HOEVELEN VAN ONS ZULLEN PASEN HALEN?

Kerstmis is bijna al weer voorbij. In onze oren klinkt nog het lied van de engelen, zoals een melodie die je blijft mee neuriën en maar niet kwijt raakt. Nauwelijks geboren lijdt het kerstkind al aan het mensenbestaan. Zijn lotgevallen roepen een hele serie overbekende verhalen op uit de geschiedenis van het Joodse Volk: mensen die worden opgejaagd. Ze trekken van land tot land, maar vinden geen been om op te staan. Zo zal ook de Mensenzoon uitgroeien tot Iemand die zelfs geen steen zal hebben om Zijn hoofd op neer te leggen.

De geboorte van Jezus verdraagt geen engelenhaar. Op Tweede Kerstdag vieren we het feest van de H. Stephanus, de eerste bloedgetuige. Daags na het vredige Kerstfeest vernemen wij hoe mensen stenen bij elkaar zoeken om iemand te stenigen vanwege zijn geloofsovertuiging. En op woensdag 28 december - het feest van Onnozele Kinderen - herdenken wij ook de slachtoffers van de kindermoord in Bethlehem. En ook hun foto's horen in ons kerstalbum thuis! De verhalen ná kerstmis komen als een soort correctie. Om onze wereldvreemde dromen door te prikken en ons er aan te herinneren dat we te midden van de puinhopen van de wereld niet kunnen blijven zingen van mooi weer. We moeten ons blijvend laten verontrusten door de schreeuw die klinkt over de velden van Effrata. De zaak van Syrië, Afghanistan en Irak blijkt de zaak van het Kerstkind.

Kerstmis is ook het verhaal van 'n doodsbange vader en 'n doodsbange moeder die op weg zijn naar Egypte om te ontkomen aan de moordende hand van koning Herodes. En omwille van het Kerstkind sterven in en rond Bethlehem honderden kleine jongetjes. En nog steeds is het wrede verhaal van koning Herodes niet ten einde, want overal kraait zijn haan nog koning. Overal ter wereld zijn er miljoenen mensen op de vlucht voor elkaar. En daarmee is het verhaal van Herodes het wrede verhaal van alle tijden. Direct na de kerstvreugde wordt duidelijk dat de weg naar het nieuwe leven dwars door vervolging en dood heen voert. Bij Matteüs is het kerstverhaal al een lijdensverhaal in een notendop, want licht en duisternis kunnen niet samen bestaan.

Toch hoeft deze ontluistering van het kerstfeest geen ramp te zijn, want in de kerstnacht hoorden we: "Een kind is ons geschonken, een Zoon is ons gegeven. Hij zal ons leiden naar de waterbronnen van het leven." Laten wij, levend in een wereld waar het horen en zien je soms vergaat, God bidden om oren en ogen vol vrede. Zo is het Kerstfeest geen ontvluchten van de werkelijkheid, waarin wij leven, maar een teken dat wij in Gods Naam - in naam van 't Kerstkind - mogen leven van de geweldige droom dat God ons thuis zal brengen uit onze ballingschap. Een Kind zal ons leiden naar een land waar geen gesloten toegangshekken zijn en waar mensen leven van en voor elkaar. Het is een droom die gestalte mag krijgen in ons hart en in onze handen. Voorwaarde is wel dat we met het Kind meetrekken - dwars door Goede Vrijdag heen - richting Pasen, richting het eeuwig leven.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert