354 - 371

THAGASTE

ugustinus is geboren in deze Numidische plaats in het Romeinse Rijk. Thagaste is een katholieke stad, waar veel invloed ondervonden wordt van de donatisten.Rome is sinds 313 officieel christelijk.
Donatisten zijn een christelijke sekte, die zich tijdens de vervolgingen van de christenen zuiver hebben opgesteld. In de tijd van Augustinus kijken ze neer op de katholieken, die in die moeilijke tijden wat meer compromissen hebben gesloten. De donatisten vereren de martelaarsgraven.
Ook de katholieke moeder van Augustinus Monnica heeft een bewondering voor martelaarsgraven.
Augustinus is een groot redenaar en houdt van de retorica. Dat doet hij alleen in het Latijn. Het Grieks is er bij Augustinus zelfs met zweepslagen niet in te krijgen. Later zullen nog vele intellectuelen op hem neerkijken: afkomstig uit Afrika en geen Grieks.

Dat Augustinus in Romeins Afrika opgroeit blijkt uit het model dat Augustinus formuleert over de orde in de wereld. Deze berust op de vergelijking met moza«eken: de belangrijkste kunstvorm in Romeins Afrika:

"Als iemand van zo dichtbij naar een complex moza«ek zou kijken dat hij alleen de losse steentjes zag, zou hij zeggen dat de kunstenaar geen gevoel voor compositie heeft en de kleine stukjes lukraak heeft neergelegd, omdat hij niet in ¹¹n keer het hele patroon in zich kon opnemen, dat werd ingelgd om een beeld van schoonheid te vormen." (De Ordine 1,2)

Op zijn 16-de jaar krijgt hij een relatie met een vrouw, waarvan de naam niet bekend is. Deze relatie duurt 15 jaar en zij schenkt hem een zoon: Adeodatis.
Augustinus wordt onderhouden door de rijke Romanianus. Augustinus verblijft op zijn landgoed in de boomgaarden en bibliotheek van Romanianus.


 

371 - 374

CARTHAGO

ugustinus komt sterk in aaanraking met Manichee•rs. Het maniche«sme is een laat-antieke denkrichting, die lichamelijke onthechting als voorwaarde stelt voor filosofische verlichting. Het is een christelijke sekte, (ook met ketterij aangeduid) waarin iedere mens een deel van God aanwezig is, dat van duistere krachten moet worden ontdaan. Augustinus denken wordt sterk door Cicero beïnvloed. Hij schrijft dan ook in dialogen, zoals veel ciceronianen. Met het denken volgens de manicheïstische denkwijze is Augustinus in staat diepgaand zelfonderzoek te doen.

Patricius, de vader van Augustinus sterft. Hij is een ambtenaar geweest en niet christen. Monnica voegt zich vanuit Thagaste bij Augustinus.

In de overlevering heet het dat Augustinus zich in deze tjid overgeeft aan sexuele uitspattingen. Wills betwijfelt dit. Zijn verhouding is een trouwe relatie. Dit heeft Augustinus meerdere malen herhaald. Die trouw is ook wederzijds. Dat eenzijdige beeld ontstaat mede door de titel van een van boeken: Belijdenissen (Confessiones). Wij zouden "confessiones" willen vertalen met "bekentenissen" maar de inhoud van de titel duidt meer op belijden en getuigen.


 

374 - 376

THAGASTE

ugustinus heeft vanouds al een hele goede vriend. Deze vriend wordt ernstig ziek. Hij wordt gedoopt tot het katholieke geloof. Augustinus tracht tevergeefs hem te bekeren tot het manicheïsme. De vriend sterft. Augustinus is ernstig verward en verdrietig: de helft van zijn ziel is gestorven. Ook omdat hij zijn naaste vriend niet heeft kunnen bekeren.


Augustinus vindt de bijbelboeken nogal primitief. Niet zo hoogstaand als de ciceriaanse teksten. Het boek Genesis boeit hem echter wel. Hij voelt zich in deze tijd sterk betrokken op de teksten van Kaïn en Abel. Door dit innelijke conflict ontvlucht hij zijn geboorteplaats.
 

376 - 383

CARTHAGO

ugustinus ontpopt zich als prima leraar en redenaar in de wereld van de manicheïsten. Haalt vele katholieken over wint openbare dichtwedstrijden.

Een citaat:

Het mooie, dat wij als een opzichzelfstaand iets bewonderenen prijzen,
heeft het smerige en lelijke als tegendeel,
terwijl het harmonieuze,
waarvan het onharmonieuze het tegendeel is,
onafscheidelijk verbonden is met iets anders
en niet op zich kan worden beoordeeld,
alleen in connectie met dat andere.

Bij Augustinus rijzen twijfels rond het maniche«sme. Het rationele alternatief van de geloofsriching -die tegenover de mythische teksten van de Bijbel stonden- haperen bij de toenmalige natuurwetenschappelijke kennis. Een ontmoeting met de vooraanstaande manicheee•r Faustus een goed redenaar, charismatisch en beminnelijk stelt de nu filosofischer ingestelde Augustinus teleur.
Hoewel Augustinus veel succes heeft op het preekgestoelte en als leraar tot leraar, heeft hij geen succes in het klaslokaal. Hij gaat met zijn partner en zoon Adeodatus zijn geluk in Italië beproeven.


 

383 - 384

ROME

ugustinus heeft te lijden van de zeereis. Hij wordt ziek, maar de manicheïstische vrienden in Rome behandelen hem goed. Ook in heidense kringen is hij geliefd. Het keizerlijke hof regeert vanuit Milaan, Rome kijkt terug op haar historisch verleden met bijpassende monumenten en cultuur. In een verzoek om een heidens beeld in de senaatszaal terug te plaatsen krijgen de Romeinen het te doen met de onverzettelijkkeid van de bisschop van Milaan: Ambrosius.
Augustinus gaat door naar Milaan als hofredenaar. In Rome heeft hij wel volgzamere leerlingen dan in Afrika, maar enkele betalen hem niet.

 

384 - 387

MILAAN

ugustinus met zijn meegekomen familie, leidt een hofleven in Milaan. Monnica arrangeert een huwelijk met een katholiek meisje uit hogere kringen. De partner -tot dan- van Augustinus keert terug naar Afrika. Hoewel in latere werken Augustinus veel bewondering toont voor Ambrosius, schrijft hij in deze tijd weinig over Ambrosius. Er is geen aanwijzing dat ze elkaar vaak ontmoeten. Augustinus krijgt veel hulp van Simplicianus. Hij is een katholiek en de mentor van Augustinus. Hij brengt Augustinus in contact met het neo-platonisme.

Augustinus raakt in een worsteling met zichzelf. De legende verhaalt van een kinderstem uit een nabijgelegen huis: Tolle, Lege: neem en kies (sorteer, een werklied voor oogstende mensen) vaak in ook vertaald met: neem en lees. Augustinus weet er voor zichzelf een betekenis aan te geven, de duisternis valt hem af: Augustinus bekeert zich.

Hij verlaat het hof en leidt een ascetisch leven in Cassciacum. Augustinus sluit daarbij aan de algemene regel in die periode en streek: keer je af van de aardse genoegens om je volledigte wijden aan de rede.
Augustinus gaat nu veel schrijven: 4 dialogen tegenover één boek tot dan toe. Ook begon hij aan Alleenspraken een nieuwe schrijfvorm. Augustinus maakt kennis met een symbolische interpretatie van de Bijbel, en wordt door Ambrosius in Milaan gedoopt.

In deze periode krijgt Augustinus meer waardering voor Monnica's vroomheid en leert hij haar scherpzinnigheid waarderen.


 

387

OSTIA

ugustinus wenst met de kring om zich heen terug te keren naar Afrika. In de winter is de overtocht te gevaarlijk. De overtocht blijkt niet mogelijk door krijgshandelingen.

Monnica sterft. Augustinus blijft rustig in de verwachting van de hoop van haar voortlevende ziel. Hji is rustiger vooral als je dat vergelijkt met de onrust bij zijn onrust over het verlies van zijn goede vriend in Thagaste. Augustinus verblijft nog in Rome, nu met andere gastheren om daarna naar Afrika terug te keren.


 

388 - 390

THAGASTE

ugustinus vestigt zich op het landgoed van zijn vader en neemt de taken als decurio waar. Schrijft de dialoog De leraar in dialoog met zijn zoon. Adeodatis sterft echter al voor de uitgave.

Augustinus vertrekt naar Hippo Regius om daar een kloostergemeenschap te stichten.


 

390 - 430

HIPPO

ugustinus ambieert geen herderlijke rol als hij naar Hippo afreist. In deze tijd kan een reizend kerkelijk leider verplicht worden bisschop te worden. augustinus heeft al een naam opgebouwd. Hippo heeft echter al een bisschop: de Griek Valerius. Augstinus wordt wel gevraagd de preken voor hem te verzorgen. Valerius is niet zo vaardig in het Latijn.Zo wordt Augustinus betrokken in het pastorale werk. Hij wordt tot priester gewijd. Hij raakt onvermijdelijk betrokken in de religieuze -ook onverdraagzame- wedijver tussen de katholieken en de donatisten aldaar. Lange tijd poogt Augustinus toenadering te bewerkstelligen:

Wat schieten wij op met die oude ruzies vraag ik je? De diepe wrok van onze onbuigzame volgelingen heeft de wonden van onze parochies veel te lang open gehouden, wonden waarvan het vlees ongevoelig is geworden, zodat we geen behoefte meer voelen aan een dokter.

In 395 wordt Augustinus tot bisschop van Hippo gewijd. Zijn geschriften onderzoekt hij zichzelf weer dieper in schrijft hij o.a. zijn Belijdenissen. Als bisschop in die dagen word je nog niet uitgedost met de Middeleeuwse attributen als mijter en staf. Wel worden bisschoppen ingezet in bestuurlijke taken, zoals het werk van rechters.

In 410 dreunt de wereld op zijn grondvesten als Rome wordt ingenomen door de Visigoten. Vele katholieken vluchten naar Afrika. Het centrum van de toenmalige wereld vialt teloor, ondanks dat het keizerlijke hof dan gevestigd is in Ravenna. Als tegenreactie ontstaat er een sterke drang naar orde en discipline. Dat is ook in het denken van Augustinus terug te vinden. Hij pleit voor dwingend onderricht in het katholieke geloof en verleent medewerking aan een door de Romeinse overheid gedwongen rechtszaak tussen donatisten en katholieken.
Zijn woorden zullen in later eeuwen door inquisitie aangehaald worden bij foltering en executie van mensen, die als ketters zijn bestempeld. Augustinus is in zijn tijd echter altijd een tegenstander geweest van marteling en de doodstraf, zeker ook in relegieuse conflicten. Daarbij is hij zelfs milder dan in deze tijd gebruikelijk is.

ugustinus schrijft een ander bekend werk: de Stad van God. Dit werk, waar hij 15 jaar aan werkt, beslaat alleen al 22 boeken. Augustinus is enorm productief geweest. Op het eind van zijn leven maakt hij in Nalezingen een inventarisatie in komt uit op 93 boeken, 300 brieven en 400 preken. Vanaf de bekering in Milaan is Augustinus dan ook altijd vergezeld geweest van stenografen en copi«sten. In deze tijden kennen we nog geen drukpersen en kopieermachines, maar ook geen uitgevers en auteursrechten. Hierdoor zijn er nogal wat bevestigingen nodig om op een andere plaats in het keizerrijk de authenticiteit van een werk vast te stellen.

In zijn laatste jaren leeft Augustinus teruggetrokken in zijn kloostergemeenschap. Zijn kloosterregels zijn gericht op vriendschap. Aan de tafel waaraan de gemeenschap eet heeft hij dan ook gekerft:

Hij die zich verbijt van afgunst vanwege andermans afwezigheid,
Kan beter zijn eten laten staan en van tafel gaan.