ALS SCHAPEN ZONDER HERDER

Een kudde heeft een herder nodig die de boel bij elkaar houdt, malse plekjes weet te vinden en je daar heen leidt zonder gevaar. Een échte herder werkt zich in het zweet, stinkt erger dan zijn schapen, moet zelf ook een schaap met vijf poten zijn, maar zijn kudde komt terecht. Een echte herder, een echte leider, is iemand waar je je met een gerust hart aan kunt toevertrouwen.

Schapen zijn eigenlijk rare beesten. Ze huilen als ze naar de slachtbank worden geleid. Ze komen blatend aanzetten als er extra voer komt. Ze grazen op plekken die wij volstrekt kaal achten. Ze zijn tevreden met weinig, zijn snel ziek, vertrouwen geen vreemden, al komen ze nieuwsgierig naar je toe. Hun eigen baas, hun eigen herder, krijgt het voor elkaar dat het eerste schaap over de dam gaat. Hij krijgt dat voor elkaar omdat een schaap zijn baas kent. Hij doet dat ook als de herder een minder zachtmoedig mens is. Een schaap is een kuddedier, heeft leiding nodig. Is de leiding ondeugdelijk, holt de kudde er toch achter aan. Terecht spreken we dan van "stomme schapen".

Jeremia spreekt zijn woorden van vanmorgen vlak voor de ineenstorting van het Koninkrijk Juda en vóór de verwoesting van Jeruzalem in 587 v.Chr. In Babylonië verbleven de Joden als slaven, weggevoerd uit hun land van melk en honing. Er is wee-geroep, bedreiging, ondergang, hoop en tenslotte de belofte dat er een nieuwe herder zal komen. Jeremia stelt de koning en de leiders van het volk persoonlijk verantwoordelijk voor de deportatie. Machtswaanzin en hang naar materiële welvaart hebben er voor gezorgd dat ze van het beloofde Land in de afgrond terecht zijn gekomen. Jeremia voorspelt dat er een nieuwe koning, een nieuwe herder, zal opstaan die het volk weer zal voeren naar grazige weiden. Hij zal regeren in de geest van Koning David. Daarmee geeft hij aan dat een koning pas goed is als het kleinste schaap tot zijn recht mag komen. Een koning die het volk zó zal besturen dat elke onderdaan een plaatsje in de zon wordt gegund.

In psalm 23 wordt ook gesproken van een herder. "De Heer is mijn herder. Hij laat mij weiden op groene velden. Hij brengt mij terug naar het water. Hij geeft mij weer frisse moed." Tijdgenoten van Jezus hebben in Hem het beeld van de goede herder herkend. Want geen ander als Hij zocht zo verloren mensen weer op. Mensen van de onderkant. Voor Hem was elk mens belangrijk, zoals een échte herder zich verantwoordelijk weet voor het kleinste en zwakste dier.

Jezus wijst ons op het feit dat in onze wereld zoveel mensen verloren lopen. Hij evalueert met zijn vrienden en werkt een plan uit: hoe gaan we nu verder? Hij leert zijn vrienden dat iedereen mee mag in het schuitje. Dat er teveel mensen terechtkomen tussen de wal en het schip. Ze worden doodgedrukt door massieve krachten. Jezus leert zijn vrienden om elkaar broeders hoeder te zijn. Hij leert hen ook dat er niet één herder is, maar dat we elkaars herder, elkaars hoeder mogen zijn. Want mensen kunnen niet zonder elkaar. Iedereen heeft mensen nodig die hem dragen, die je corrigeren en tot de orde roepen. Vooral als je pijn lijdt aan het leven, heb je mensen nodig die je dragen.

Om elkaar te kunnen weiden moet je weg uit je al te enge behuizing. Want God is niet alleen weg, waarheid en leven, Hij is niet alleen een veilige weg, een been om op te staan, een rots om op te bouwen. Hij wil dat wíj die stevige rots en dat been zijn. Dat we elkaar op de been krijgen en op de been houden. Dat we elkaar beschermen tegen herders die alleen maar uit zijn op de wol. Want wie beschermt anders de kleinen van deze wereld? Dat gebeurt niet door instanties, maar door mensen als u en ik.

Binnenkort zijn er weer verkiezingen. Een stemadvies geven is uit de tijd. Elk mens is verantwoordelijk voor zijn eigen stem. Maar een advies vanuit het Evangelie kan toch geen kwaad. Echte leiders zijn zij die hun hart hebben bij de zwakste schapen. Die partij die dit in zijn programma heeft staan is de moeite waard om deel uit te maken van onze regering. Maar niet alleen onze volksvertegenwoordiging, allemaal zijn we elkaars herder en hoeder. Ook wij kunnen ons niet onttrekken aan onze verantwoordelijkheid.

We hebben instanties nodig om zelf niet hoeven in te grijpen. Bezuinigingen ten koste van de armsten? Dat zal wel nodig zijn, want anders waren we er niet aan begonnen. In de ambtelijke molens terecht komen en voortdurend van het kastje naar de muur gestuurd worden? Het schijnt tegenwoordig niet anders te kunnen. Het gezag kan welk een richting geven, maar zelf moeten we toetsen wat die richting in ons eigen leven waard is. Een kansarme buurman helpen? Daar zijn toch instanties voor? Vechten voor de vrede? Daar hebben we toch vredesbewegingen voor? De kerk opbouwen vanaf de basis? Daar hebben we toch mensen voor die er voor hebben doorgeleerd? Instanties kunnen wegen wijzen, maar het gaat er om dat wij zelf meedoen!

"Toen Jezus aan land kwam zag Hij een grote menigte. Hij voelde medelijden met hen, want ze waren als schapen zonder herders. En Hij begon hen uitvoerig te onderrichten." Elkaars hoeder zijn: gave en opgave tegelijkertijd. Zeker in een wereld waarbij huurlingen naar de belangrijkste posten solliciteren. Wij hebben geen behoeft aan een regering die op de wol uit is, maar volksvertegenwoordigers, mensen die hun hart bij ménsen hebben.

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen