Overweging SacramentsdagHet is misschien heel dom van me, beste medeparochianen, maar bij de voorbereiding van deze overweging vroeg ik me opeens af waar het woord ‘sacrament’ eigenlijk vandaan komt. Het is typisch zo’n woord dat je vaak gebruikt zonder er een precieze definitie van te kunnen geven. Ik heb er dus mijn “Muller en Renkema”, het Latijns-Nederlands woordenboek, maar eens bij gepakt. Het woord ‘sacramentum’ blijkt in drie verschillende contexten gebruikt te kunnen worden. De juridische betekenis van het woord is waarborgsom, de militaire eed van trouw en de kerkelijke heilige handeling, geloofsgeheim. Die laatste betekenis lijkt voor ons uiteraard het meest van belang, maar toen ik de teksten van vandaag herlas in het licht van deze drie definities, bleek me dat ze eigenlijk alle drie van toepassing zijn. Laten we ze eens op die manier bekijken om zo de betekenis van Sacramentsdag, het feest dat we vandaag vieren, wat beter te kunnen doorgronden. De lezing uit Exodus is de afsluiting van een lange episode waarin Mozes in Gods tegenwoordigheid op de berg Sinaï verkeert, kort na de uittocht uit Egypte. Op de berg ontvangt Mozes “alle woorden en bepalingen” (Ex. 24: 3) waarvan in de eerste zin sprake is. Het gaat daarbij om de tien geboden en om heel concrete uitwerkingen daarvan. Mozes ontvangt voorschriften over de eredienst en over de verhouding tot JHWH, over de rechten van de slaven, over het leven en het eigendom van je naaste en over de wijze waarop je met je naaste moet omgaan en dan met name met de hulpbehoevenden. Deze hoofdstukken vormen een concrete uitwerking van het verbond dat God voor ogen stond toen Hij zich aan Mozes openbaarde en hem riep om het volk van Israël uit Egypte naar het beloofde land te leiden: “Ik zal u aannemen als mijn volk en Ik zal uw God zijn” (Ex. 6: 7). Nu is een verbond per definitie tweezijdig en ook het volk van Israël moet het dus onderschrijven. Dat gebeurt in de tekst die we zojuist hoorden: Mozes legt de Israëlieten de woorden en bepalingen voor en het volk stemt er als één man mee in. Gezien de inhoud van de verbondsteksten, verplichten ze zich daarmee niet alleen tot trouw aan JHWH, maar ook tot trouw aan elkaar. Voortaan zijn ze gehouden eensgezind te blijven en voor elkaar te zorgen, want de verticale dimensie van het verbond kan niet zonder de horizontale. Om de verbondssluiting te bekrachtigen volgt een ritueel, een heilige handeling. Twee zaken vallen daarbij op. Allereerst de belofte van het volk: als ze nogmaals instemmen met wat Mozes hun voorhoudt verklaren ze: “Alles wat de Heer zegt, zullen wij doen en ter harte nemen” (Ex. 24: 7). In die volgorde: eerst doen, dan denken. Blijkbaar is het de bedoeling van het verbond dat je zo van Gods opdracht vervult raakt, dat je spontaan doet wat je moet doen en je pas later realiseert dat het precies was wat Hij op dat moment van je vroeg. Bovendien wordt het verbond bezegeld met brand- en slachtoffers, waarbij het bloed over het altaar en het volk gesprenkeld wordt. Bloed – een symbool dat duidelijk maakt dat dit geen vrijblijvend verbond is, maar een overgave op leven en dood aan God, een bloed-serieuze zaak dus. Met Pesach herdenken de Joden de uittocht uit Egypte en daarmee dit verbond tussen JHWH en Zijn volk. Door de keuze van de evangelielezing van vandaag wordt nog eens onderstreept dat we het sacrament van de Eucharistie ook in dit licht moeten zien. De overbekende instellingswoorden “Doet dit tot Mijn gedachtenis”, ontbreken bij Marcus: hij brengt het breken van het brood en het drinken uit de beker veel meer in verband met Jezus’ aanstaande lijden en dood: “Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het koninkrijk van God” (Mc. 14: 25). Zo laat de evangelist zien waar een leven waarin God vooropstaat op uit kan lopen: Jezus zal Zijn trouw, Zijn overgave aan de Vader, aan de woorden van het verbond letterlijk met Zijn bloed betalen. Maar Hij weet ook dat God getrouw is en Hem door de dood heen zal halen. Later zullen de leerlingen de volle draagwijdte van Jezus’ dood beseffen en inzien dat Jezus als het ware een waarborgsom betaalde, zich garant stelde om ook ons te bevrijden uit de greep van de dood. Als we luisteren naar Marcus is de Eucharistie dus de herdenking van de trouw en verbondenheid tussen God en de mensen, een onderpand bij de belofte dat God ons niet in de dood zal laten verzinken. Dat is een geloofsgeheim, het is niet in woorden te vatten, maar het kan wel gevierd worden, in heilige handelingen uitgedrukt. Maar wat betekent dit alles concreet voor ons als wij samenkomen rond de tafel? Marjolein van Tooren |
10 juni 2012 |
||
10 juni 2012 |