WAREN WIJ DIE EZEL MAAR!

Aan 't begin van Jezus' leven is er sprake van een ezel, maar ook aan ' einde van zijn leven. De profeet Jesaia (765 v. Chr.) heeft dat voorspeld (1:3), maar ook de profeet Zacharia(520 v.Chr.): "Zie, uw koning komt, hij is heel nederig en hij rijdt op 'n ezel, op een veulen, het jong van een ezelin. Hij is gekomen om vrede te brengen." (9:9). Een ezel wordt vaak gezien als een dom dier. Maar hij is vaak verstandiger dan mensen: hij zal zich nooit tweemaal stoten aan dezelfde steen! Soms zeggen we van onszelf: wat ben ik toch een ezel! Of van anderen: het is een ezel van een vent. Soms maken we gebruik van de ezel als we een ezelsbruggetje nodig hebben om iets te onthouden. Er zijn veel meer spreekwoorden rond de ezel. Zo zeggen we: een gouden zadel maakt van een ezel nog geen paard. Of: als je als een ezel geboren bent, zal je ook als ezel sterven. In de middeleeuwen vierden ze het zogenaamde “Ezelsfeest”: De pastoors en kapelaans kozen dan een ezel als bisschop en als paus. En dat narrenfeest werd gevierd op 1, 6 of 13 januari. Sint Franciscus noemde zichzelf “Broeder Ezel”

De ezel is voor Jezus een belangrijk dier. Juist omdat veel mensen vinden dat hij maar weinig waard is. Maria en Jozef gaan op weg - op een ezel - naar Bethlehem, de plaats waar Jezus geboren zal worden. Een ezel brengt 't jonge gezin in veiligheid - richting Egypte - als Koning Herodes op zoek is naar de nieuwe koning en alle jongetjes onder de twee jaar in en rond Bethlehem om het leven laat brengen. Tenslotte brengt een ezel Jezus als een nieuwe koning Jeruzalem binnen. Daarmee geeft het verhaal aan hoe belangrijk het is om niet hoog te paard te zitten in het leven. Een paard is een edel dier. Zijn lichaam heeft zelfs mensennamen gekregen. We spreken van een paardenhoofd en een ezelskop, van ezelspoten en paardenbenen. God heeft belangstelling voor het kleine en geringe. Als Koning Salomo zijn wijsheid aan het vergeten is en zich een strijdpaard aanschaft, waarmee hij zich wil meten met nabuurvolkeren, gaat het niet zo goed met hem.

In Bethlehem staat nu een grote kerk - de Geboortekerk - op de plaats waar volgens de overlevering Jezus geboren moet zijn. In die kerk zat in de Middeleeuwen een deur die zo groot was, dat ridders, zittend op hun paarden, zo naar binnen konden rijden. Ze namen niet eens de moeite om af te stappen! Men heeft toen de grote deur dichtgemetseld. Een kleine deur van nauwelijks 1.50 meter hoog is er in uitgespaard. Als je nu de kerk binnen gaat, moet vrijwel iedereen zijn hoofd buigen. Een prachtige symboliek: alleen als je je hoofd buigt voor het Kind zul je iets van zijn geboorte begrijpen!

Een ezel is verbonden met dienstbaarheid en lasten dragen. De heilige Ambrosius zei eens: "Pas als je gaat lijken op die ezel van Jezus, weet je dat je Jezus op je schouders draagt en Hij zal bepalen waar de weg loopt die voert naar het Beloofde Land. Dat ezeltje mag wel stom zijn, hij brengt Jezus vandaag Jeruzalem binnen. Via Goede vrijdag zal Jezus daar zijn verrijzenis op Paasmorgen beleven. Daarmee was die ezel wel niet op de gemakkelijkste weg, ook al gooiden de mensen hun mantels voor hem op de grond en zwaaiden voor de nieuwe koning met palmtakken, het ezeltje was wel op de weg die naar het nieuwe leidt, dwars door Goede Vrijdag heen.

Jezus geeft ons in de komende week een wijze les, als Hij op Witte Donderdag de voeten van zijn leerlingen wast. Blijf maar niet hoog te paard zitten en weet dat wij hetzelfde mogen doen. Niet elkaar de oren wassen, maar de voeten. Dienstbaarheid, deemoed, elkaar van dienst willen zijn, er willen zijn voor elkaar: is een van de kernwoorden van de Goede Week. Een week, waarin wij de ondergang, maar ook de overwinning vieren van een mens die - niet hoog te paard - er wilde zijn voor mensen die Hem nodig hadden, zoals Hij wist dat de Vader zijn naam - Ik-ben-er-voor-jou - waar wist te maken tegenover zijn Zoon. Dat is de wijze les van vanmorgen: als we er willen zijn voor elkaar, zal God er zijn voor ons. Dan worden onze kleine namen groot gemaakt. Dan weten we ons geborgen in de veilige handen van God, die er voor ons wil zijn, zoals wij er willen zijn voor elkaar.

Jezus wordt ingehaald als Koning. Maar dwars door alle tranen heen zullen we de komende week te weten komen over wat voor Koninkrijk Jezus Koning wilde zijn. Geen Koninkrijk volgens de maatstaven van deze wereld. Dat werd Hem juist kwalijk genomen. Hij wilde een Koninkrijk dat gebaseerd zou zijn op onderling respect, op vrede, met wortels van gerechtigheid. Het betekent voor ons dat wij ons moeten haasten met de komst van dat Koninkrijk. Het houdt ook in dat we onze eigen haan niet koning moeten laten kraaien. Het betekent dat we mee willen werken aan een wereld waarin geen mensen meer worden gebroken, geen onschuldig bloed meer wordt vergoten.

Palmzondag: geen herinnering aan wat tweeduizend jaar geleden is gebeurd, maar een opdracht voor mensen nu! God is er voor ons. En eens, bij God thuis gekomen, is die erepalm voor ons. Wat palmtakken achter een kruis gestoken. Het ezeltje is over vijf dagen - op Goede Vrijdag - alleen nog maar een grauwe plek in het donker, mistroostig als een verwelkende bloemenwagen na een verregende bloemencorso. Maar dat takje blijft achter onze kruisen zitten. Om ons er aan te herinneren dat het ooit in de toekomst onze erepalm zal worden, als wij alles doen wat mogelijk is om Gods koninkrijk in deze wereld op te bouwen in naam van de Gekruisigde, Jezus Messias.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert