St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

HET WOORD IS AAN DE BEZOEKER - GASTVRIJHEID

Gaat u gelukkig weg of gelukkig weg?- gastvrijheid

Een jongen van 18 had eindelijk een baantje gevonden. Trots kwam hij met z'n eerste sala­ris thuis. Na 'n paar maanden begon zijn moe­der over kostgeld. De jongen was heel veront­waardigd: dat bed staat er toch al, mijn ka­mer is er ook al, en aan eten gebruik ik niet meer dan 1 euro per dag!
Toen zijn ou­ders een week met vakantie gingen, lieten ze voor hun zoon 7 euro achter. Wat het bed stond er toch al en 7 euro is immers voldoende voor 7 da­gen, want hij at toch niet meer dan voor 1 euro per dag!

Soms heb ik het gevoel dat we elkaar vaak onderwaarderen. Dat wat anderen doen zo vanzelfsprekend is. De ander zet koffie, gaat elke dag naar zijn of haar werk, maakt het eten klaar. Na zoveel jaren vinden we het heel normaal dat onze kleren gewassen en ge­streken in de kast liggen, dat de koelkast vol ligt en telkens goed schoongemaakt. Vooral als je wat langer met elkaar omgaat, wordt alles wat je voor elkaar doet, zo gewoon, zo doodgewoon, zo vanzelfsprekend, vaak niet meer waard dan 1 euro! En spreken we naast onze waardering voor elkaar, onze waardering voor God weleens uit? Of vinden we het al zo gewoon dat we van Hem het leven hebben ontvangen? Is dat ook niet meer dan 1 euro waard?

In het verhaal van vandaag schiet Jezus vanmorgen weer eens in de roos. In dit verhaal wordt de luie Maria tegenover de actieve Martha geplaatst. Eeuwenlang hebben predi­kanten met dit verhaal geworsteld. Want al vond iedereen dat Maria het beste deel had uitgekozen: er moet toch ook gewerkt worden! Eén predikant heeft daar wat op ge­vonden. Hij begint zijn uitleg met ‘Heer, laat ons Maria zijn’, en hij eindigt zijn betoog met: ‘Heer, laat ons Maria-Martha zijn’. En daarmee is blijkbaar voor hem het probleem opgelost!

Hebben wij wel voldoende waardering voor God en voor elkaar en maken we voor elkaar voldoende tijd en aandacht vrij? Het evangelie gaat vandaag over mensen bij wie je binnenkomt en die al of geen tijd voor je hebben. Over mensen die rustig hun stofzui­ger op de trap laten staan, als je onverwacht op bezoek komt en die dan gezellig bij je komen zitten. De Martha's zullen eerst het werk, waar ze mee bezig zijn, afmaken. Dat hebben ze nu eenmaal in hun hoofd zitten. Natuurlijk, ze zijn best vriendelijk en gastvrij, maar ze maken intussen natuurlijk wel eerst hun werk af en laten daarmee jou een groot gedeelte van de tijd alleen in de kamer achter.

Tijd en aandacht hebben voor elkaar. Waarmee zou bijvoorbeeld een kind het meest ge­holpen zijn? Een iPad die het van de ouders krijgt of een dure pop, of zou het kind meer hebben aan een moeder of vader die tijd heeft om naar hem of haar te luisteren? Een moeder die tijd heeft voor haar kind en zijn verhalen. Hoe vaak roepen kinderen niet, zittend temidden van een hoop en peperduur speelgoed: ‘Mam, luister nou even!’ Ook oudere en jongere mensen hebben ook in onze tijd behoefte aan mensen die naar je luisteren. Daarom is het evangelie een protest tegen de voorrang van het activisme in ons leven. We zijn allemaal van die doeners. We moeten altijd iets om handen hebben. Stil zitten kunnen we nauwelijks.

In de reclamewereld zijn dingen belangrijker geworden dan mensen. Niet als mensen krijgen alle aandacht, maar onze inkopen, ons eten en drinken, onze kleding, ontspan­ning en vakanties. In de politiek raken we verpletterd tussen de kamwielen van produc­tie en investering. Voor de sociale voorzieningen zijn we een nummer geworden voor de computer. Ons persoonlijk contact staat onder zware druk. Wel is er alle aandacht voor de dingen van de mens, maar voor de mensen zelf? Het gaat niet om dienen, maar om zwaar aan elkaar te verdienen.

Ook zijn er mensen die keihard werken, omdat ze anders het gevoel hebben dat zij hun tijd verkwisten. ‘Verloren tijd’ noemen ze dat. Rust en stilte zijn angstaanjagend voor hen. Ze zijn eigenlijk bang om rust in hun leven toe te laten, want échte rust dwingt je tot veranderingen. Leven als Martha is jezelf geen rust gunnen, geen tijd nemen voor jezelf en anderen. Martha's gastvrijheid is 'n ontwijkende gastvrijheid. Het luisteren van Maria, die zich aan de voeten van Jezus heeft neergezet, is geen pure luiheid. Zij heeft met haar gastvrijheid ook haar hart voor Jezus opengezet. Bij haar heeft Jezus het eerste woord, niet haar huishouden. Bij haar is Jezus wérkelijk te gast! En Jezus waardeert haar hou­ding. Voor Jezus zijn gastvrijheid en onderlinge waardering een bestaansvoorwaarde voor het Koninkrijk. Hij neemt gastvrijheid hoog op. Hij zegt: ‘Wie u opneemt, neemt Mij op en Hem die Mij gezonden heeft’.

Dat is ook zijn bevrijdende boodschap voor de miljoenen ontheemden in onze wereld. Miljoenen vluchtelingen. In de eerst lezing (Genesis 18:1-10a) horen we dat Abraham de nomadenwet uitvoert. Hij weet dat wie in Gods naam een vreemde opneemt, God zelf opneemt! Overal waar wij vluchten in smoesjes (de bekende druppel op de gloeiende plaat) en drukke werkzaamheden, overal waar wij ons behaaglijk nestelen, daar staan niet alleen anderen, maar ook God zelf in de kou.

Elke gastvrijheid is het begin van een nieuw avontuur van God met ons. Het woord is aan de bezoeker. Hij wordt de eigenlijke gastheer. Abraham en Maria liggen aan de voe­ten van de bezoekers en weten te luisteren. Zo wordt het woord van de bezoeker maat­staf in hun leven. Dat deed Maria en daarom kreeg zij de hoogste lofprijzing: ‘Zij heeft het beste deel gekozen’, en Maria waardeerde dat, en Jezus waardeerde Maria. En Mar­tha? Ach, die was ongetwijfeld al weer aan het stofzuigen... En als we ’s avonds bij iemand op bezoek gaan en het eind van de avond in zicht is, gaan we dan gelukkig wég of gaan we gelúkkig weg? Het woord is aan de bezoeker!

Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus