HET WOORD IS VLEES GEWORDENIk moet een jaar of 9 geweest zijn, geen centrale verwarming, alleen 'n grote kachel in de woonkamer. De rest van het huis steenkoud. Steenkoud als je naar het toilet moest, ijskoud ook als je ging slapen. Als je geluk had lag er ergens een kruik. Dan waren tenminste je voeten warm! Soms lag er zelfs rijp op de dekens! Op zo'n ijskoude morgen werd ik wakker. De ijsbloemen stonden dik tegen de ruiten. Een sprookjesachtig gezicht. Het leek alsof je in een droomkasteel woonde! Toen kwam mijn vader de slaapkamer binnen. Hij deed het licht aan en liep naar het raam. Met zijn warme adem blies hij een gat in de ijsbloemen, en daarmee een gat in je droom. De ijsbloemen begonnen te smelten en liepen als tranen langs het raam naar beneden. Een gat in de ijsbloemen, een gat in je droom. Door het gat zag je een troosteloze tuin zonder bloemen en een schuur waarvan de deur half in zijn hengsels hing. Ouder geworden heb ik begrepen dat we allemaal de neiging hebben ons terug te trekken uit die wereld vol zorgen. Iedereen heeft de neiging zijn wereld af te schermen met krantenpapier, om zo de vrieskou buiten je leven te houden. Vooral met Kerstmis vertonen we die neiging: even niet zeuren! Dan worden we boos op iedereen die onze kerstdroom komt verstoren. Honderdenmiljoenen mensen over heel de wereld zijn vannacht door de duisternis getrokken. In de eerste kerstnacht was dat wel anders! Niemand had blijkbaar belangstelling voor wat er in die nacht gebeurde. Iedereen was bezig met zijn eigen zaakjes. Maar werd Hij in de kerstnacht niet geboren in Zíjn eigen wereld? Er waren geen vlaggen, geen parades, geen saluutschoten, geen demonstraties, geen processies, geen vuurwerk, niets. Er was geen kraamverpleegster, grootmoeder, zuster of tante. Er was zelfs geen wieg. Het bleef zó stil - dit allemaal volgens het kerstverhaal - dat God zelf de stilte verbrak. God stuurde een engel, en later 'n hele stoet van engelen naar mensen die in de omgeving waren. We hebben prachtige liedjes over herders die bij nachte vol trouwe de wacht hielden bij hun schaapjes, die ze net hadden geteld. Wij hebben een zwak voor de herdertjes. We hebben ze graag in de kerstgroep staan. Wijze mannen met viool, fluit en doedelzak. Vandaagdedag is God is een vreemdeling geworden in eigen schepping, in zijn eigen wereld. Hij kwam in de wereld als een thuisloze. Daarom voelt Hij zich thuis bij mensen zonder land, zonder vaste grond onder de voeten. Vandaar z'n voorliefde voor vreemdelingen. Want als een vreemdeling is Hij geboren in zijn eigen land. Jezus werd geboren in een leeg veld. Er was geen enkel gebouw, zelfs geen tempel, geen organisatie of centrum in deze wereld waarin Hij zich thuis kon voelen. Lucas had het kerstverhaal niet duidelijker kunnen schrijven: er was 'n nieuw begin nodig, en dat nieuwe begin werd hiér gemaakt. Jezus kwam als vreemdeling, als zwerver, als lotgenoot, als bondgenoot. Over veertien dagen gaat het kerststalletje weer naar zolder en zal de dennenboom al zijn naalden verloren hebben. Maar de boodschap van kerstmis mag blijven klinken: 'Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil'. Wat is vrede? Ik heb het kinderen gevraagd. Hun stemmen lijken vanuit een andere wereld te komen. Zij gaven daar de volgende antwoorden op:
Vrede op aarde! De romantiek van Kerstmis sleept ons mee, maar de vraag is waar naar toe. Twee kinderen stonden voor een prachtig versierde kerstetalage. De één vroeg: "Is het bij jullie ook feest?" "Ja", zei de ander, "met kerstmis is m'n zus altijd jarig". En zij duwden hun neusjes tegen de etalageruit. Ze waren betoverd door alle glitter. Ze wilden van alles kopen, maar hadden geen cent op zak. Hebben wij als volwassenen dat gevoel ook niet? Dat we alleen maar toeschouwers mogen zijn, omdat we voor een klein stukje vrede te weinig geld op zak hebben? Natuurlijk, we vouwen onze handen samen in gebed en bidden tegen alle verdrukking in om vrede. Natuurlijk proberen we voor één dag onze leugens te onderdrukken en zingen diep uit ons hart om vrede en licht. Want deze dag mag geen nacht van oorlog zijn, speelkwartier voor het kind, adempauze voor mensen. Blijkbaar gaat het in de kerstnacht om diepmenselijke wortels: over een vrouw die toekomst en vrede in haar schoot draagt. Met Kerstmis zingen we tegen alle verdrukking in,want dan mogen we leven van Gods belofte dat vrede en gerechtigheid binnen handbereik zijn. Een kind roept ons op om op te staan uit de slaap van doodse dromen. Het roept dromen wakker dat geen mens op deze wereld is gezet om andere mensen te haten, te doden, te negeren. In de Kerstnacht kan van alles gebeuren. Maar in die eerste kerstnacht gebeurde er zo weinig. Nou ja, er werd een kind geboren. Dat is ook niet niks! Maar verder gebeurde er weinig of niets, zoals ook de kerstnacht geen nacht van vrede is, geen nacht zonder angst. Je denk aan mensen die op dit moment in hun bed liggen te woelen of doelloos langs de straten zwerven. Je denkt aan die mensen die in deze dagen niet weten waar ze het moeten zoeken en die tegen de kerstdagen hebben opgezien als tegen een berg. Je denkt aan al die mensen die zich suf piekeren hoe ze deze wereld nog meer vergeven kan worden met wapentuig, maar ook aan al diegenen die zich daar geweldig veel zorgen over maken. Nee, kom ook in de kerstnacht maar niet al te dicht bij de wilde dieren, want ze gaan écht niet met je spelen! God bracht vannacht weer een bezoek aan de wereld. Geen bliksembezoek van hoogstens anderhalf uur,zodat wij de grote problemen van de wereld en de vragen van ons eigen leven even kunnen vergeten. God is van plan om ons, na vannacht, niet meer te verlaten. Hij laat ons niet alleen, niet in leven, noch in het uur van onze dood. Zijn Woord is in het Kerstkind wérkelijk Vlees geworden en heeft onder ons mensen zijn intrek genomen. Mensen die nog steeds denken dat we met Kerstmis de verjaardag van Jezus vieren hebben het mis! Héden is u een Redder geboren, deze nacht, dit middernachtelijk uur. Wie in zijn jeugddromen wil wegvluchten, springt weg in zijn eigen schaduw. Wie vooruit wil grijpen naar de dag van morgen, springt over zijn eigen schaduw heen. Héden is U een Redder geboren. De schriften zeggen: dat is de Morgenster. De nacht moet bijna voorbij zijn. Misschien kunnen we straks daarom toch verder zingen, voorzichtig, voorzichtig, dat de oorlog het niet hoort en wraak neemt. Zingen van vrede met het hart van een kind. Ik wens u allemaal, een zalig Kerstfeest toe, onder de zegen van het Kerstkind!. © Pater Ambro Bakker s.m.a. |
|||
HET WOORD IS VLEES |
|||
HET WOORD IS VLEES GEWORDEN |