaars en ons in handen gegeven, opdat wij in deze wereld licht van zijn licht zouden zijn, en vuur van zijn vuur. Ons hele leven is door kaarsen omgeven: de kaarsen van de groene adventskrans, de kaarsjes van de kerstboom, de gekruiste Blasiuskaarsen, de grote Paaskaars, de huwelijkskaars, de kaarsen hier op het altaar. Deze kaarsen zijn geen versiering, geen teken van louter gezelligheid. Deze kaar­sen herinneren ons eraan dat God ons reddend nabij is. Dat Hij licht wil zijn waar ons leven dichttrekt met donkere wolken.

En voor iedereen komt de dag waarop voor ons de laatste kaars ontstoken zal worden. In ons stervensuur zal men nog eenmaal een gewijde kaars ontsteken. Zij wordt ons meege­geven als reisstaf voor de eeuwigheid, als een lamp voor onze voeten, als een belofte dat wij zullen ontwaken in het eeuwige licht. Een kaars drukt ons leven uit. Kijk er eens goed naar. Bovenop brandt licht dat duisternis doorbreekt en warmte geeft. Daaronder is de was, die stil en bescheiden helemaal in dat licht opgaat. De was weert zich niet, verzet zich niet: een toonbeeld van bereidheid. Zo branden wij zelf op, helemaal. Zo is ook Jezus opgebrand. Hij wilde Licht in de wereld zijn.

En wij? Als er maar enkelen licht willen zijn, dan blijft onze wereld er grimmig en schim­mig uitzien. Onze wereld lijkt weer behoorlijk op drift te zijn geraakt. Overal nemen de spanningen. Vanmorgen las ik bijvoorbeeld op teletekst, dat als in maart de discussie rond de voorgenomen Brexit haar beslag moet krijgen, er nu al voorbereidingen getroffen zijn om dan de Engelse Koninklijke familie naar een schuiladres te brengen. Dan denk ik: in wat voor wereld leven we eigenlijk? Kernverdragen worden wederzijds opgezegd, de discussie over het klimaatverdrag begint is een bron van ruzie te worden. Het lijkt wel alsof in onze tijd niet het licht maar de duisternis aan de winnende hand is. Maar ge­lukkig heeft vandaag Maria Lichtmis een vreugdevolle boodschap: ‘klaag niet dat de tij­den duister zijn, maar steek in deze warrige tijd zelf uw licht op aan elkaar en aan de liefdevolle boodschap van Jezus van Nazareth, die de evangelist Johannes. ‘Het licht van de wereld noemt’.

Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus