ALS HET WATER JE TOT AAN DE LIPPEN STAATHoeveel keren per dag zal de naam van Jezus in de wereld genoemd worden? Nog steeds worden miljoenen keren per dag zijn naam uitgesproken: in grote kathedralen, in kleine kerkjes, op school en in de gezinnen. Van Amerika tot Afrika, tot Azië. En Europa? Misschien dat iemand nog op dit moment nog de naam van Jezus roept, omdat hij, tijdens het ophangen van een schilderij, met de hamer recht op zijn duim slaat. Zoals eens een jongetje zei: "Ik heb een buurman die heel erg godsdienstig is, want hij kreeg een blok hout op zijn voeten en begon toen spontaan te bidden!" Toch blijf het merkwaardig dat er na 2000 jaar nog op zoveel plaatsen in de wereld over Jezus gesproken wordt. Jezus speelt mee, zelfs in onze machtige computerwereld. Overal krijgt zijn naam nog zendtijd en subsidie, spreekt hij nog een hartig woordje mee over goed en kwaad. In een wankel evenwicht balanceert de naam van Jezus op een sokkel van moeilijke woorden, loodzware dogma's, liederen en getuigenissen. Jezus is een naam geworden, waar mensen elkaar kunnen vinden met hun beste dromen, hun beste bedoelingen. (Huub Oosterhuis, Ziens soms even, pag.9) De naam van God. Drie letters, maar met een vracht aan verleden en toekomst. Soms heb je het gevoel dat je er totaal niet bij kunt. Dan zing je elke zondag hetzelfde liedje: de geloofsbelijdenis. Maar wat staat daar allemaal: ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde! Dat is nogal wat! Soms krijg je de naam van God niet eens over je lippen. Want het leven kan je genadeloos onderuit halen en laten struikelen. En dan lijkt God zo ver weg! Dan is Hij niet meer dan een vage droom, beelden uit je kinderjaren. Waar is God dan in je leven? Jezus zelf heeft daar weet van, toen ook Hij het uitschreeuwde: "Mijn God, mijn God, waarom laat U mij nu alleen?" Soms trekken koude stormen door je leven heen. En het lijkt wel alsof die stormen ook trekken door kerk en wereld van onze jaren. Waar is ons houvast? Wie wijst ons een begaanbare weg? Wie zorgt er voor dat we niet te pletter lopen tegen bergen van misverstand en onbegrip? Wie brengt ons over de grens naar een vreedzame toekomst? Nu heeft elke tijd zijn stormen gekend. Elk mensenleven trouwens ook. En hoe blijf je dan rechtop staan? Dat hebben ook de eerste Christenen ervaren. Hun leven was één puinhoop, door de christenvervolgingen in Rome. Ze zochten naar een antwoord. En dan vertelden ze elkaar het verhaal van de Storm op het meer! Het was een boodschap vol troost en bemoediging. Want ze zaten met de vraag: waarom dit lijden? Waarom heeft Jezus zieken genezen en zelfs doden laten opstaan, terwijl om ons heen zoveel trouwe mensen ondergaan in dood en verderf? Waarom al dat lijden, waarom dat verdriet? Waarom moet het goede in het leven altijd met verdriet en bloed verkregen worden? Deze vraag van de eerste Christenen is de vraag van alle tijden. Waarom gaan er mensen dood? En waar blijft dan je God? Een begaanbare weg wijst ons het verhaal van de storm op het meer. Water is in de Schrift de verblijfplaats van kwade machten, beeld van de dreigende dood. Want wie kan zijn kracht meten met de storm? Golven worden hoog opgezwiept en ploffen met geraas weer in de diepte. Zij verpletteren mensen en veroorzaken dood en verderf... en Jezus is er niet bij. Als het water tot aan je lippen komt, als hevige stormen door je leven trekken, als alle grond onder je voeten is weggeslagen, dan mag je weten dat Jezus zelf zich over de doodswateren begeeft. Misschien mogen we dan mét de leerlingen ervaren dat je die bange nacht achter je mag laten. Dat Jezus je bij de hand neemt en redt. Want wat er ook gebeurt, je zult niet in de golven verdwijnen. Dat is de boodschap van het evangelie van vanmorgen. En dat zullen we straks ook zingen in ons slotlied:
Dat is op en top Paasgeloof. Daar kan geen storm, hoe hevig ook, tegen op! © Pater Ambro Bakker s.m.a. |
|||
ALS HET WATER JE TOT |
|||
ALS HET WATER JE TOT AAN DE LIPPEN STAAT |