OverwegingVrienden van Jezus, Toen mijn opa aan het eind van zijn leven kwam, hij was al ziek, hij woonde toen in een verpleegtehuis, en mijn moeder en ik hem daar een paar keer per week opzochten, toen werden wij op een keer bij binnenkomst al meteen aangesproken door medebewoners. Ze hadden een onheilspellende boodschap voor ons. ‘Uw vader,’ zeiden ze tegen mijn moeder, ‘uw vader gelooft niet meer.’ En tegen mij: ‘Je opa, die gelooft niet meer…’ Voor mijn moeder betekende dat een enorme schok. Dat haar vader niet meer geloofde in al die zaken die hem tijdens zijn hele lange leven zo dierbaar en vertrouwd waren geweest: God, de kerk, de Heilige Mis, en de hemel. En dat plotsklaps. Wat was er opeens gebeurd? Vanwaar die twijfel, en dat net voor zijn dood… Ik werd daar luidruchtig aan herinnerd toen ik van de zomer in Amerika op een zondag een kerk binnenliep. De voorganger was een ietwat bejaarde Italiaanse priester waarin de Heilige Geest behoorlijk had huisgehouden. Hij was vol vuur en vlam. De kerk zat stampvol. Tijdens de preek sprak hij over de eeuwigheid, maar buiten was het warm, in de kerk eigenlijk ook, dus ik dutte wat weg, net als de rest van de aanwezige gelovigen. Met een half oor hoorde ik dat hij vertelde hoe bevoorrecht gelovige mensen zijn. Hij had gedroomd dat hij stervende was en toen hij eenmaal vergoed zijn ogen sloot, werd hij opgewacht door Jezus. Want die had met Pasen al laten zien dat je door de dood heen leeft… ‘HALLO!!!’ riep hij toen keihard door de kerk heen, ik schrok me wild, zoals u nu waarschijnlijk ook. ‘Hallo, wat zeg ik nou?’ ging hij driftig verder, ‘ik was zo dood als een pier, en toch kon ik mijn ogen weer opendoen. En daar was Jezus, met open armen, en Jezus zei tegen me: “Waar bleef je nou zo lang, ik heb al die tijd op jou gewacht!” De priester hield even zijn adem in. ‘Is dat niet prachtig??’, zei hij toen, ‘dus geloof dat nou maar, want wat kom je anders hier doen?! Geloof in Jezus is je vrijkaartje voor de hemel, geloof deze oude pastoor nou maar,’ zei hij.
Tja, daar zeg je wat. Het klinkt wel heel gaaf. Maar wat is die hemel dan? En hoe lang duurt die? En kom je er bekenden tegen? En hoe zien die er dan uit? Hebben ze er stoelen? Of rollators? Ik had het die priester graag willen vragen, maar hij had het na afloop van de dienst zo druk met handen schudden en praatjes maken dat het er niet van is gekomen. Het is een mooi verhaal. Net zo mooi als het verhaal dat we zo-even gehoord hebben. Van die mensen op weg naar Emmäus. Dicht, heel dicht hadden ze bij Jezus geleefd. Hem geloofd tot op het bot. Maar Jezus is nog niet verdwenen of ze zijn het spoor bijster. Is Hij toch dood gegaan! En Hij had het nog zo gezegd. Hun hele geloof is weg. Verdrietig zijn ze, teleurgesteld. Ze willen er niets meer over horen. Zelfs niet van de man die met hen meeloopt. Totdat Hij het brood breekt. Totdat Hij aan Thomas, de Ongelovige Thomas, Zijn wonden op Zijn handen laat zien. Ja, dan moeten ze wel! En Jezus zegt dan: ‘Zalig zij die niet gezien hebben, maar toch geloven.’ En Jezus zegt dat eigenlijk tegen ons. Geloof het nou maar, dan komt alles goed.
Het is wel heel simpel, maar wie zegt me dat het niet zo is? Ik weet ook niet hoe die hemel er uitziet, maar ik denk wel dat we er ooit naar toegaan. Het kan ook niet anders. Stel dat we allemaal zouden blijven leven. Tot in de eeuwen der eeuwen. Over overbevolking gesproken… En wat te denken van God? Dan zit Hij daar hoog in de hemel, helemaal in Zijn eentje. Nee, dat lijkt me niet gezellig. Dat mogen we Hem niet aandoen!
Angelo Vergeer
|
Overweging bij Allerzielen
|
||
Overweging bij Allerzielen
|