KEESSIE

In het begin van de jaren zeventig was ik kapelaan in de Obrechtparochie in Amsterdam. Ik gaf toen godsdienstles op vier basisscholen. Tegen kerstmis waren er overal kerstvieringen, soms gezamenlijk in de gymzaal, soms zelfs per klas. Het Stille Nacht en de Herdertjes die bij nachte kwamen kon ik met Kerstmis bijna niet meer horen. Één kerstviering in een klas is me altijd bijgebleven. Het was een viering in de tweede klas van de Pieter de Hoochschool, tegenwoordig groep vier. Ik had de kinderen het kerstverhaal verteld, maar er was tijd over en ik besloot toen het kerstverhaal met de kinderen na te spelen.

Maria en Jozef had ik gauw gevonden. Onder luid protest koos ik een os en een ezel uit. Een kameel ging ook niet zo gemakkelijk! Herders en engelen vormden geen probleem, want gelukkig vertelt de bijbel niet hoeveel herders en engelen er waren, dus iedereen die overbleef was herder of engel! Het kindje Jezus was ook zo gevonden. Keessie was de kleinste van de klas. Dus was hij het heilige slachtoffer. We hebben hem in een grote vierkante ijzeren prullenbak gezet. En klaar was Kees! Maar toen tien minuten later het spel was afgelopen, kregen we Keessie niet meer uit de ijzeren prullenbak! Van alle kanten werd er aan hem getrokken en hij ging te keer als een heilig speenvarken! De kerstsfeer was uit de klas, iedereen schreeuwde door elkaar. Kleine Keessie is nu grote Kees geworden. Enkele jaren geleden kwam ik hem in Amsterdam weer tegen. Hij wist zich alles nog precies te herinneren! Hij is intussen tandarts geworden en ik zorg wel dat ik uit zijn stoel wegblijf, want volgens mij is hij nog steeds een beetje op wraak uit!

Keessie lag in een prullenbak, waar hij niet meer uit kan komen. Jezus lag in een voerbak. En wij willen ook niet dat Hij die voerbak uitkomt. Pasgeboren kinderen zijn schattig en mogen niet te snel groot worden. Want dan krijgen ze een eigen mening, een eigen stem. Dan hebben we ze niet meer onder controle. Dan blijven ze 's nachts tot drie uur in de disco hangen en lig je zelf de halve nacht wakker! Nee, laten we nog maar even blijven genieten van dat kleine kindje. Kinderen zijn groot voordat je het in de gaten hebt!

Ook Jezus willen we graag klein houden. Een klein kind is weerloos, kan nog geen woord uitbrengen, kan niet tegenspreken. Van een kind kun je nog de wieg versieren en belletjes en klokjes boven zijn grijpgrage handjes hangen. Maar toch vergissen we ons, want het gaat ook bij dit Kind om een mens die later zijn eigen weg zal gaan. Het zal de weg gaan van mensen die terecht zijn gekomen in de prullenbak van het leven.

In de kerstnacht is het gebeurd: een kind geboren, een lied gezongen, de hemel open gegaan. En in de kerstnacht kan van alles gebeuren. Dichters en dromers hebben dat herkend. Kinderverhalen hebben het beschreven. Want het is de nacht van de visioenen van de profeten. De nacht van dromen en wonderen. De nacht waarin mensen elkaar om de hals vallen. Midden in de winternacht ging de hemel open. Een oud lied over flitsen van een nieuwe wereld die binnen handbereik is gekomen.

In de kersttijd vertellen we elkaar warme kerstverhalen voor als het buiten koud is. Over mensen die weer goed worden op elkaar, over verloren zonen die eindelijk weer thuis komen. Over een verdwaald kind dat de weg terugvond en van 'n arm gezin dat op het nippertje gered wordt van de hongerdood. Van dronkenlappen die voorgoed nuchter en gierigaards die waanzinnig gul worden. Van soldaten die ineens de wapens neerleggen. En van klokken die op een wonderbaarlijke manier vanzelf gaan luiden. Heerlijke verhalen. Verhalen over verlangen en verwachting. Wakker geroepen door 't verhaal van die eerste kerstnacht.

De kerstnacht. Wat zou je willen dat er écht zo'n nacht was. Al was het maar éénmaal per jaar! Stille nacht, heilige nacht! Nergens geweld, nergens agressie. Ophouden met martelen. De dood één dag buiten de deur. Een adempauze in pijn en verdriet. Mensen die elkaar alleen maar liefhebben, dwars door alles heen. Een nacht zonder angst. Een wereld die lijkt op het land van onze dromen. En God rakelings nabij. Dat zou je willen. Zo'n nacht zou je inspireren om morgen weer vol moed aan de gang te gaan. Want als je de hemel gezien hebt, kun je beter vechten voor een wereld die van onrecht kraakt in zijn voegen.

In de kerstnacht kan van alles gebeuren. Maar in die eerste nacht gebeurde er niets. Nou ja, er werd een kind geboren: een wonder, een godsgeschenk, - maar voor dit kind moesten de ouders wel de beestenstal in. Er wordt verteld van een proclamatie van hogerhand en van muziek door de hofkapel uit de hemel, imposant genoeg, - maar het bereikte alleen de mensen van de onderkant: herders waren het. (Geen herdertjes, ze zouden zich doodlachen, als ze zagen welke plaats ze nu innemen in onze kerststal en onze kerstliederen!) Verder gebeurde er niets. De wereld veranderde niet. Er brak op aarde geen vrede uit. Geen keizer en geen koning viel van zijn troon. Soldaten hadden hun messen al getrokken. En de grote tempel had nergens boodschap aan.

Waarom, zijn we dan vannacht tóch samen? Waarom vieren we toch weer feest? Omdat er woorden gebeuren. Grote woorden, je raakt er niet op uitgekeken. En de laatste woorden klinken als mokerslagen: "Vrede op aarde voor mensen van Gods welbehagen." Van die wereld droomde de profeet Micha, droomde de profeet Jesaia. Het was de droom van alle profeten. Zij hebben gezien hoe het móet. Maar het kerstkind heeft ons laten zien hoe het kán! Een Bergrede vol. Woorden die Hij zelf leefde. Over vergeven en de eerste stap, over ontwapenend omgaan met elkaar, over samen delen, over gerechtigheid voor laten gaan boven dat miezerige getob over je eigen belangen, over muren wegbreken en grenzen overschrijden.

Misschien kijken we in de kerstdagen wat teveel naar de sterren en te weinig om ons heen. Vanuit het evangelie begrijp ik dat mijn wijze van omgaan met mensen, mijn manier van praten, mijn keuzen en beslissingen, méér invloed hebben dan ik dacht of durfde verwachten. Nee, 't is niet de nacht waarin van alles kan gebeuren, de nacht van wonderen en sprookjes. Maar ik weet, ik hoop, ik geloof, dat door het geheim van deze nacht wél van alles gebeuren kan. Want het geheim van vannacht is dat God zich zelf gemengd heeft in onze mensengeschiedenis en partij gekozen heeft voor de vrede. Jezus is daar het levende bewijs van. Keessie uit de prullenbak, Jezus úit de voerbak. Hij gaat straks het volle leven in. Want daar moet waar worden gemaakt wat we vannacht mochten vernemen: "Vrees niet" en "Vrede op aarde, aan de mensen van goede wil!".

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert