Wetens(w)aardig

Ingeklemd tussen de zuidelijke ring van Amsterdam en de Amstelveenseweg ligt de mooi aangelegde "R.K. Begraafplaats Buitenveldert".

Temidden van alle drukte is het een oase van rust, die uitnodigt tot een zondagse wandeling. Behalve op de grafmonumenten, die ieder hun verhaal vertellen, moet U dan ook zeker letten op de vele bijzondere bomen en heesters die hier te zien zijn. Professor Jan Lever, auteur van de "Bomengids van Amsterdam-Zuid", heeft voor het parochieblad van de Augustinusparochie een serie informatieve stukjes geschreven over de soorten van bomen die op de begraafplaats te vinden zijn. Enkele van deze stukjes laten we hier volgen, samen met enkele foto's die een goede indruk geven van al het natuurschoon dat op de begraafplaats te bewonderen is.

Het oude gedeelte van het kerkhof van de Fred Roeskestraat is aan drie zijden omringt door een, hier en daar zelfs al statige, rij nog vrij jonge coniferen. Dit zijn Metasequoia's. Men dacht aanvankelijk, dat deze soort uitgestorven was en nog slechts fossiel te vinden, maar tijdens de tweede wereldoorlog werden ergens in China nog levende exemplaren gevonden. Pas daarna kwamen zaden en stekken van deze prachtige boom naar het Westen en de oudste exemplaren in ons land zijn dan ook hooguit 50 jaar ouden nog lang niet volgroeid (ze kunnen 40 m hoog worden).

Deze soort is verwant aan de beroemde Sequoia's en Mammoetbomen (beide tot 100 m hoog en tot meer dan 2000 jr. oud) uit Californië. Kenmerkend voor de metasequoia is dat de 1-3 cm lange naalden in twee rijen op precies tegenover elkaar staande 'kortloten' zijn ingeplant. In het najaar worden deze bomen kaal. Bij het ouder worden treedt een opvallende verbreding van de basis van de diepgegroefde en roodkleurige stam op. Het kerkhof heeft met deze bijzondere en bij aanschaf niet goedkope bomen een mooi en rijk bezit. Ik heb ze eens geteld en kwam tot 112. Hoewel ze niet zeldzaam meer zijn, zag ik er nergens elders in Nederland zoveel bij elkaar als hier.

als u op de begraafplaats meteen links het linker lengtepad kiest, ziet u al snel rechts bij de hoek van het vierde paadje een vrij hoge grijsachtige conifeer staan, waarin dikke, ronde, groene (nieuwe) en bruine (oude) kegels zitten. Dit is een echte cipres. U kent wellicht de slanke cipressen uit de landen rond de Middellandse Zee.
Voor hen is ons klimaat veel te koud. We hebben hier dan ook te maken met een andere soort echte cipres, afkomstig uit de staat Arizona in de VS, namelijk de Cupressus Glabra.
Er zijn (ook op de begraafplaats) nogal wat cipresachtigen (geen echte cipressen), die zich aan de eindtwijgen tweedimensionaal, en daardoor met 'waaiertjes' vertakken. Alleen de jeneverbessen (waarvan er verscheidene op de begraafplaats voorkomen) en de echte cipressen vertakken zich driedimensionaal. De kegels zijn 1½ - 2½ cm. Groot, groter dan bij enige cipresachtige in ons land.
Kenmerkend voor deze soort is ook de roodpaarse stam, die met plaatjes (ongeveer zoals de plataan) afschilfert. Ongeveer op dezelfde hoogte staat - langs het lengtepad - aan de andere kant nog zo'n boom. Deze soort is in Nederland erg zeldzaam en in Zuid vond ik slechts twee andere (veel kleinere) exemplaren. Hoe deze twee exceptionele, al vrij oude bomen op de begraafplaats gekomen zijn is onbekend.