OMDAT WIJ VAN HAAR HOUDEN

Op veel plaatsen in de wereld wordt Maria vereerd als “de gezegende onder de vrouwen”. Dat gebeurt dat: in Lourdes, Mexico-City, Fatima, Kevelaer, Heiloo, Banneux en noem maar op. En als je aan de pelgrims vraagt waarom ze Maria vereren, dan krijg je geen geleerde theologische antwoorden, maar dan zeggen ze eenvoudig: omdat we van moeder Maria houden!

In de H. Schrift komt Maria niet zo uitdrukkelijk ter sprake. Ze neemt eigenlijk maar een bescheiden plaats in. Alle aandacht in het Nieuwe Testament is gericht op haar Zoon Jezus, of liever: op het Koninkrijk dat Hij verkondigde. Van Maria wordt verteld dat de engel Gabriël haar kwam aanzeggen dat ze zwanger zou worden van de Allerhoogste. Daarna komen we haar tegen als ze op zoek is naar haar Zoon die op 12 jarige leeftijd staat te leraren in de tempel. Jezus is dan niet eens zo vriendelijk. Hij zegt: "Maar wisten jullie dan niet dat Ik moest zijn in het Huis van mijn Vader?"

Later is ze met haar Zoon op een bruiloft in Kana. Ze zegt tegen Jezus: "Ze hebben geen wijn meer". Het antwoord van Jezus is dan: "Vrouw, is dat uw zaak?" En als ze haar Zoon komt opzoeken en mensen tegen Jezus zeggen "Uw moeder en Uw broeders staan aan de poort", is het antwoord van Jezus eenvoudigweg onthutsend: "Mijn moeder en Mijn broeders zijn zij die de wil doen van mijn Vader in de hemel". Tenslotte komen we Maria tegen aan de voet van 't kruis, waar Jezus tot Johannes zegt: "Zoon, die daar uw moeder" en tot Maria: "Moeder, zie daar uw zoon". De bijbel is bijzonder duidelijk: alles dient ondergeschikt te worden gemaakt aan de relatie die Jezus heeft met zijn hemelse Vader.

Nee, over Maria komen we in de Bijbel maar weinig tegen. Ook haar Hemelvaart vinden we niet in de Bijbel terug. De geschiedenis heeft Maria steeds meer voor het voetlicht geplaatst. Onze voorouders hebben een stortvloed van namen voor haar verzonnen. Zij noemen haar: ivoren toren, gouden huis, ark van het verbond, deur van de hemel, Morgenster, heil van de zieken, toevlucht van de zondaars, troosteres van de bedroefden.

De verering van Maria heeft een geweldige vlucht genomen. Cynici zeggen dat wij van Maria een afgod hebben gemaakt. Inderdaad moeten we er op bedacht zijn dat we de verering van Maria niet te veel losmaken en isoleren van Jezus zelf. Maar vereren doen we haar, omdat zij als mens de Verlosser zelf onder haar hart gedragen heeft. Zoals de evangelist Johannes dat zegt, omdat zij de "Mater Jesu", de moeder van Jezus is geworden. Terwille van Hem heeft God neergezien op de kleinheid van Zijn dienstmaagd en grote dingen aan Maria gedaan.

Een vrouw, zwanger, toekomst barend, ontkomen aan de klauwen van de draak. Zij is het beeld van het hele Volk van God. Maria, zangeres van het grote bevrijdingslied, het Magnificat. Maria die "ja" gezegd heeft tegen de naam van God: "Ik-zal-er-zijn". In Maria worden de waarden van deze wereld omgekeerd: "God toont de kracht van zijn arm, slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, verheft de geringen, voorziet hen die hongeren van voedsel". Het Magnificat van Maria: woorden die haar door het gelovige volk in de mond zijn gelegd. Een tekst die zo indrukwekkend is dat grote componisten haar op muziek hebben gezet. Er bestaat een Magnificat van Vivaldi, Bach, Mozart, Verdi en vele anderen.

Wat vieren wij eigenlijk op het feest van Maria Tenhemelopneming? Een ongevaarlijk devotiefeest? Een feest voor oudere dames met de rozenkrans in de hand? Nee, wij vieren veel meer het feest van lijdenden, strijdenden en zegenvierenden. Het feest dat de onderste steen boven komt, dat laatsten eersten zullen worden. Als nieuwe mensen mogen we leven met en van God: de clochards op de eerste rij. En zelfs de laatste en grootste vijand van de dood zal voor altijd vernietigd zijn.

Maria in gevecht met de vele draken die onze wereld beheersen. Het is de strijd van een moeder die staat onder het kruis van haar Zoon. Daar herhaalt ze de woorden van Jezus: "niet mijn wil geschiede, maar de Uwe". Dat onverwoestbare geloof van Maria mag ook ons geloof worden, telkens wanneer in onze wereld draken hun kop steken en van zich laten horen. Draken zullen 'n kopje kleiner gemaakt worden: draken van de hebzucht en verdeeldheid, draken van jaloezie, geweld en ruzie.

Let u bij de geladen geloofsbelijdenis, het Magnificat van Maria eens op het feit dat het Evangelie begint met een bijzonder simpel gegeven. Maria spoedde zich door het bergland naar haar nicht Elisabeth, die ook zwanger was. Gods revolutie begint blijkbaar niet met grote woorden. Zij leert ons dat de strijd tegen de draken van deze wereld begint met de dienst die mensen elkaar willen bewijzen. Waar mensen elkaar van dienst willen zijn, worden draken onzeker en is Gods eigen revolutie begonnen!

© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen