OP ZOEK NAAR VREDE

Het is vandaag feest: 22 jongens en meisjes doen – na een goede voorbereiding – vanmorgen hun Eerste Communie. Het is feest. En er zijn veel mensen in de kerk. Allemaal mensen die het feest met jullie mee willen vieren. Natuurlijk jullie ouders, broertjes en zusjes, ooms en tantes, neefjes en nichtjes, vriendjes en vriendinnetjes. Maar ook heel veel andere mensen die het leuk vinden om vandaag het Eerste Communiefeest met jullie mee te vieren. Want een feest gaat het vandaag echt worden!

En over een feest wil ik jullie een verhaal vertellen. Het gaat over een jongen en een meisje die wilden trouwen. Ze waren erg arm en konden geen bruiloft betalen. Één van hun vrienden kreeg een idee: laten alle gasten een fles wijn meenemen. Dan zetten we aan de ingang van de bruiloftszaal een grote kuip neer. Daar kan iedereen zijn wijn in gieten. Daarna kan iedereen van die wijn drinken. Iedereen vond dat een goed idee! Alle gasten namen een fles wijn mee en gooiden die in het grote vat. Daarna begon het feest. Maar toen de eerste gasten begonnen te drinken, keken ze heel zuur. Ze dronken water!

Wat was er aan de hand? Alle gasten hadden in plaats van wijn 'n fles water mee genomen. Ze dachten: dat is lekker goedkoop en wie merkt het nu dat er een fles water in het grote vat zit? Maar de meeste gasten hadden zo gedacht en daarom liep de bruiloft in het honderd. De bruiloft was verwaterd en de gasten kregen ruzie met elkaar. Ze gaven elkaar de schuld. Het bruidspaar zag hun trouwdag letterlijk in het water vallen. Wat een feest van de liefde had moeten worden, werd één grote ruzie. En wat doen mensen als er ruzie is?

Er was ook eens een klein dorpje, waar ook veel mensen ruzie met elkaar maakten. Op straat keken ze elkaar niet aan en deden alsof de ander lucht voor ze was. De burgemeester vond dat verschrikkelijk. Hij riep alle mensen bij elkaar in het dorpshuis. "Hoe kunnen wij de vrede terugvinden?" riep hij uit. "Zou iemand de vrede willen gaan zoeken of kopen?", vroeg hij de mensen. Een kwartier lang was het doodstil. Iedereen loerde naar iedereen. Tot er eindelijk iemand opstond. Het was Henk, de tuinman. Eigenlijk voor zo'n opdracht te moe en te oud. "Ik zal wel gaan", zei hij, "alleen hoe ziet vrede er eigenlijk uit?"

"Vrede is volgens mij een duif", zei een man. "Belachelijk", werd er geschreeuwd. "Hoe kom je erbij, wij hebben duiven zat!" "Ik dacht dat een hand was", zei een vrouw. "Belachelijk, want in het dorp zijn er handen genoeg!" "Misschien is het brood", zei een jongen. "Of een roos", fluisterde een kind. Zo maakten ze wéér ruzie, nu over de vraag waar je vrede kon vinden en hoe die eruit ziet. Henk, de oude tuinman, sloop stilletjes weg, want hij wilde niet in die ruzie terechtkomen.

Toen Henk na één week niet terugkwam, begon zijn tuin er erg verwaarloosd uit te zien. Overal groeide onkruid en het gras was behoorlijk hoog. "Toch zonde", zei zijn buurvrouw, "die tuin zag er altijd zo netjes uit!" En hoewel ze niet best ter been was, haalde ze een hark en een schoffel uit de schuur en begon in de tuin te werken. "Mens, wat doe je nou?", vroeg haar buurvrouw die boven het tuinhek hing. "Nou ja, Henk is vrede aan het halen, dan doe ik zijn tuintje intussen maar. Dan is de tuin mooi als hij met vrede terugkomt!" "Dat is een goed idee", zei de buurvrouw. "Wacht ik kom je helpen en ik vraag mijn grote zoons en dochters of ze ook kunnen komen, dan ziet de tuin er weer mooi uit." Ze ging naar binnen en zei: "De hele dag hangen jullie voor de TV en moeten jullie dat oude mens daar buiten in die tuin zien!" Haar dochters en zonen gingen aan het werk, zij het toch wat mopperend! Maar ze gingen toch gauw naar de tuin! En toen ze er eenmaal waren, waren ze tóch blij, zeker nu het oude vrouwtje liet merken hoe blij ze was met de hulp die ze kreeg.

Er kwamen nog meer mensen in de tuin werken. Na één week was het de mooiste tuin van de wereld geworden en iedereen werkte heel hard! Na een half jaar kwam Henk, de tuinman, terug. "Overal heb ik gezocht naar vrede. Maar het is gek. Telkens als ik vroeg waar vrede te vinden is, daar zeiden ze: moet je maar in je eigen tuintje kijken!" Toen begrepen de mensen dat samen-werken de énige manier is om tot vrede te komen. En ze vierden met elkaar een geweldig feest, want de vrede was teruggekeerd op het dorp!

Jezus hield niet van ruzie. Hij vond ieder mens belangrijk. En hij vertelde een verhaal over een schaapje dat weg was. Hij had maar liefst 100 schapen! De herder had natuurlijk kunnen denken: "Wat maakt mij dat ene schaapje uit, ik heb er nog 99 over! En bovendien ben ik erg moe!" Maar zo dacht die herder niet. Voor hem was ook dat ene schaapje belangrijk. Ook dat schaapje mocht niet van honger en dorst omkomen. En de mensen begrepen dat Jezus het eigenlijk over mensen had. Niemand mag verloren lopen, iedereen hoort er bij. En als iedereen er is, dan pas kan het feest écht beginnen!

En uit het verhaal dat jullie gelezen hebben - van de 5 broden en de 2 visjes - hebben jullie natuurlijk begrepen dat vrede begint waar grote mensen, en ook de kinderen, met elkaar durven delen. En over dat samen-delen gaat het vandaag. Jezus geeft ons brood, maar zegt wel: delen jullie het maar met elkaar. Als we onze dingen weten te delen, komt er zeker geen ruzie meer. Maar als we in het leven alles voor onszelf willen houden is het hek van de dam!

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert