STA EENS STIL BIJ HET WERK LANGS DE WEG

Woord van welkom

Beste mensen, ik heet u van harte welkom
bij deze vesperviering op deze
3e zondag van de Advent,
ook wel zondag “Gaudete”genoemd.
Dat Latijnse woord Gaudete
betekent:”Verheugt u”.
Verheugt u want de Messias is in aantocht.
We leven in deze Adventstijd
vanuit de duisternis van de nacht
naar het Licht van de Messias.

Samen met de profeet Jesaia
behoort Johannes de Doper
tot de poortwachters van Kerstmis.
Op deze dag staat Johannes centraal.
“Baant een weg naar de Heer’
Is zijn Adventsboodschap aan ons.

Ik moet u zeggen: als kind vond ik Johannes
maar een enge man,
die ik niet graag in het donker
zou willen tegenkomen.
Van de pastoor vernamen we
dat hij niet eens van een
"Boterham met suiker" hield,
maar sprinkhanen at.
Bovendien was Johannes de Doper
niet gekleed zoals wij:
zijn kleding was gemaakt van kameelhaar.

Nu had ik in die tijd
hoogstens honden en katten gezien
en kamelen kende ik alleen
van plaatjes en films,
maar het leek me als kind afschuwelijk:
al dat geprik aan je lijf!

Tenslotte woonde Johannes de Doper
niet - zoals wij - in een keurig huis,
maar hij sliep in het open veld.
Nu is de temperatuur in Israël
wat beter dan in ons land, maar toch...

Ondeugend dacht ik wel eens:
die man zal wel niet fris hebben geroken!
Natuurlijk geen kraan in de buurt.
Een reservepak van kameelhaar
zal hij ook wel niet hebben gehad!
Nee, ik was hem niet graag
in het donker tegengekomen!
Maar ze noemden Johannes toch "De Doper"?
Dan zal hij wel water bij de hand gehad hebben!
Schoon zal hij wel zijn geweest!

Hij is me blijven intrigeren:
Johannes de Doper,
al let ik nu meer op wat hij te zeggen had
dan hoe hij er uit zag!
Johannes preekte een
Doopsel van bekering.
Hij riep mensen op
om nieuwe wegen te bouwen
naar God en naar elkaar.

Johannes is de "Wegbereider" geworden in
de goede traditie van de oude profeet Jesaia:
"Baan de Heer een heerbaan in de woestijn."

En wegen hebben we gebouwd:
vierbaans wegen nog wel!
Daarop trekken onze
eigentijdse goden aan ons voorbij:
luxeartikelen, verfijnde restaurants
met uitgelezen voedsel en drank.

Vooral in deze weken
bezoeken we met man en macht
de pronkerige winkelstraten
die tot 's avonds laat hel verlicht blijven.

De profeten waarschuwen ons:
Gods wegen zijn geen luxueuze winkelstraten!
Daarom roepen de profeten ons in de Advent toe:

"Begin maar ándere wegen te bouwen,
verlaat de zijwegen in je leven en
keer terug op de weg van God en mensen.
Ruim nu eindelijk eens
al die blokkades in je leven op!"
Dat kost menige zweetdruppel,
want wegenbouw is zware arbeid.

"Sta eens stil bij het werk aan de weg"
Dat is het motto van deze derde Adventszondag.
Wij staan stil bij het werk aan de weg.
Bouwen aan nieuwe,
niet geblokkeerde wegen, die leiden naar God,
naar elkaar en naar ons eigen hart.
Ik wens u een goede en vooral
Inspirerende Vesperviering toe.

Preek

Zowel de profeet Jesaia als de Johannes de Doper roepen in deze Adventstijd ons toe: “Baan een weg voor de Heer in de woestijn”. En dat hebben we gedaan! Tussen Amsterdam en Utrecht ga je tegenwoordig over een tienbaansweg. Een tweede Coentunnel onder het Noordzeekanaal is vrijwel gereed. En vier levensgrote boren boren de Noord-Zuidlijn in Amsterdam, diep onder de grond. Bijna overal zijn ze aan het werk: nieuwe wegen worden gelegd, bestaande wegen verbreed en uitgebreid. “Sta eens stil bij het werk aan de weg!”, roepen we in de reclames dan ook uit. Nee, wat dat betreft hebben we ons gehouden aan de profeet Jesaia en aan Johannes de Doper. We bouwen ons rot en banen overal nieuwe wegen.

De vraag is alleen of deze twee profeten díe wegenbouw bedoelen. Natuurlijk het is prachtig als je ziet hoe snelwegen over elkaar heen schuiven. En als iedereen op zijn of haar eigen weghelft blijft, kunnen er tussen mensen geen botsingen ontstaan. Als God nou op de bovenste weghelft blijft, kan hij daar zijn goddelijke gang gaan. En wij op de onderste weg kunnen dan hier onze goddelijke gang gaan! Op snelwegen rijdt je elkaar niet in de wielen, hoewel… Maar je hebt geen last van tegenliggers. Probleem alleen is dat er ook geen sprake is van enige ontmoeting. De ander is er alleen maar een object om “in te halen”. Niet de aanleg van onze snelwegen bedoelen de profeten, maar om het aanleggen van kruispunten, waar mensen elkaar en God kunnen tegenkomen. Dan is er kans op een botsing, maar ook vele kansen om el;kaar écht te ontmoeten.

De Russische schrijver Tolstoï schreef eens over een oude boer die ’s nachts een droom kreeg. God was aan hem verschenen en had hem beloofd de volgende dag te ontmoeten op een kruispunt dat vlak buiten hert dorp lag. De volgende dag stond de boer vroeg op en trok zijn beste pak aan. Uren stond hij te wachten, maar geen God te zien. Teleurgesteld liep hij ’s avonds laat naar huis. ’s Nachts verscheen God hem weer. “Waar was U nou?”, vroeg de boer, “ik heb de hele dag op U gewacht”. “Maar Ik was er toch!”, zei God. “Nee”, zei de boer, de enige mens die ik vandaag gezien heb was mijn buurman die met zijn kar vast zat in de modder…”

“Baan de Heer een weg in de woestijn" wordt er vandaag geroepen. Nieuwe wegen banen in een wereld die telkens weer in een woestijn dreigt te veranderen. Nieuwe wegen bouwen naar elkaar en zorgen dat de weg tussen jou en God niet geblokkeerd raakt. Er zijn wat een blokkades in onze wereld. Blokkades van economische recessies, dreigende oorlog en hongersnood; blokkades van wantrouw en liefdeloosheid. Daarom heeft de oproep van de profeten alles te maken met de wereld van vandaag. Hoeveel wegen in de wereld zijn niet onbegaanbaar geworden? Hoeveel wegen in ons eigen leven zijn er niet geblokkeerd? Hoeveel brokken hebben wij zelf al veroorzaakt, waardoor 'n doorstroom in ons leven nauwelijks nog mogelijk is? Hoeveel wegen zijn er niet verstopt geraakt tussen echtgenoten, tussen ouders en kinderen, tussen buren, op je werk, op school. Hoe onbegaanbaar is onze weg naar de Islam, onze weg naar de Derde Wereld? En de voornaamste vraag is: hoe begaanbaar is onze weg naar God nog?

"Advent" komt van het Latijnse "Adventus Domini". Dat betekent: "de komst van de Heer”. Misschien worden we daar niet warm of koud van. Wat moet je je daarbij voor-stellen: de komst van de Heer? Wat heeft dat nou met mijn leven te maken? De Heilige Schrift heeft het vaak over "de komst van de Heer" De ene keer als belofte, de andere keer als dreiging. Maar altijd ligt er dezelfde vraag onder: mens, wat maak je van je eigen leven?

Naast Johannes de Doper is ook de profeet Jesaia in de Advent een betrouwbare gids. De profeet Jesaia was een realistisch mens.Hij zag de voosheid van het menselijk bestaan en de potsierlijkheid van de mensen. Hij gooide dode vragen omhoog en kreeg antwoorden vol leven terug. Hij zag hoe mensen elkaar het leven kunnen zuur maken Hij wond zich op over de wijze waarop mensen met elkaar menen om te moeten gaan. Maar bij hem had agressie nooit het laatste woord. Altijd weer kwam dat visioen van vrede boven dat hij diep in zijn hart meedroeg. Een eindeloos visioen, 'n visioen om jaloers op te zijn!

De Israëlieten zagen hoe Babylon zijn afgoden vierde. In grote optochten werden de goden getoond, omhangen met goud en zilver. Een de Joden keken toe met lege ogen, want zij waren verreweg in de minderheid. Ze voelden zich zwak en zwaar in de steek gelaten. Plotseling komt er een profeet die tegen hen zegt: "Maken jullie ook maar een weg klaar voor de Heer. Begin maar wegen te bouwen, want uw Koning is in aantocht..."

Vandaag hebben zijn woorden nog lang niet aan kracht ingeboet. Tot volkeren die aan de afgrond leven: begin maar te bouwen, want uw Koning is in aantocht! Tot mensen die honger en kou lijden, tot mensen die dorstig zijn of ziek, of in de gevangenis: begin maar te bouwen, want uw Koning is in aantocht! En tot ons: verlaat al die dwaalwegen van de consumptiemaatschappij en begin maar te bouwen, want uw Koning is in aantocht!

Verlaat je vierbaanswegen vol luxe en optimale koopkracht. Keer terug naar de weg van God. Sta eens stil bij het werk aan de weg! Maar plaats die borden wel bij de enige wegen waar het wérkelijk op aan komt: nieuwe wegen, die we mogen bouwen, naar God en naar elkaar. Een nieuwe weg, die we in de Adventstijd, mogen bouwen naar de diepste diepte ons eigen hart. Het zijn wegen die voortkomen uit de oude afgeschreven Tronk van Jesse. Het zijn de wegen waarop de arbeiders niet meehuilen met de wolven. Het is de weg van elkaar van dienst willen zijn, zonder direct over geld te praten. Het is de weg waarop ouders en kinderen elkaar opnieuw bij de arm nemen en elkaar respecteren. Sta eens stil bij het werk op jouw levensweg! Nog steeds maken we verkeerde keuzes als het gaat om de keuze tussen de smalle weg van God en de doodlopende menselijke wegen van macht en succes. Sint Jan de Doper en de profeet Jesaia weten hoe ziek de wereld is. Maar zij vechten niet voor eigen gelijk. Ze schelden niet, komen niet met verwijten, maar zij ontsteken licht in diepe duisternis en ze wijzen op Hem die komen moet: de Messias!

Het verhaal van Sint Jan de Doper, de droom van de profeet Jesaia mag ons eigen levensverhaal zijn. Dat is de betekenis van de voorbereidingstijd, die we Advent noemen. Nieuwe - niet geblokkeerde – wegen naar God. Nieuwe - niet geblokkeerde - wegen naar elkaar. Nieuwe - niet geblokkeerde wegen naar ons eigen hart. Zo kunnen oude dromen waar worden en zal er - met vallen en opstaan - nog steeds hoop voor de oude Tronk van Jesse.

GEBEDEN

Wij bidden om de Messias,
hier en nu, in ons midden!
Wij smeken om de mens
die onbestaanbaar lijkt
en toch niet wijkt uit onze dromen.

Wij bidden om de Messias,
hier en nu en in ons midden!
Wij bidden om de mens in ons
die zuiver hoort: Gods eigen stem:
in het roepen van de verdrukten
om bevrijding van de armen.
Die macht en aanzien aflegt
om geloofwaardig te zijn;
die dwars door zijn schaamte heen.

In deze Adventstijd, bidden wij u God:
Kom naar ons toe,
maak de paden die naar u leiden recht.
Dat wij niet verdwalen op onze omwegen.
Dat wij de profeten volgen
die ons de rechte weg wijzen
en tegen ons zeggen:
Baan in je leven een weg voor het Kerstkind
en bouw wegen naar elkaar.

Vader in de hemel,
wij zijn opzoek naar het Licht, het nieuwe licht
dat geboren wordt in en weerloos kind.
Wij bidden om dat Licht voor de wijde wereld
En v oor de plaatsen waar wij wonen:
Nieuw licht, overal waar de stoppen van
de hoop zijn doorgeslagen.

Het Licht van Nieuw Geloof,
overal waar mensen zich terugtrekken
en niet meer geloven dat vrede
het zal winnen van alle oorlog.
Het Licht van nieuwe Liefde,
overal waar de aandacht
voor elkaar is verflauwd.
Om Nieuwe Ogen bidden wij,
overal waar mensen niet meer kunnen zien
en op elkaar zijn uitgekeken.
Wij bidden om Licht,
overal waar duisternis en dood
het leven hebben aangevreten,
van het grote moorden
tot het kleine handgemeen,
Van de grote honger
tot ieders eenzaamheid,
Van het grote wantrouwen
tot ieders gebrek aan mededogen.

Wij bidden om Licht
langs de Nieuwe Wegen die wij
mogen bouwen naar elkaar en naar U.
Wij bidden U om Christus, de nieuwe mens:
Dat Hij opstaat en ieder van ons
en in die ene wereld van ons samen.
Amen.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert