OPSTAAN BIJ HET LEVEN

Er staan verhalen in de bijbel die je eigenlijk best kunt missen. Zo zegt Paulus niets over de maagdelijke geboorte, Marcus vertelt niets over de wijzen uit het oosten en Matteüs zegt niets over de herders bij de kribbe. Maar wanneer we 't verhaal van de verrijzenis van Jezus uit de Bijbel weglaten, dan blijft er weinig over van het christendom. Nauwelijks twintig jaar na de verrijzenis zegt Paulus al: "Als Christus niet verrezen is, dan is onze prediking zonder inhoud”. Als Christus niet verrezen is, dan zijn wij, apostelen, maar beunhazen en leugenaars. Als Christus niet verrezen is, dan kunnen we maar beter gaan leven als de mensen die zeggen: laten we maar eten en drinken en het er van nemen, want morgen zijn we er toch geweest!

De dood is even gecompliceerd als het leven. Vroeger wisten we precies wanneer een mens dood was: zijn hart had het dan begeven. Maar 't is opvallend dat de medische wetenschap tegenwoordig spreekt over de biologische dood. Want als een hart stil blijft staan, ben je nog niet dood. Een ander hart erin en het leven gaat door. De dood blijkt even gecompliceerd als 't leven zelf. Want naast 'n biologische leven, hebben wij ’n psychisch leven, 'n sociaal leven, 'n liefdesleven, 'n intellectueel en seksueel leven. En het merkwaardige is dat 't ene leven dood kan zijn, terwijl het andere nog voortleeft.

Wat is 't leven eigenlijk? Leven is jezelf tot ontplooiing brengen in de breedste zin van het woord. Je ontplooien in je psychisch leven, je sociaal leven, je liefdesleven, je geestelijk leven, je seksueel leven. De psychische dood van de mens hoeft niet samen te vallen met z’n biologische dood, en de seksuele dood hoeft niet samen te gaan met de dood van de liefde. Door alle veranderingen heen blijf je overeind. Zeven jaar geleden hadden we een ander lichaam dan nu. Geen cel is dezelfde gebleven. Maar Ik ben gebleven! Door al die manieren van doodgaan, die zich in ons hebben voltrokken, zijn wij gebleven. Wij kunnen aan de kant gezet zijn door bepaalde mensen, maar we zijn toch overeind gebleven.

Na zijn biologische dood staat Jezus temidden van zijn leerlingen met heel zijn liefdesleven. Daarom schrijft Paulus: "Hoe kunnen sommigen onder u dan toch beweren dat er geen verrijzenis uit de dood bestaat?" Het leven heeft zoveel aspecten. Het is zo rijk. Het is blijkbaar niet dood te krijgen! Van alle evangelisten vernemen we dat de leerlingen van Jezus na zijn dood geweldig uit het veld geslagen zijn. Ze waren angstig bij elkaar gekropen. De dood van Jezus betekende het einde van al hun verwachtingen en al hun dromen. Het Paasgebeuren zelf wordt door geen enkele evangelist verhaald.
Als men bij de verrijzenis een filmcamera en een geluidsband zou hebben opgesteld, dan zouden die niets hebben geregistreerd. De verrijzenis heeft alleen een betekenis voor mensen die geloven. Pilatussen en Herodessen komen de verrijzenis niet op 't spoor.
Ook de ogen van de leerlingen bleven lang gesloten. Alleen in geloof wordt Jezus ervaren als de levende.

Geloven in de verrijzenis betekent dat wij geloven dat God ook ons trouw zal blijven tot in de dood. Het is geloven dat Jezus toch gelijk had in zijn manier van leven en sterven. Het is geloven dat de liefde het altijd zal winnen van de haat. Het is geloven in het feit dat de liefde sterker is dan de dood. Opstanding komt van opstaan, en dat heeft weer alles te maken met het woord "opstand". Jezus staat op tegen alles wat onmenselijk is. En Hij vraagt ons om hetzelfde te doen. Hij vraagt ons om op te staan waar de dood ons leven binnendringt: biologisch, geestelijk, sociaal, seksueel, in de liefde. Wij kunnen de opstanding van Jezus niet losmaken van z'n strijd tegen alles wat onmenselijk is. Daarom leren mensen de opstanding al tijdens het leven. Mensen die zeggen: "Als het Jezus is gelukt om op te staan, waarom leren wij dat dan ook niet al tijdens ons leven?"

En ook de kerk heeft vele levens, theologisch, bijbels, verkondigend, vierend, getuigend, profetisch en gemeenschapsvormend. We zouden bijna vergeten dat de kerk ook een seksueel aspect heeft. Misschien hebben we dat teveel verdrongen. Feit is dat de kerk in dit opzicht flink in de problemen is geraakt. En misschien gaat het daarbij niet eens om de kerk, maar om degenen die er door in de problemen zijn geraakt. Daar ligt onze eerste zorg en verantwoordelijkheid. In de nacht van de Opstanding vragen wij God dat zij weer mogen opstaan, dat er plaats is voor erkenning, vergeving en boete. Dat niemand verstrikt mag raken in dit donkere aspect van ons kerk-zijn.

Maar vergeten we ook de andere levens, de andere aspecten, niet, als ik bijvoorbeeld denk aan die honderdduizenden priesters en religieuzen die zich belangeloos inzetten in de Derde Wereld en in onze eigen samenleving. Daarmee praten we de zaak niet goed. Wat kwaad is mag en moet benoembaar worden. En ook onze erkenning dat niet alle levens van ons samen-kerk-zijn goed zijn ontwikkeld. Ook in ons kerk-zijn zijn er levens die volop in bloei staan, maar ook terreinen die veranderd zijn in dorre en droge steppes. Mag God ons helpen die plekken weer vruchtbaar te maken. En dat kan alleen als we ook op dit punt het water uit de rotsen slaan. Maar het zal een niet zo gemakkelijke weg zijn: de weg van bekoring naar bekering. Elk mens heeft vele levens, sommige onvruchtbaar, andere volop in bloei. In de kerk is het blijkbaar niet anders!

Intussen vieren we Pasen. 58% van de Nederlanders weten niet meer wat het voor een feest is. Een Tv-programma interviewt mensen op straat en bevraagt hen over hun “Paasgevoel”. Volgens sommigen is het een lentefeest, inclusief paashaas en paaseieren. De ander heeft geen antwoord. Een derde weet zeker dat het met de geboorte van Jezus te maken heeft. Op de vraag van de interviewer of Pasen ook iets te maken heeft met Jezus van Nazareth, zei een winkelier: “Nee,dat niet”. De betekenis van Kerstmis, dat weten de meesten wel, maar het Paasfeest? Geloven die mensen dan niet? Ik ben er langzamerhand van overtuigd dat elk mens gelooft. Dat wil zeggen: de een gelooft het wél, de ander gelooft het wel… Maar laten we eerlijk zijn, Pasen is dan wel het grootste feest van het kerkelijk jaar, die de grond vormt van elk samenkomen rond de Heer, maar Kerstmis is voor velen gemakkelijker te begrijpen. Dan gaat het over het liefelijke begin. Maar Pasen vertelt over het levenseinde. Een klein vogeltje komt uit het niets, vliegt een aantal jaren in het rond en verdwijnt weer in het niets. Over deze twee uitersten – waar de mens vandaan komt en waar hij naar toe gaat – vertellen ons het feest van Kerstmis en Pasen.

We vieren 't Paasfeest in een wereld vol dood en doodsdreiging. Wat valt er vanmorgen te vieren? Pasen ontkent de dood niet. Pasen veronderstelt de dood. Het Paasfeest begint niet hier in deze verwarmde en verlichte kerk. Het Paasfeest begint op het kerkhof. Daar horen wij dat mensen niet terecht zijn gekomen in 'n spelonk, een grot, een graf van voorbij. Maar dat de weg van mensen door 'n tunnel leidt. Aan het einde van de tunnel wacht God met uitgestrekte armen. Wij mogen al tijdens ons leven leren opstaan bij het leven:

  • Opstanding vieren is: vanmiddag opnieuw de hand drukken van iemand met wie je al jaren geen woord meer wisselt.
  • Verrijzenis vieren is: op zondagmorgen samenkomen om eucharistie te vieren, ook al weet je dat er overal tegenwoordig op zondagmorgen overal wordt getennist, paard wordt gereden of gezwommen;
  • Verrijzenis vieren is: voor het eten een kruisteken maken en God bedanken voor je bord dat overvol is. En God vragen dat iedereen dat zo mag hebben. En God beloven dat je er alles aan zult doen om dat gerealiseerd te krijgen;
  • Verrijzenis is toegeven wat er in de kerk verkeerd is gegaan en beterschap beloven, en degenen die het betreft weer helpen opstaan;
  • Verrijzenis vieren is: op andere momenten in het leven de klemtoon leren leggen, misschien door wat soberder te leven;
  • Verrijzenis vieren is: de mensen uit de buurt niet voorbijgaan, maar weten waar hulp nodig is en ongevraagd de handen uit de mouwen steken.

Een hele opgave. Het is duidelijk dat Pasen dit jaar niet alleen op 4 april valt. Elke dag die God ons geeft worden we uitgenodigd om op te staan, te verrijzen en om in opstand te komen tegen alles wat het leven in deze wereld onderuit haalt. Dat is wat wij met Pasen mogen vieren: dat de goede krachten in het leven het zullen winnen van de dood. Als we maar niet inslapen en indutten, maar solidair blijven met mensen om ons heen. Is verrijzen iets anders dan weer op de been geholpen worden.

Ik denk dat de betekenis van het Paasfeest is, dat het licht nooit helemaal in je leven kan verdwijnen. Dat het leven nooit helemaal verstrikt raakt in de netten van de dood, dat nooit alle vaste grond onder je voeten verdwijnt. Pasen is op de uitkijk staan. Zonder Pasen loopt de wereld met de dood in z'n schoenen. Jezus heeft ons geleerd hoe je arme, lamgeslagen, kleingekregen mensen weer op de been kunt helpen. En daarom heeft God Hem weer op de been geholpen na de catastrofe op Golgotha. Omdat Hij het tot zelfs op het kruis opnam voor z'n beulen voor wie Hij bad: "Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!" En zoals God Jezus weer op de been heeft geholpen, mogen wij tot elkaar zeggen: weest niet bang, want waar mensen ook struikelen - zelfs al struikel je over de dood - dan is het de Heer zelf die ons door de donkere tunnel zal leiden en ons weer op de been zal helpen. Zalig Pasen!

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert