DE STER VAN BETHLEHEM

Vandaag vieren wij het feest van Driekoningen. Eigenlijk een vreemd verhaal: enkele mensen lezen in de stand van de sterren dat er iets bijzonders aan de hand moet zijn. Bij de woestijnbewoners geldt het spreekwoord: “als er aan de hemel één ster ontbreekt, dan kan een hele karavaan zijn richting verliezen” In de woestijn staan geen richtingwijzers. Woestijnreizigers kunnen zich alleen oriënteren aan de hand van de sterren. Want het eentonige landschap geeft hen geen richting. Alleen op de stand van de sterren kan hij zich verlaten. Eén ster missen betekent dat de karavaan zijn richting verliest en de reddende oase kan missen.

De magoi – sterrenkundigen - werden geleid door een ster. Wij mogen ook Jezus zien als onze levensster: Hij die in de woestijn van ons leven de richting aan kan geven. Er zijn in ons leven sterren waar je je op kunt verlaten, maar ook zijn er vallende sterren en dwaalsterren. De dwaalsterren verwijzen ons naar de luxe van deze tijd. Zij zeggen dat het volle leven bestaat uit eten en drinken, uitgaan, genieten en reizen. Als je je leven laat leiden door een dwaalster, dan mis je de juiste richting in je leven. Een maatschappij die het Evangelie van Jezus Christus niet meer als leidraad, als richtsnoer, neemt, kan een generatie de richting doen verliezen.

Officieel heet het feest “Openbaring des Heren”. Wij hebben het liever over “Driekoningen”. Daarmee komt het feest binnen handbereik. Drie koningen, mooi uitgedost, met kronen en kamelen, met slaven en cadeautjes, met goud, wierook en mirre. Dat spreekt tot onze verbeelding. Het evangelie heeft het niet over koningen, maar over “magoi”, wijzen, sterrenkundigen. En zelfs het getal drie komen we in de tekst niet tegen. Dat heeft de traditie er van gemaakt. Drie koningen, van drie verschillende leeftijden en verschillende huidskleur. Ze vertegenwoordigen de mensen van Europa, Azië en Afrika. We hebben ze zelfs namen gegeven: Kasper, Melchior en Balthazar. De traditie gaf ze zelfs een lichaam. Volgens een oude overlevering zijn hun botten begraven in de Dom van Keulen!

De officiële kerk houdt zich liever aan de tekst van het evangelie. Daarom heeft zij het vandaag over het feest van de “Openbaring des Heren”. In de tijd van Jezus wist elk Romeins kind wat er met dat woord werd bedoeld. Dat woord openbaring (epifanie) werd gebruikt voor de grote Romeinse keizer, als hij zich liet zien aan het Romeinse volk. Epifanie, Openbaring: kijk, daar heb je de grote machtige keizer! Wat een durf en wat een zeldzaam geloof van de eerste christenen om dat woord over te nemen om de menswording van Jezus onder woorden te brengen. De geboorte van de Messias is niet bestemd voor een kleine groep ingewijden, maar Hij is bestemd “voor val en opstanding van velen. In Hem komt een leidsman tevoorschijn die het volk zal leiden”. In hun handen hebben de sterrenkundigen geschenken van goud, wierook en mirre. Drie woorden die eerder bij een begrafenis thuishoren dan bij een geboorte! Ook bij Matteüs is het geboorteverhaal al een mini-lijdensverhaal. Goud is het symbool voor het Koningschap van Jezus. Wierook en mirre worden gebruikt om een dode te eren en te zalven. “En Maria wikkelde het Kind in doeken”. Deze uitdrukking komen we nog één keer tegen: bij zijn begrafenis wordt Jezus opnieuw “in doeken gewikkeld”!

In het evangelie speelt Herodes vanmorgen ook zijn tegenverhaal. Natuurlijk tegen Herodes begin je niets. Geweld is er altijd geweest en zal er altijd wel blijven. Kindermoord is verschrikkelijk. Wat kun je daar als eenling aan doen? Toch gaat 't Driekoningen-verhaal daar dwars tegen in. Het Evangelie zegt ons dat in Jezus' Naam geweld nooit het laatste woord zal hebben. Net zo min als farao het heeft gewonnen van Mozes, net zo min als de sterke reus Goliath de kleine David klein heeft gekregen, zo zal Herodes het onderspit moeten delven tegen een klein en pasgeboren kind. Nooit zal het laatste woord zijn aan de zevenkoppige draak van tirannie, verdrukking, huisarrest, apartheid, marteling, isolatie en executie.

Het is gemakkelijk om je niet druk te maken over Herodes als het lot jóu niet treft. Als jíj het goed getroffen hebt binnen het bestek van deze wereld. Maar in de Blijde Boodschap van Jezus gaat het telkens weer om het recht van kleine en weerloze mensen. Het is zaak om hun stem te blijven verstaan. Geen gemakkelijke weg, want deze weg loopt langs ravijnen en klippen en door onherbergzame woestijnen. Bergen van misverstand moeten dan worden geslecht. Soms denk ik wel eens: wat hebben de kerken het eigenlijk goed in hun tempels van goud en wierook, door geen Herodes kapot te krijgen. En je blijft je veilig voelen, ook al zit Herodes dan voor eeuwig op zijn troon.

Alles wat drakentanden heeft komt slechts halverwege. Het Evangelie geeft ons daar een sterren-voorbeeld van. Mensen van niks worden mensen van God. Johannes zal later in het boek van de "Openbaring" zeggen: Kijk naar de Maagd en de draak. Zie wat een maagd met haar kind kan betekenen? Zij bieden weerstand aan de zevenkoppige draak van onrecht en onderdrukking. Zij laten zich niet vangen in de ijzeren klauwen van al die Herodessen ver weg en dichtbij die er nog steeds op uit zijn om onschuldige lichamen te breken en onschuldig bloed te vergieten.

Het ontbreken van een ster kan de hele karavaan de richting doen verliezen. Laten wij ons blijven oriënteren op de Ster van Bethlehem. Mogen wij zo een ster voor anderen worden. Geen vallende ster, geen dwaalster. maar een ster die zich oriënteert op de grote Ster van Bethlehem, Jezus, Messias, Immanuel, God-met-ons.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert