St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

DOE WAT JE BELOOFD HEBT

Gedaanteverandering van de Heer

Vroeger had elke stad die zichzelf respec­teerde een eigen veemarkt. Zo ben ik als kind vaak op de veemarkt in Alkmaar en Purmerend geweest. Er was altijd wel wat te beleven. Als de boeren even niet keken, probeerden wij als kind de koeien te mel­ken. Dat is mij nooit gelukt, ik kreeg er geen druppel uit. Maar ik vond het prachtig: vooral dat handgeklap van die veeboeren. De laatste klap heeft zo'n beetje de beteke­nis van een koopcontract: een verbond tussen twee partijen. Als je je niet aan de laatste klap houdt, dan ben je als koopman onbetrouwbaar, eigenlijk geen cent waard. Je bent voor geen cent te vertrouwen!

Als wij mensen elkaar iets plechtig beloven, dan doen we eigenlijk net als die veekooplui. Dan zeggen we tegen elkaar: Joh, dat doe ik écht voor je: m'n kop eraf, als dat niet ge­beurt! En we onderstrepen die woorden soms met een veelzeggend gebaar! In de oud­heid ging soms dan echt je hoofd eraf, want contractbreuk was ongeveer het ergste wat je kon doen. Misschien dat hiermee het bloederige verhaal van de eerste lezing wat duide­lijker wordt. Abram haalt een driejarige koe, een driejarige bok, een driejarig ram, een tortel en een duif. De dieren snijdt hij middendoor en legt de helften tegenover elkaar. Tot geluk van de duivenmelkers doet hij dat gelukkig niet met de duiven…

Als mensen in het oude Oosten elkaar iets plechtig beloofden, liepen ze door de doorge­sneden beesten hen en zeiden: mag met mij hetzelfde gebeuren, als ik me niet aan mijn woord houd! En in het verhaal valt me op dat niet Abram, maar God als een vuur tussen de stukken door gaat. Het is 't verbond van God en Abram ontvangt het als geschenk. Abram zit in de woestijn van zijn leven: hij zit in een ver, vreemd land. Hij heeft geen na­komelingen, terwijl God hem toch een talrijk nageslacht beloofd heeft. Maar niets van dat alles. Abram leeft van een droom. En dromen kunnen prachtig zijn, maar elke morgen valt de werkelijkheid dan weer rauw op je dak. Je kunt als mens niet leven van vage be­loften en onbereikbare idealen. Je wilt als mens de zekerheid van de handslag van de kooplui. Zo niet: dan nog liever mijn kop eraf!

Zo hopeloos als Abram zich voelt, voelt Jezus zich ook. Hij zit diep in de put en voelt zich door God en mensen verlaten. Hij is op weg naar Jeruzalem, en Hij weet wat Hem daar te wachten staat! De schreeuw van Jezus, de schreeuw van Abram, de wanhoopskreet van moeders die hun kinderen onder het puin van al dat terroristisch geweld zien verdwij­nen, en zoveel anderen die sterven van de honger. De wanhoopskreet ook van mensen die hun geliefde zien verdwijnen achter de horizon van het leven.

Jezus probeert in contact te komen met zijn Vader in de hemel. Hij zoekt zijn troost in gebed. Drie vrienden mogen mee: Petrus, Jacobus en Johannes. Het zijn dezelfde drie die op Goede Vrijdag meegaan naar de Olijfberg om daar met hun Heer te waken. Maar dan vallen ze in slaap. Ze kunnen hun ogen niet voor de werkelijkheid openhouden. Menig zieke weet daarvan mee te praten. In het begin lopen ze je deur bij je plat, maar alles wat lang duurt, chronisch wordt, vermindert onze belangstelling. En als je dood bent, zeggen ze: het is toch sneller gegaan, dan we hadden gedacht!

Jezus bidt, zoekt contact met zijn hemelse Vader. Niet omdat Hij verwacht dat zijn kruisweg zal worden omgebogen. Maar Hij krijgt letterlijk kracht naar kruis. Dezelfde God die zijn woord heeft gehouden tegenover Abram, Mozes en Elia, zal Hem er ook wel doorheen slepen. Bidden verandert vaak niets aan je ziekte, maar soms wel de zieke. Het gebed helpt Jezus niet van z'n lijden af, maar helpt Hem er wel doorheen. Met bidden krijg je je man niet terug, maar misschien dat het je geweldig kan helpen om door dat diepe dal heen te komen! Dat ervaar ik ook op plekken als Lourdes, Fatima en zoveel andere plekken. Het samen bidden en je verenigen met de hemelse Vader maakt je toch een ander mens. Vaak hoor ik dan mensenzeggen: joh, wat is er met jou gebeurd?"

Over een paar weken is het al weer Goede Vrijdag. Dan brengen we ons de dood van Jezus in herinnering. Zijn lijdensweg waarover Hij in gesprek is met Mozes en Elia. Maar het is een gevaarlijke herinnering. Want door te denken aan een dode krijgen we de dode niet levend terug. Als we de doden herdenken op de Dam, dan denken we niet alleen onze herwonnen vrijheid. Daar heeft niemand wat aan: wat geweest is is geweest, onze doden worden daar niet levend van. Maar we nemen wél hun idealen serieus. Zo heeft een loutere herinnering aan Goede Vrijdag weinig zin, als we het leven van deze unieke God-mens niet met ons meedragen en voortzetten. Het lijden van de Heer dat zich tot op de dag van vandaag doorzet in het lijden van miljoenen onschuldigen.

Het leven van de Gekruisigde mogen wij bekrachtigen als de veekooplui op de paarden­markt. God wil daar Zelf bij zijn. Zo kunnen wij Zijn leven doorzetten: ‘om aan de armen de blijde boodschap te brengen aan gevangen bevrijding aan blinden het gezicht, aan verdrukten hun vrijheid, om aan te kondigen het Genadejaar van de Heer.’

Bezegelen wij deze opgave als de veekooplui op de markt. Bidden we onze geloofsbelij­denis, als een bezegeling, als een belofte: ‘ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk.’ Vandaag kan dit woestijnwonder ons eigen wonder worden. Aan die gedaanteverandering, ook die van ons en van elkaar, mogen we, met Gods hulp, zelf meewerken! En hoe je verandert zagen we vandaag aan de weg die Jezus zelf ge­gaan. Aan het begin van zijn lijdensweg ziet Hij, en Mozes en Elia zijn daar getuige van, hoe hij straks opnieuw verbonden mag zijn met zijn hemelse Vader. En Petrus, Jakobus en Johannes die er ook bij waren, die vallen, als het er echt op aankomt, in slaap. Wat een wijze les die we in dit weekend meekrijgen. Als het om Liefde en Gerechtigheid gaat, val dan niet in slaap, maar hou je ogen open. En je zult zien dat je dan met Jezus van gedaan­te zult veranderen.

Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus