WIJ GAAN VOOR VREDE!

Waar denkt u aan, als ik de volgende woorden uitspreek: defensie - aanvallen – vijandelijke linies - doorboren - schieten - uitschakelen - scherpschutter - je tegenstander afmaken - sneuvelen - de ander de genadeslag toebrengen? U heeft gelijk: het zijn allemaal woorden die te maken hebben met... voetballen! Gek dat deze woorden de boventoon voeren in de sport. De sport, waarvan het woord sportief is afgeleid. Soms heeft voetbal letterlijk álles te maken met oorlog. Het vandalisme viert hoogtij. Overal politiemensen. Zelfs bij een vriendschappelijk wedstrijd sneuvelen er mensen, treinen en ruiten.

Bij het voetballen gaat het om prestaties. Strakke trainingsschema's en uitgekiende diëten moeten er voor zorgen dat mensen aan de top komen. Veel sporten hangen van rivaliteit en prestatiedwang in elkaar. Je móet presteren. Dat hebben we al vroeg geleerd! Als je iets voor de eerste keer op het potje presteerde, werd je geprezen. Zo klein als je bent, je hebt iets gepresteerd! Op school ging dat ook zo. En groter geworden merk je hoe het leven wordt beheerst door concurrentie en prestatiedwang. Mensen om ons heen worden tot rivalen en tegenstanders. Ze worden door ons afgemaakt en ingeblikt als monster zonder waarde. Ze moeten in ieder geval voorbij worden gestreefd.

U zult zeggen: we begrijpen wat je bedoelt, maar overdrijf niet! Uit rivaliteit en prestatiedwang ontstaan ook goeie dingen. U hebt gelijk. De vraag is alleen: voor wat voor een wereld presteren we eigenlijk? Waar vind je het menselijk geluk? In carrière, in macht, in bezit? Je kunt er onder bedolven raken en verdwijnen, zodat je nergens meer bent. Je kunt oog- en oorkleppen opzetten, de ander de mond snoeren, met je ellebogen werken, over ruggen van anderen heen kruipen, dwars door alles en iedereen heen. Je komt steeds hoger op de maatschappelijke ladder. Iedereen is platgedrukt. Daar sta je dan alleen tussen de ruïnes van je leven. Je hebt het gemaakt. Iedereen klapt voor je, maar zelf klap je van beroerdigheid in elkaar. Je voelt je hol en leeg met een lege macht. Wat heb je nu wérkelijk bereikt?

Waarom deze menselijke afvalrace? Waarom deze uitbuiting en exploitatie? Waarom deze afvalrace in sport en spel, de bewapeningswedloop, de economische expansie, de uitbuiting van ons milieu? Wat technisch kan, moet ook gebeuren. Dat de groei haar grenzen heeft weten we al jarenlang van de Club van Rome. Waarom hoor ik dan van bedrijven dat ze "ernstige verliezen" hebben geleden, als ze hetzelfde verdienen als vorig jaar? "Dan is de groei eruit", is de verklaring. Want stilstand is in het bedrijfsleven achteruitgang! Dan haal je de finish niet. Dan is je bedrijf naar de knoppen voordat je het weet. Wat betekenen in dit verband de wijze woorden van Jezus dat de eersten laatsten zullen zijn en dat dus de economisch en politiek zwakkeren in het Rijk Gods vooraan zullen staan?

Vandaag begint de jaarlijkse Vredesweek die tot volgende week zondag duurt. Dat vieren we elk jaar vanaf 1967. Het woord vrede mogen we verbinden met andere Bijbelse sleutelwoorden. In de bijbel hoort vrede altijd het woord gerechtigheid. Mensen tot hun recht laten komen en God zijn plaats laten houden, zodat je zelf tot je recht (= terecht) komt. In psalm 85:11 horen we dat "Vrede en Gerechtigheid elkaar kussen als man en vrouw, als mens en medemens." Jesaia zegt: "De vrucht van alle Gerechtigheid zal de vrede zijn." (32:17) Jacobus zegt: "Gerechtigheid is een vrucht die in vrede wordt gezaaid." (3:18) In de Schrift zijn Vrede en Gerechtigheid elkaars partners. Ze zijn als het ware met elkaar getrouwd. Vrede is pas écht mogelijk als we God en onze naasten tot hun recht laten komen. Als elke mens tot zijn recht komt, als elk mens terecht komt.

Het Hebreeuwse woord van vrede is Sjaloom. Maar dat woord betekent eigenlijk méér dan vrede. Bij ons betekent vrede vaak dat er geen oorlog is. Sjaloom betekent: het ga je goed, geestelijk, lichamelijk en sociaal (in je contact met God en met elkaar). De naam Jeru-sjaloom is daarom een constante opdracht: stad van Sjaloom, stad van allesomvattende vrede. Beeld van een wereld, waarin het goed gaat, omdat alles en iedereen tot zijn recht mag komen, God op de eerste plaats. Is het toeval dat de laatste dag van de Vredesweek samenvalt met het Joodse Jom Kippoerfeest? Grote Verzoendag heet dat feest. Op 14 september vierden de Joden hun Nieuwjaar. Zij leven nu niet in 2009, maar in het jaar 5769 vanaf het ontstaan van de wereld. Tussen Nieuwjaar en Grote Verzoendag liggen tien dagen, waarin iedereen de gelegenheid krijgt om schoon schip te maken met God, met de naasten, met jezelf. Er moet een streep getrokken worden onder de onrechtvaardigheden van het voorbije jaar. Tijdens Jom Kippoer blijven Joden de hele dag in de synagoge. De dag eindigt met de langgerekte toon van de Sjofar. In die laatste lange toon ligt de hoop verborgen dat we het komend jaar beter ons best zullen doen om in het reine te komen met God, met de naasten en met onszelf. Zullen we het 't komend jaar beter doen? Klinkt de hoopvolle en langgerekte toon van de Sjofar nog tot ons door?

Vrede is bij Jezus het eerste en het laatste woord. Bij zijn geboorte horen we engelen zingen “Vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft”. Na zijn verrijzenis bezoekt hij zijn leerlingen en opnieuw is zijn eerste woord: Sjaloom, Gods vrede zij met jullie”. Het evangelie van vandaag geeft in deze vredesweek ons een wijze les. Hoe bereiken we vrede? Terwijl Jezus het heeft over wat Hem ten diepte bezighoudt, hebben de leerlingen ruzie over wie van hen de voornaamste is. Ze willen in Zijn Koninkrijk eerste minister zijn. Jezus zegt: Dat kan, maar dan zul je wel het kruis moeten durven dragen. Minister is een Latijns woord en betekent dienaar. Als minister ben je de dienaar van het volk. Dat geldt ook in de kerk: bisschoppen staan niet bóven ons, maar zijn geroepen om Gods Volk van dienst te zijn. Dat geldt voor alle overheden en voor al diegenen die mensen die menen dat zij macht over anderen bezitten. Jezus geeft een voorbeeld en stelt zich niet als Heer maar als Dienaar op, als Hij de voeten (en de oren) van zijn leerlingen wast.

Jezus stelt ook een klein kind als voorbeeld. Die hebben de toekomst. Jezus gaat op de foto met een kind. Dat doen de groten der aarde ook. Hitler, Mussolini en Stalin. Ook kerkelijke leiders laten zich graag met kinderen fotograferen. Ook Jezus roept een kind bij zich. Wat is er nu zo boeiend aan een kind? Iets dat wij volwassenen blijkbaar verloren hebben. Is het onze onschuld of iets anders? Een kind heeft in ieder geval een grenzeloos vertrouwen. Als een kind boven aan de trap staat en je zegt "laat je maar vallen", dan doet hij dat ook. Kleine kinderen zien geen gevaar. Ze vertrouwen je volledig. Zo moet het ook met jullie gaan, zegt Jezus, laat je maar vallen van die hoge maatschappelijke ladder en vertrouw je toe aan God. Op oudejaarsavond zegt de rabbi in de synagoge: "Laat de toekomst van Israël naar voren komen." Dan stormen alle meisjes en jongens naar voren, want zij zijn de toekomst. Zij zijn het bewijs dat we de aarde niet in eigendom hebben, maar dat we die lenen van onze kinderen en kleinkinderen.

Er is geen tussenweg tussen oorlog en vrede, tussen armoede en rijkdom, tussen gerechtigheid en leugen, tussen het behoud en de vernietiging van Gods schepping. Laat de Sjofar klinken. Laten we weer in het reine komen met God, met de naasten en met onszelf. Dan zal de vrucht daarvan Gods Sjaloom- Gods vrede - zijn.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus-Buitenveldert