TOEGEJUICHT EN UITGEJOUWD

Weet u dat ik een oud mens ben? Vorig jaar op Palmzondag kreeg ik van een klein kind een palmpasenstok. Ik riep verrast: waarom geef je die aan mij? "Ik moest hem van mijn moeder aan oud mens geven", was het antwoord. Overal ter wereld wordt vandaag uitbundig Palmpasen gevierd, het begin van de Goede Week. Miljoenen Palmpasenstokken doen ons denken aan Palmzondag, het begin van de Goede of Stille Week., Op Palmpasen herdenken we het feit dat de Joden Jezus opnieuw tot koning wilden uitroepen. Want dat was meer gebeurd. Op de berghelling zijn het er 5000! Ze hebben gezien dat iedereen voldoende te eten heeft, als ze het maar aandurven hun brood te breken en te delen. Ze willen Hem daarna tot Koning uitroepen. Maar Jezus duikt onder. Hij wil geen Koning zijn van een Volk dat leeft bij de leus: ieder voor zich en God voor ons allen. Jezus ziet de kortstondigheid van hun enthousiasme. Nu, in Jeruzalem, willen ze Hem wéér tot Koning uitroepen. Jezus speelt het spel mee, want ooit zal de dag komen dat de mensen zullen begrijpen over welk koninkrijk Jezus Koning wil zijn. Hij trekt Jeruzalem binnen. Niet hoog te paard, zoals het en Koning betaamt, maar Hij heeft plaatsgenomen op de rug van een lastdier, een eenvoudige ezel.

Toegejuicht en verdacht gemaakt. Het kan blijkbaar allemaal op één dag! We weten hoe deze week verder zal lopen: van “Leve de Koning” en “Aan het kruis met Hem”. Een dwarsbalk met daarop het lichaam van een volwassen mens gespannen. Het lichaam van 'n mislukte, van iemand die moest verdwijnen van het wereldtoneel, omdat hij te gevaarlijk werd voor de heersende machten. Daarom werd hij overgeleverd aan de macht van 't kwaad, weerloos en zelveloos, dienaar van mensen. En van deze mens, vastgenageld, uitgespannen over een kruis, belijden wij wekelijks dat hij de Zoon van God is. Een God aan 'n kruis, om het leven gebracht door mensenhanden - vermoorde onschuld. Hij gaat zijn kruisweg, zoals elke mens - vroeg of laat - zijn kruisweg gaat. Als de zon verduistert, als het verleden wordt stukgescheurd, als de nacht van de eenzaamheid een mens stervensmoe maakt, dan blijft alleen nog maar het koude, onbarmhartige kruis. Dan denk je als mens: nu is mijn levensweg definitief op een dood spoor gekomen, nu houdt alles op! Het is de eenzame klacht van 'n mens die zich weg voelt glijden in een diepe afgrond.

Nu houdt alles op. Dat gevoel moet ook Jezus hebben gehad, toen Hij tijdens zijn zware gang naar Golgotha een ondraaglijke last op Zijn schouders gedrukt kreeg. "Waar gaat 't met me naar toe?" moet Hij gedacht hebben. "Mijn God, mijn God, waarom laat U mij nu alleen? Waar eindigt mijn levensweg?" Hier scheiden de wegen van mensen zich. Voor ongelovige mensen eindigt dit alles in het oeverloze niets, in totale duisternis, in de leegte van voorgoed voorbij. Voor gelovige mensen, voor Jezus zelf, eindigt dit alles in de handen van God. In zijn doodsangst roept Jezus ook om die God: dat die God Hem in zijn hand wil bergen en Hem voorgoed thuis zal roepen. Jezus heeft zijn twijfels en angsten, maar Hij weet ook dat Zijn leven nooit voorgoed te pletter zal lopen in het graf van voorbij. Hij weet als geen ander dat niemand valt, of hij valt in de handen van de levende God. Dat alles lezen we vanmorgen in het Lijdensverhaal volgens Mattheüs.

Palmpasen 2011 overal ter wereld staan mensen stil bij het feit dat Eén van ons, Jezus Christus, Vredesengel, werd ingehaald als vredesvorst. Hoewel Hij welkom was, werd Hij bespied, verraden, opgepakt, herdenken mensen hoe Hij Zijn testament schreef in brood en beker. Mensen lopen hun huis uit, de straat op, Hem tegemoet. Eindelijk iemand aan wie je op kunt trekken! Eindelijk iemand die geen blad voor de mond neemt. Eindelijk iemand om je aan vast te houden. De stad leeft er van op!

Maar toch moest Hij er aan geloven. Ooit gehoord van een proces contra Jezus van Nazareth? Pilatus, Kajafas, speelballen, meer zijn ze niet. En nog elke dag worden mensen gekruisigd. Ze moeten verdwijnen: mensen die het smerige spel van deze wereld niet wensen mee te spelen. Mensen die niet zijn om te kopen, die steekpenningen weigeren. Mensen met wie niet te sjoemelen valt. 'n Mens die zijn gewicht in briljanten waard is, wordt verkocht voor 30 zilverlingen. Wat kost een mens? Alles heeft een prijs. Wat kost je vriend, je huisgenoot, je moeder, je kind? Wat kost 'n mens? Maar bloedgeld stinkt en die stank raak je nooit meer kwijt.

Dwars door alle tranen heen zullen we te weten komen over wat voor Koninkrijk Jezus Koning wilde zijn. Geen Koninkrijk volgens de maatstaven van deze wereld. En dat werd Hem juist kwalijk genomen. Hij wilde een Koninkrijk dat gebaseerd zou zijn op onderling respect, op vrede, met wortels van gerechtigheid. Het betekent voor ons dat wij ons moeten haasten met de komst van dat Koninkrijk. En het houdt ook in dat we onze eigen haan niet koning moeten laten kraaien. Het betekent dat we mee willen werken aan 'n wereld waarin geen mensen meer worden gebroken, geen onschuldig bloed meer wordt vergoten.

Wat palmtakken achter een kruis gestoken. Het ezeltje is over vijf dagen - op Goede Vrijdag - alleen nog maar een grauwe plek in het donker, mistroostig als een verwelkende bloemenwagen na 'n verregende bloemencorso. Maar dat takje blijft achter onze kruisen zitten. Om ons er aan te herinneren dat het ooit in de toekomst onze erepalm zal worden, als wij alles doen wat mogelijk is om Gods koninkrijk in deze wereld op te bouwen in naam van de Gekruisigde, Jezus Messias.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert