DE BROODREDE 5

Menig bruidspaar raakt niet uitgepraat over hun huwelijksdag. Ze zijn er vol van! Als toehoorder denk je “nou heb ik het wel gehoord, nou is het wel; genoeg!” Dat gevoel had ik de laatste weken ook. Vijf weken lang lazen we uit de Broodrede van Johannes. Vijf weken lang hoorden wij “ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald!”. Ik kreeg een gevoel van “dat weten we intussen wel”. Maar als je goed luistert, dan weet je dat het hart van Johannes letterlijk overstroomt. De evangelist raakt niet uitgepraat. Voor hem is het duidelijk: God heeft mensen nodig en mensen elkaar. En Jezus wil van daarvan het levend hart zijn. “Komt allen tot mij die belast en beladen zijt”, zal Jezus zeggen. Iedereen weet wat het betekent, als een mens niets of niemand meer heeft om naar toe te gaan? Ieder mens heeft iemand nodig waar hij naar toe kan gaan. Wie dat begrijpt, begrijpt 't Evangelie van vanmorgen, als Petrus tot Jezus zegt: "Heer, naar wie zouden wij gaan?" Waar ga je als mens naar toe in de crisis van je leven? Waar moet je als mens heen met je angsten en je zorgen?

Wat ben je te beklagen als je niemand meer hebt om naar toe te gaan! Elk mens heeft iemand nodig waar hij naar toe kan gaan. Waar ga je naar toe in de crisis van je leven? Waar moet je heen met je angsten en je zorgen? Grote spanningen in de wereld. Een economie die als een kolos op lemen voeten staat. Luchtverontreiniging, milieuvervuiling. Waar moet je als mens heen? Waar moet een kind uit Libanon heen, op de vlucht voor het geweld? En in je eigen leven? Bij wie kun je terecht met je verwachtingen, vragen en dankbaarheid? Je verliest 'n kind, waar moet je in Gods naam heen? Je verliest je levenspartner, waar moet je in Gods naam heen? Waar moet een jong meisje heen van wie gisteravond de verkering is uitgeraakt? Waar kun je heen, als verdriet je leven binnenvalt? Waar kun je in Gods naam heen, als je je baan verliest, je huis, je man, je vrouw, je kind? Annie M.G. Schmidt zegt hetzelfde in haar lied "Vluchten kan niet meer. ik zou niet weten hoe? Schuilen kan nog wel, heel dicht bij elkaar." Bij wie kunnen wij schuilen? Bij wie kunnen wij terecht? Ook in de kerk vinden veel mensen geen thuis meer. 20 jaar geleden hoorde je jonge mensen zeggen: "Jezus wel, maar de kerk niet". Tegenwoordig hoor je: "Waarom Jezus? Is hij niet één van de velen?"

Bij wie kun je terecht? Naar wie ga je toe? Mensen keren elkaar in huwelijk of vriendschap definitief de rug toe. Hoeveel familieleden, broers en zussen, ouders en kinderen, hebben elkaar de rug toegekeerd? Mensen die elkaar beu zijn en eigen wegen gaan. Je keert elkaar de rug toe, je wilt elkaar niet langer in de ogen zien. Je keert de kerk de rug toe, je geloof, God... Het moet voor Jezus een pijnlijke ervaring zijn geweest: bij het begin van zijn optreden liepen de mensen Hem enthousiast achterna. Mensen volgden Jezus tot in de woestijn, maar toen bleek dat Jezus niet hun broodkoning wilde zijn, maar brood van eeuwig leven wilde zijn, toen namen ze aanstoot aan Hem. Veel leerlingen trokken zich terug. Ze wilden de weg met Jezus niet langer gaan.

Elke pastoor moet tegenwoordig iets dergelijks beleven. Veel parochianen blijven weg en doen niet meer mee. En we doen van alles om mensen bij de club te houden. "Blijf toch bij ons" is onze hartenkreet. Haak toch niet af, want bij wie kun je anders terecht met je vragen, je zorgen, maar ook met je dankbaarheid? Jezus gaat vanmorgen een andere weg. Hij doet blijkbaar geen moeite om de menigte bij elkaar te houden. Hij houdt zijn evangelie recht overeind. En als een groep trouwe leerlingen bedremmeld achterblijft, stelt hij hen eenvoudigweg voor de keuze: "Willen ook jullie soms weggaan?" Jezus stelde die vraag aan de mensen toen, Hij stelt die vraag ook aan de mensen van nu. Voor velen beantwoordt de kerk niet meer aan hun verwachtingen. Vroeger hadden we de godsdienst nodig, tegenwoordig redden we het zelf wel! Wat heeft de godsdienst ons nog te bieden? Vroeger leefden we in een goed verzorgde kerk, alles kwam op een uur en tijd, waarin we dat zelf wilden. Nu zitten we in een andere situatie. Vroeger had je zelfs vroege missen voor vroege vissers. Tegenwoordig liggen de uren van de eucharistieviering ons minder goed; je kunt niet elk uur van de dag meer terecht voor de doop. Voor huwelijk en uitvaart worden agenda's getrokken.

Sommigen ergeren zich aan een pastor die niet aan hun religieuze smaak voldoet. Anderen ergeren zich aan Rome of aan een kerk die andere wegen gaat en van kleed verandert. Mensen ergeren zich aan deze tijd, waarin er minder priesters zijn en er veel van leken gevraagd wordt. Aan één ding ontkomen we niet meer: vandaagdedag wordt van elke christen een persoonlijke beslissing gevraagd. "Wilt ook u soms heengaan?" Jezus' vraag richt zich tot vrije mensen die vrij hun antwoord kunnen geven. Misschien kunnen wij de woorden van Petrus nastamelen: "Heer, tot Wie zouden wij anders gaan? U alleen hebt woorden van eeuwig leven!"

Bij Petrus breekt een religieuze ervaring door. De weg van Jezus mag dan een andere zijn dan hij verwacht had, de boodschap van Jezus reikt veel hoger en was veel ruimer dan elke horizon. Petrus had ervaren dat het in het leven niet gaat om goedkope beloften, om brood alleen. Hij heeft ervaren dat een mens bij God terecht kan met zijn vragen, met zijn verdriet en pijn, maar ook met zijn vreugde en blijdschap. Er is in onze tijd 'n groeiende behoefte aan rust en bezinning. Moderne vliegvelden en ziekenhuizen hebben een stiltecentrum. De jongerendagen trekken honderdduizenden, zelfs een miljoen jongeren. Er is duidelijk iets aan de hand. Blijkbaar is de mens niet te versmallen tot zijn of haar DNA, tot wat moleculen, genen en chromosomen. Toon Hermans werd op een morgen wakker en ontdekte dat hij handen en voeten had, en een mond en armen en benen. En hij schreef een lied: “dank U wel dat ik er ben!” Heel Nederland genoot van dat lied.

Een mens leeft niet van brood alleen! Het gaat er om dat we er zijn voor elkaar. Dan groeit de behoefte om tot God te zeggen: dank U wel dat ik er ben, dank U wel dat u mij hebt gemaakt, dank u wel dat U van me houdt, dank U wel dat u er bent. Dat is allemaal niet productief. Maar 't maakt je wel gelukkiger. Of godsdienst nog toekomst heeft, hangt samen met de vraag of de mens nog toekomst heeft. Daarop moet ons antwoord "ja" zijn. We gaan dan inzien dat het goed is hier zomaar samen te komen, en te zeggen: fijn dat we er mogen zijn! We gaan inzien dat het goed is hier zo samen te komen en tot God te zeggen: "Dank u wel!" Dank u wel voor 't leven en de liefde. Zelfs in uren van crisis en duisternis mogen wij roepen: "Heer, naar wie zouden wij anders gaan? Alleen U hebt woorden van eeuwig leven!"

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus-Buitenveldert