EERLIJK EN OPRECHT

De Heilige Schrift
vergelijkt de opstanding van Jezus
met het opstaan van elke dag.
De zon gaat op - het is tijd om wakker te worden –
dus gaat Jezus naar buiten.
Maar hoe? Hij is toch dood?
Ach, wat dood, wat kan Hem de dood schelen.
Hij doet het eenvoudig alsof hij niet in het graf ligt.

Daarom vinden we in zijn graf
ook niet de sporen van 'n gevecht op leven en dood.
De Bijbel vertelt ons hoe de doeken,
waarin zijn lichaam gewikkeld waren,
keurig lagen opgerold op een andere plek.

Jezus heeft daar dus in de vroege morgen
heel rustig zijn kleren staan opvouwen,
zoals wij na het opstaan ons bed opmaken,
Alsof er niets bijzonders aan de hand is!

Er is een wonderlijke stilte in dit ochtenduur.
Er komt geen protest uit de hel.
Er zingen geen engelen zoals bij zijn geboorte.

Dat is vroeger wel anders geweest!
In de woestijn had Jezus de dood overwonnen
na een twistgesprek met de duivel
over macht, geld en aanzien.
maar nu is er zelfs geen plaats voor een twistgesprek.
Geen twistgesprekken met Magere Hein.
De dood telt gewoon niet meer mee!
De dood is lucht voor Jezus..

Wij geven met Pasen de dood nog te veel eer,
als wij alsmaar over hem praten en zingen,
dichten en schrijven.
Alsof we ons graag uit het graf willen laten halen!

Maar op Pasen is de dood geen partijganger meer,
niet eens de moeite waard meer om je er druk over te maken.
Dat doodgewone "opstaan" van ons elke dag
wordt mogelijk door het "gewone opstaan"
van Jezus op Paasmorgen.

Eigenlijk is het Paasverhaal een humoristisch verhaal.
Jezus loopt glimlachend naar buiten,
alsof het om een stacaravan gaat,
waar je naar believen in en uit kunt gaan.
Hij wandelt zó rustig door de tuin
dat één van zijn vriendinnen denkt dat Hij de tuinman is.
Hij vliegt niet tussen de bomen als een spookgestalte.
Hij hóórt zo bij de lente-tuin, dat je zou zeggen:
het moet de tuinman zelf zijn!

Als Jezus door een hof loopt, lijkt Hij op de hovenier.
Als Jezus door een fabriek loopt lijkt het wel
alsof Hij bij de fabriek hoort.
Als Jezus bij ons op kantoor komt, lijkt het wel
alsof Hij er al jarenlang werkt.
Jezus laat zien dat Hij "niet van de andere kant komt",
maar te midden van mensen wil staan.
Hij "hoort er helemaal bij".

Wij lopen God soms al te gemakkelijk voorbij.
Wij ontdekken God maar zelden in de mensen om ons heen.
De vrouw die Hem voor de tuinman hield
zou hem haast voorbij lopen,
omdat Hij zo helemaal bij die tuin hoort.
Maar wie ontdekt het gelaat van Jezus
nog in een ziek kind, in 'n bejaard en rimpelig gezicht,
in het gezicht van lijdende mensen?

“De Heer is waarlijk opgestaan!”.
Dat zongen enkele jaren geleden twee straatzangers op Sicilië.
Een oude dame stond glimlachend te luisteren,
een groep meisjes stond rare gezichten te trekken,
een paar jongens begonnen hard mee te brullen.
Een heer in maatpak veegde z'n brillenglazen schoon,
want het "nieuwe leven" kom je niet zo vaak op straat tegen!
Een buurvrouw trok met één ruk het bovenraam dicht,
want ze kreeg hoofdpijn van dat nieuwe leven!

Een agent maakte een einde aan die herrie.
Hij trok even nadenkend aan z’n snor
en greep de twee straatzangers in hun kraag.
Hij schudde ze door elkaar
en het nieuwe leven was verdwenen.
Die agent was een wijze man.
Hij dacht: dat nieuwe leven maakt tevéél leven.
Hij begreep dat het niet echt kon zijn,
want het lied klonk vals.
Valszingers waren het!
En hij had gelijk, want verderop in de straat haalden
andere straatjongens intussen een juwelierswinkel leeg.
De twee jongens zongen van het nieuwe leven
om de aandacht van hun vrienden af te trekken.

Zingen over het nieuwe leven.
Ook wij kunnen ons Paaslied zingen
om de aandacht af te leiden van het oude leven.
Ook wij kunnen het Paasfeest vieren
als een onderdeel van ons inbraakprogramma.

Er wordt op het Paasfeest veel gezongen.
Er wordt ook veel vals gezongen.
Nou bedoel ik natuurlijk niet
de leden van ons Latijns Parochiekoor.
Zij zingen voortreffelijk en vol toewijding.
Nee, ik heb het over onze eigen monden
die vaak galmen van het nieuwe leven,
terwijl ons hart vaak uitgaat
naar de etalage van de juwelier.

"Met Pasen is de dood voorgoed van kant gemaakt".
Dat zingen en belijden wij.
"Dat kan wel waar zijn" hoor ik jonge mensen zeggen,
"maar wij hebben zo weinig met de dood te maken.
Het feest van Pasen is vooral mensen
die al met één been in het graf staan."
Als je jong bent, houd je de dood op een afstand.
Maar je kunt zelfs dood zijn zonder het te weten.
Je kunt op je 18e al met één been in het graf staan.

Zoals de straatzangers op Sicilië
die met één been in het nieuwe leven stonden,
maar met het andere been in het graf van voorbij.
Dát is de dood:
als je onder het zingen over het Licht van Pasen
de kat blijft knijpen in het donker.
En als je onder het zingen van het Paaslied
de oude mens niet weet af te leggen.
De oude mens die probeert beter te worden
over de ruggen van anderen,
desnoods ten koste van anderen.
Valszingers zijn het.
Hun gekraai is voor God niet aan te horen.
Lawaaipapagaaien! Meer niet!

Het eeuwig leven
is niet een nieuw leven
áchter de horizon van je leven,
ergens vér achter je pensioen.
Christus is opgestaan,
en niet alleen voor de mensen die vandaagdedag
van hun AOW leven en met pensioen zijn.

Elk mensenhart mag zingen
van het nieuwe leven.
Het mag vandaag gezongen worden
tegen de verdrukking in.
Het mag beginnen
in een klein kamertje op drie hoog achter.
Als we maar niet vals zingen.

Christus is de Enige
die ons de juiste tóón kan aangeven.
Dat vieren we met Pasen.
Jezus brengt ons leven op de juiste toonhoogte,
laat ons niet zakken,reikt ons de muzieksleutel aan.
Bij Hem mogen we met z'n allen de toonladder op,
richting nieuwe hemel en nieuwe aarde.

Jezus is op Paasmorgen verrezen, "opgestaan".
En met Hém is de dood opgestaan
om als portier van de hemel dienst te nemen bij God.

Wie de opgestane Heer ontmoeten wil
zal álles uit zijn handen moeten laten vallen.
Geloven in de verrijzenis
kun je alleen met lege handen,
met handen open
en niet gebald tot harde vuisten.

Zo kunnen wij straks na de communie zingen
- zo zuiver als we maar kunnen
(Verleih uns Frieden genädlich) –
“In Uw genade, schenk ons vrede.
Er is immers niemand anders
die voor ons zou kunnen strijden dan U alleen, God”

Zingen wij ons Paaslied
zonder gebrom en met een zuiver hart.
Dan zal ons Paaslied vanmorgen geweldig klinken
en kunnen wij elkaar eerlijk en oprecht
een “Zalig Pasen” toewensen

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor van de H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert