JE NAAM IS JE PROGRAMMA

De afgelopen week zongen de engelen boven de velden van Bethlehem. Toen vierden honderdenmiljoenen mensen het intiem menselijk geluk van de geboorte van een mensenkind. We gingen met de herders op weg naar de stal. Miljoenen malen heeft over heel de wereld het "stille nacht, heilige nacht geklonken. Het sprookje van het stalletje van Bethlehem, heeft zich voor de zoveelste maal voltrokken. Op Tweede Kerstdag werd deze droom wreed verstoord. We hoorden hoe Stefanus als eerste bloedgetuige werd ge­stenigd. Vandaag, op 28 december, herdenken wij hoe koning Herodes in Bethlehem en omstreken driehonderd pasgeboren jongetjes om het leven liet brengen. Hij was o zo bang dat een nieuwe koning hem van de troon zou stoten. Maar nu 28 december – het feest van “Onnozele Kinderen” op een zondag valt, heeft het feest van de Heilige Familie voorrang. En daarmee horen we een vervolg op het kerstverhaal.

In de H.Schrift wordt elk geboorteverhaal afgesloten met de naamgeving. Een mens is er pas als hij ook geroepen kan worden. Dan is hij ergens op aan te spreken. Bij name raak je gekend en genoemd. Ook het kerstkind krijgt een naam en wordt daarmee lid van het Joodse Volk. En bij dat volk verwijzen namen niet zozeer naar het verleden (het vernoemen van grootouders bijvoorbeeld), ook niet naar het heden (namen die zo in de mode zijn). Namen zijn altijd gericht op de toekomst. Een kind 'n hoopvolle naam geven betekent in de Bijbel: dat wensen wij het nieuwe kind toe. Zo zul je heten! Zo zul je worden! Maak je naam maar waar! Er spreekt verwachting uit. Het is je levensprogramma! Zo betekent de naam Abraham: “Vader van vele volkeren". De naam Israël betekent: “Strijder van God”. De naam Benjamin: “zoon van het geluk”. De naam Jozua betekent: “Hij die redt”. Deze naam krijgt ook het kerstkind: “Jesjua Ben Jozef”. Daarmee krijgt Jezus zijn levensprogramma mee. Het is meer dan een etiket. Deze naam wordt het leven van Jezus. Zoals je heet, zo zul je zijn! Natuurlijk maakt niet iedereen zijn naam waar. Maar was de naam van Jezus niet aangezegd door een engel? Dan heeft Jezus zijn naam van God zelf ontvangen!

Waarom ging Maria en Jozef op de veertigste dag na de geboorte met hun Kind op weg naar de tempel? Dat heeft alles te maken met het oude Paasverhaal. Het verwijst naar de nacht waarin de eerstgeboren zonen van de Egyptenaren stierven, terwijl de oudste zonen van de Israëlieten gespaard bleven. In die verschrikkelijke nacht vol bloed, geweld en duisternis heeft het Volk beloofd om voortaan de oudste zonen in de tempel aan God toe te wijden. Maria en Jozef in de tempel. Plotseling komen er twee mensen op hen af. De profetes Hanna en de oude Simeon. Anna is 84! Een heilig getal: zeven maal twaalf! Daar moet God tussen zitten! De vrouw begint te spreken tegen de mensen in de buurt. Wie er langs zou lopen, zou niet veel anders zien dan een klein onopvallend groepje mensen. Zoals er zoveel groepjes mensen staan op het tempelplein. Wie ooit bij de Klaagmuur van Jeruzalem is geweest, weet wat voor geroezemoes het daar is van pratende en biddende mensen.

De oude Simeon begint te zingen. Dat doe je als je hart ergens vol van is. In het Evangelie van Lucas is dat al de vierde keer. Eerst zingt Maria haar lied, dan Zacharias, de vader van Sint Jan de Doper. Vervolgens de engelen op het veld bij de geboorte. Nu zingt Simeon zijn lied: "Mijn ogen hebben het heil gezien", zingt Simeon. Het woord "heil" is Jesjua. De naam van het Kind is Jesjua. Heil en redding hebben alles met elkaar te maken. "Mijn ogen hebben Gods redding aanschouwd".

Vervolgens profeteert Simeon: "Dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen" Want het geboorteverhaal van Jezus is een lijdensverhaal in een notendop. Daarom komt Simeon de kerstsfeer verstoren. Eens komt de dag waarop een moeder zich buigt over het dode lichaam van haar eniggeboren zoon, zoals tot de dag vandaag moeders zich buigen over de lichamen van hun dode kinderen. Daarom vraagt het kerstverhaal dat we niet alleen verwijzen naar het "Gloria in excelsis" van de kerstnacht, maar evengoed naar een beweging als "Amnesty International" De weg naar het heil gaat door controverse en strijd. Stefanus en de "Onnozele Kinderen" van Bethlehem zijn er de levende getuigen van.

"Mijn ogen hebben het heil aanschouwd" prevelt de oude Simeon. Wat aanschouwen onze ogen in onze tijd? De dood van miljoenen Afrikanen die van de honger sterven? Wat zien ónze ogen: de 50 miljoen vluchtelingen die nergens meer thuis zijn? De uitkijk op een wereld vol onheil staat tegenwoordig midden in onze kamers, zelfs in grootbeeld. Deze uitkijk heeft televisie. Ook het komend jaar zullen onze ogen nog veel onheil zien. En de ogen van velen zullen zo verblind worden door wat ze zien dat ze het zicht op het heil verliezen. Maar de evangelist Lucas vertelt het verhaal van een man die het zag, die het zag tot in de diepte. Geen stralend kind zag hij, maar een Kind dat bestemd is tot val en opstanding van velen. En Simeon mag misschien oud zijn geweest, maar nooit te oud om uit te zien naar het heil. Dat hield hem jong. Het kind dat nu in zijn armen ligt, zal straks opstaan en op weg gaan. En Hij neemt mensen met zich mee. Om heil en zegen te ontvangen, om heil en zegen te zeggen, om heil en zegen te doen!

In de eerste lezing hoorden wij ook een geboorteverhaal. Drie mannen bezoeken Abraham (die al op leeftijd is) en zeggen dat zijn vrouw Sara zwanger zal worden. Sterker nog: “zijn nakomelingen zullen talrijker zijn dan het aantal sterren aan de hemel” (Genesis 15:5). Sara krijgt een zoon en noemt hem Isaak. De oude Abraham heeft nu zijn stamhouder, zijn eerstgeborene, zijn erfgenaam. En zijn naam is zijn programma! Want zijn komst geeft Abraham en Sara weer reden om te lachen. Dat betekent de naam Isaak ook. Abraham en Sara wijden hun kind aan God toe en laten hem besnijden (Genesis 21:4). Twee families, Jozef en Maria, Abraham en Sara, hebben zicht op de toekomst. Aan beiden werd van Godswege een kind aangezegd. Het eerste wat de twee echtparen doen, is hun kind een naam geven en hun kind onder Gods zegen plaatsen. Zij hebben ervaren dat alles wat leeft tevoorschijn komt uit de hand van God en in zijn hand terugkeert! Ook wij worden uitgenodigd om onze naam als Christen in ons leven waar te maken!

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Pastoor H.Augustinus