THOMAS

Morgen doen 16 jongens en meisjes hun Eerste Communie. 15 kinderen zitten in groep 4, en Hugo zit al in de brugklas. Natuurlijk heb ik deze brugklasser apart voorbereid. Het laatste voorbereidingsgesprek had ik afgelopen woensdagavond. Toen ik de deur open deed, stond hij daar met enkele vrienden en vriendinnen. Hij vroeg of ze in de kerk een kaars mochten opsteken voor Jesper Roelfsma, die bij hen op het Keizer Karelcollege zat. Zoals u weet is die de afgelopen week, op 12-jarige leeftijd, door een afschuwelijk verkeersongeluk om het leven gekomen. De jongeren waren zichtbaar bewogen. Het is ook afschuwelijk om zoiets mee te maken. Vorige week vierden wij feestelijk de opstanding van Jezus, enkele dagen later sterft een kind langs de weg. Je kunt het niet rijmen. Praten over opstanding en allelujageroep. Christus is opgestaan, maar je ziet enkele dagen later hoe een kind onder een vrachtauto verdwijnt.

In de liturgie van dit weekend volgt een begrijpelijke en zo menselijke reactie op het Opstandingsverhaal. De opstanding, daar kun je wel in geloven, maar wat moet je met het overlijden van een kind dat neer is gevallen als een vergeeld blad in de herfst? En ieder van ons maakt het mee: dat het ene moment de zon schijnt en het andere moment donkere wolken zich samen pakken en je terugbrengen naar de diepste duisternis. Waar is dan die Mensenzoon die is opgestaan?

In de liturgie wordt dit weekend het verhaal gelezen van de ongelovige Thomas. Vlak na Pasen maken we al kennis met de strijd die in elk mens leeft. Mijn God, waarom laat U dit toe? Waarom wonen leven en dood zo dicht bij elkaar? Begrijpen doe je het niet. Wat ons rest is een gebed voor hem en voor degenen die hij in diepste duisternis heeft moeten achterlaten. En wat rest is een zee van bloemen op de plaats waar het gebeurd is.

Dit weekend gaat het in het Evangelie over Thomas. De gebeurtenissen van Goede Vrijdag waren als een schok door Tomas heengegaan. Het bracht hem uit zijn evenwicht. Terwijl 'n mens sterft aan het kruis, gaat buiten alles zijn gewone gangetje. Het oude leven gaat verder: vrouwen op de markt, de drukte, de gezinnen. Alles verliep zoals anders: in de winkels, in de stegen van de sloppen van Jeruzalem. Alleen voor een klein groepje was alles ánders geworden. Jezus was hen verschenen. En als Thomas binnenkomt krijgt hij de verhalen van zijn collega's. Door wie kun je beter overtuigd raken dan alle apostelen samen? Maar de verhalen overtuigen Tomas niet. Dit tot troost van alle predikanten!

Thomas is voor mij een sympathiek figuur. Hij lijkt ook zoveel op ons. Ook wij hebben het vaak moeilijk met ons geloof. Ook wij maken veel van die schokkende dingen mee. Er zitten tal van Thomassen onder de jongeren: zij horen zoveel op hun school of op hun werk (als ze dat hebben). Voor hen hoeft God niet meer. Ze hebben al genoeg meegemaakt. Er zitten tal van Thomassen onder de bejaarden. Mensen die gebukt gaan onder eigen ziekten, aftakeling en sterfgevallen onder leeftijdsgenoten. Ze hebben hun beste vrienden, hun tijdgenoten, hun partners, zien verdwijnen achter de horizon van de dood. Ze hebben genoeg meegemaakt. Er zijn volwassen mensen die zwaar teleurgesteld zijn in de kerk, in hun leven, in hun relatie. Er is veel pijn en verdriet. Er zijn tal van mensen die niet verder kunnen komen dan de puinhopen van Goede Vrijdag. Ze geloven niet meer in een betere wereld. Ze hebben genoeg gezien.

Bij hen voelt Thomas zich thuis. Maar er is één groot verschil, denk ik. Toen Thomas alles om zich heen in elkaar zag storten, bleef hij bij de groep. Thomas blééf zoeken. Een les voor ons: wie alles om zich heen in elkaar ziet storten moet blijven zoeken. "Die goeie Thomas" zeggen we. Ongelovig? Hij geloofde in Jezus' lijden en sterven. Daar was hij kapot van. Hij kon zijn weg niet vinden. Thomas moet door een hel gegaan zijn. En stappen we niet te snel over de lijdenservaringen van Thomas heen. In zijn naam roepen alle predikanten van de wereld vandaag: blijf je verbazen over de wonden van de mensheid, over het verdriet in zovele levens, over ziektes, ontrouw, oorlog, hongersnood. Blijf je verbazen over al die littekens van de mensheid.

Ook het geloof kent z'n seizoenen. Het is een heen en weer pendelen tussen verzet en overgave, tussen opstanding en hoop, tussen teleurstellingen en liefde tussen Goede Vrijdag en Pasen. Zoals bij elke groei gaat de groei van ons Paasgeloof meestal gepaard met pijn en durven loslaten. Dat groeiproces is geen recht kanaal, maar eerder een rivier met vele bochten. Soms is het hoog water, soms sta je bijna droog. Zoals Thomas na Goede Vrijdag bijna droog stond, maar Jezus werd toch voor hem glashelder als water.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam-Buitenveldert