HET GEHEIM VAN DE LIEFDE

U moest eens weten wat voor soort gesprekken we soms voeren in de sacristie! Gisteravond waren er twee misdienettes van een jaar of acht. Ze wilden weten waar ik het tijdens de mis over zou hebben. Ik zei: “Jezus vertelt vanavond iets over Liefde”. En toen begon het gesprek! Een van de meisjes zei: “Ik heb een nieuw vriendje”.
Ik antwoordde: “Je eerste vriendje?” “Nee”, zei ze, “mijn derde”. “Is het ook je laatste?”
”Nee, pas als ik 18 ben heb ik een vriendje die dat voor altijd is”. Dat merk ik ook bij mijn neefjes en nichtjes op hyves. Telkens weer hebben ze een nieuw vriendje of vriendinnetje “op wie ze zijn”. Dat wisselt een paar keer per week! Maar blijkbaar vinden zelfs kinderen het belangrijk dat er iemand “op je” is en jij op hem of haar. Een arm om je schouder, iemand om mee te leven. Het zit er blijkbaar al vroeg in.

Het woord Liefde kom je elke dag en overal tegen. Als je de radio en teevee aanzet, gegarandeerd dat dan binnen een halve minuut het woord Liefde valt. Maar over wat voor soort liefde gaat het dan? Wat is liefde? Je kunt er geen definitie voor vinden. Je hebt er geen woorden voor. Je kunt het alleen maar omschrijven met gedichten, verhalen en beelden. De diepste roerselen in een mens laten zich immers niet in definities vangen. Toch proberen we het. Zo heb ik een bioloog ooit horen beweren wat een kus is. “Een kus”, zei hij “is een elektrisch seintje van een hersenkwab aan een klier”. Nou, dacht ik, volgens mij is hij zelf een klier en heeft hij nooit echt gekust!

Zo, weten we, als het over de liefde gaat, dat het woord zich eigenlijk alleen in beelden laat vangen. Zoals in dat mooi beeld van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin. Hij was diep onder de indruk geraakt van de broosheid en de kwetsbaarheid van de liefde. Hij probeerde voor de liefde een beeld te vinden dat die werkelijkheid uitdrukt. Hij maakte toen één van zijn mooiste kunstwerken. Het Geheim heeft hij het beeld genoemd. Rodin: het geheim Het zijn twee handen die elkaar dragen als een kostbare schat. Twee handen die elkaar teder, broos en voorzichtig vasthouden. Als je naar het beeldje kijkt, dan zie je direct waar het bij de liefde om gaat. Het zijn de handen van twee mensen die écht rijk zijn met elkaar. Het lijken de handen van een klein kind dat voor de eerste keer in zijn leven een levend vogeltje mag vasthouden. Twee mensenhanden: het geheim van elke vriendschap, van elke liefde. En zelfs twee mensen, die zielsveel van elkaar houden, begrijpen nauwelijks iets van de kracht die hen bij elkaar houdt.

Misschien zouden we het geheim van de liefde alleen maar kunnen uitzingen in een huwelijkslied. Een bruiloftslied: “De Heer heeft mij gezien en onverwachts ben ik opnieuw geboren en getogen”. Een nieuwe geboorte. Dat is misschien nog de beste omschrijving van de liefde. En dat heeft de beeldhouwer Rodin nu zo meesterlijk weergegeven. Want de twee handen die hij in elkaar heeft neergelegd zijn geen gesloten handen. Ze grijpen elkaar niet vast, zijn niet bezitterig. Ze liggen losjes in elkaar. Je kunt er zelfs doorheen kijken. Je mag als buitenstaander de warmte meevoelen. Je mag er getuige van zijn. Je mag naar mensen kijken die zó in het geheim van de liefde geloven dat zij met elkaar het leven willen delen.

De wonderlijke kracht van de liefde. Het kan ook een dramatisch wonder zijn. Als je staat bij een sterfbed en als je ziet hoe partners in stilte - want woorden spelen nauwelijks een rol in de liefde - elkaars hand vasthouden totdat de ander verdwenen is achter de menselijke horizon. Een laatste kus, een arm wordt gestreeld, soms een kreet, een naam die wordt gestameld, een laatste oogopslag. Het zijn kostbare momenten die je 'n leven lang bijblijven. Woorden en gebaren die ons helpen om verder te leven. Daarom is het zo pijnlijk, als mensen plotseling sterven in het verkeer. Dat slaat een geweldig gat in je leven. Want dat laatste gebaar, die laatste groet, 't is het laatste wat je als mens prijsgeeft. Het is een woord, een gebaar, zonder opsmuk, zonder verraad. Je hebt immer niets meer te verliezen. Toneelspel is volkomen overbodig. Je hoeft niets meer op te houden.

Tussen Pasen en Pinksteren zijn we getuigen van de laatste woorden van Jezus. Ze staan opgetekend in de Schriften. Het laatste avondmaal: Hij geeft zich in liefde, tot het uiterste toe. Hij neemt brood en beker en zegt: neemt en drinkt, Ik ben het zelf. Doet dit tot gedachtenis aan Mij!" Mensen leven van dit laatste gebaar van Jezus - tot de dag van vandaag. En zijn vrienden zeggen: weet je nog, hoe de schriftgeleerden vroegen naar het voornaamste gebod? Weet je nog dat, dat Hij toen zei, in alle eenvoud: houdt van God en de mensen om je heen! Een nieuw gebod geef Ik u: hebt elkaar lief, zoals Ik u hebt liefgehad. Zo zullen de mensen weten dat je bij Mij en bij de Vader hoort! Onvoorstelbaar: een God die van de liefde leeft en mij bij mijn naam kent! Hij kent mij door en door. Hij is met mij vertrouwd, want Hij heeft mij geweven in de schoot van mijn moeder. Hij kent mijn stem, mijn ademhaling, het kloppen van mijn hart. Als je wilt kun je Gods liefde voelen tot in de vezels van je bestaan. Ook de liefde bewandelt wegen die onuitputtelijk en niet te beschrijven zijn. Liefde valt niet in woorden uit te drukken.

De handen van Rodin, twee handen, zwijgend, teder in elkaar. Een mens om van en voor te leven vormt de enige weg naar elkaar en God. Twee handen die het geheim van hete leven dragen. Ze verbinden ons met God. Want dat zingt dat oude kerklied: "Ubi Caritas et Amor, Deus ibi est" - waar vriendschap heerst en liefde, daar is God!

Parochianen, als we later tegenover God verantwoording moeten afleggen van ons leven, dan zal Hij – volgens mij – maar één vraag stellen. Alleen kom je de hemel niet binnen. God zal zeggen: “Mens, waar is je broer? Mens, waar is je zuster?” Als geen ander was Jezus “op mensen”. En niet alleen op mensen uit zijn eigen kring, maar ook op andere mensen, vooral mensen die in de knel terecht waren gekomen. Ja, daarom denk ik dat God maar één vraag heeft: ben jij in je leven op mensen geweest? Niet alleen op je huisgenoten, maar ook op mensen verder weg. Want dat kunnen we van Jezus leren: elk mens, waar ook ter wereld, is geschapen naar Gods Beeld en Gelijkenis.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert