GODS LIEFDE IS GRENZELOOS… EN DIE VAN ONS?

Onderweg van Amstelveen naar Hilversum hoorde ik van de week een kleine tik in mijn auto. Wat dat is weet ik niet, maar binnenkort moet de auto toch weg voor een service-beurt. Dan kan er meteen iemand naar kijken. Het deed me denken aan een plaatje dat ik niet gauw zal vergeten. Een plaatje over een man die ook last had van een tik in zijn motor. Hij was bezig om zijn auto helemaal uit elkaar te halen. Er bleef geen schroefje en moertje zitten. Al de ingewanden van de motor lagen op straat verspreid. Een geweldig karwei om alles weer in elkaar te zetten! En tussen al die losse onderdelen in zat de bestuurder. Hij kreeg de motor niet meer in elkaar. Bovendien was hij de oorzaak van het gerammel in zijn motor nog niet op het spoor gekomen Hij heeft er tenslotte een échte monteur bij gehaald. Die had de oorzaak snel gevonden: het gerammel kwam niet van de motor, maar werd veroorzaakt door een knikker in de asbak!

Misschien mag ik wat verder filosoferen bij dit plaatje. Wij kunnen soms een heleboel last hebben van gerammel in ons leven. En dan halen we de hele boel overhoop. We halen er, als we er zelf niet meer uit kunnen komen, een specialist bij, een dokter, een psychiater. En zittend te midden van de puinhopen van ons leven vragen we ons af wie in staat is de motor van ons leven weer aan de gang te krijgen. Maar is de oorzaak van al het gerammel niet vaak eenvoudiger dan we denken? Als het mis gaat met ons, mis gaat met onze relaties, dan zoeken wij de oorzaak soms veel te ver. Misschien ligt de oplossing vlak voor de hand. Misschien is de storing terug te brengen tot een knikker in de asbak!

Wij mensen kunnen het leven soms zo ingewikkeld maken. Bijvoorbeeld als het gaat over zoiets als de Liefde. Liefde is een woord waar je niet over uitgepraat raakt. Het zet mensen in voor en vlam, maar kan soms ook heel bedreigend zijn. Ja, wat is liefde? Dat lijkt een eenvoudige vraag, maar het antwoord daarop is niet zo gemakkelijk. Laat ik het ánders zeggen. Mag ik de vraag “Wat is Liefde” beantwoorden met een wedervraag? Namelijk met de vraag “wanneer begint de dag eigenlijk?” Daar zijn veel antwoorden op mogelijk. Voor de een begint de dag 's morgens vroeg al om half vijf, de ander wrijft pas tegen tien uur de slaap uit zijn ogen. Voor de een begint de dag veel te vroeg, voor iemand die zwaar in de zorgen zit of ziek is, duurt de nacht veel te lang.

Wanneer begint de nieuwe dag? Dat vroeg ook eens een Joodse rabbi (leraar) aan zijn leerlingen: "Wanneer begint de dag?" Één leerling antwoordde: "als ik een terebinth en een palmboom uit elkaar kan houden." "Dat is niet voldoende", zei de rabbi. "Misschien begint het dag te worden als ik een herdershond van een zwart schaap kan onderscheiden", zei een andere leerling. "Ook dat is niet voldoende", zei de rabbi: "de nieuwe dag breekt pas écht aan wanneer je in het gezicht van een mens je het gelaat van je broeder of zuster kunt onderscheiden. Dan is het pas écht dag geworden".Dan gaat pas écht de zon op!

Deze wijze les hebben wij meegekregen van de Joodse filosoof Martin Buber. Misschien begint de dag pas écht, wanneer we elkaar een morgenkus hebben gegeven, of wanneer een vader of moeder hun kinderen over de haren strijken. Misschien begint de dag pas écht, wanneer wij elkaar 's morgens vroeg een goede morgen toewensen. De dag begint waar liefde een kans krijgt.

De wonderlijke kracht van de liefde. Het kan ook een dramatisch wonder zijn. Als je staat bij een sterfbed en als je ziet hoe partners in stilte - want woorden spelen nauwelijks een rol in de liefde - elkaars hand vasthouden totdat de ander verdwenen is achter de horizon. Een laatste kus, een arm wordt gestreeld, soms een kreet, een naam die wordt gestameld, een laatste oogopslag. Het zijn kostbare momenten die je een levenlang bij blijven. Woorden en gebaren die ons helpen om verder te leven. Daarom is het zo pijnlijk, als mensen plotseling sterven in het verkeer. Dat slaat een geweldig gat in je leven. Want dat laatste gebaar, die laatste groet, het is het laatste wat je als mens prijsgeeft. Het is een woord, een gebaar, zonder opsmuk, zonder verraad. Je hebt immer niets meer te verliezen. Toneelspel is volkomen overbodig. Je hoeft niets meer op te houden.

Een oud Latijnse kerklied zingt: "Ubi Caritas et Amor, Deus ibi est" - waar vriendschap heerst en liefde, daar is God! Gods liefde is grenzeloos. En hoe zit het met onze liefde? Is onze liefde soms niet teveel begrensd? Maar liefde kent toch geen grenzen. Als het om de liefde gaat, kiezen we soms al te gemakkelijk voor degenen die dicht bij ons wonen. En dagelijks ontmoeten we veel mensen. Sommige mensen mogen we graag, anderen helemaal niet. En weer anderen laten ons helemaal koud. Jezus zegt ons dat Zijn Liefde onbegrensd is, grenzeloos dus. In de Liefde liggen er voor Jezus geen scheidingslijnen tussen mensen. Jezus gaat zelfs zo ver dat Hij zegt: “Heb zelfs je vijanden lief”. Als wij met iemand ruzie hebben, doen we deuren op slot en denken heel negatief over de ander. Maar soms denk ik “als je helemaal niets meer goed bij een ander weet te ontdekken, dan is er iets met jezelf aan de hand! Want geen enkel mens kan helemaal verkeerd zijn, helemaal fout of helemaal stom. Allemaal zijn we geschapen naar God Beeld en Gelijkenis. En Jezus geeft ons vanavond een wijze les: Als het om de Liefde gaat en die Liefde is verdwenen, maak je dan niet druk om de splinter te ontdekken in de ogen van een ander, want het zou wel eens kunnen zijn dat er in jouw oog een balk zit!

In het westen, helaas ook in Nederland, groeit de haat tegen vreemdelingen. Racistische leuzen kom je tegen op kerkhoven, bruggen en viaducten. Vreemdelingen zijn te ver van ons bed. Maar goed, de naastenliefde moet érgens beginnen! Maar kan liefde voor mensen wel zo selectief en begrensd zijn? Anderen kiezen met grote gedrevenheid voor mensen ver weg. Ze zeggen: hier hebben we het goed. Mijn aandacht gaat uit naar de mensen ver weg. Waarom zou de liefde zo selectief zijn, dat ze op haar tocht door de wereld sommige mensen overslaat? God heeft zijn naam in elk mens geschreven in de palm van zijn hand.

Wat is het voornaamste gebod: God of je naasten? Jezus geeft een eenvoudig, maar verbluffend antwoord: de namen van je naasten en de naam van God horen bij elkaar. De twee geboden stonden al in de Schrift, maar ze stonden elk op 'n aparte bladzijde. Het is voor Jezus als met twee klapdeuren: God en naaste: beiden geven ze toegang tot de hemel op aarde, en uiteindelijk Gods vrede op aarde, voor alle mensen van goede wil.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert