St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

MIJN HEER EN MIJN GOD

Jezus en Thomas

In de eerste lezing hoorden we vandaag hoe er door de handen van de apostelen er onder het volk vele wondertekenen plaatsvonden. Er heerste eensgezindheid en het aantal vol­gelingen neemt toe. De leerlingen getuigen van het feit dat dit alles gebeurt in de naam van de Verrezene. Hoewel Jezus dood is en begraven, hoort z'n naam bij de levenden. Zijn naam hoort er nog steeds bij, is zelfs de naam geworden waar veel in deze wereld om draait! Zijn littekens van toen zijn de levenste­kenen van vandaag en morgen geworden!

De eerste christenen kregen het advies: vergeet die naam toch! Voor je eigen veiligheid, praat niet meer over Hem! Laat de oude zaak van het verleden toch rusten! Zie je niet hoe machtig de Pilatussen, de Herodessen en de keizers van deze wereld zijn! Maar de eerste christenen konden en wilden niet meer om zijn naam heen. Maar ondanks hun enthousi­asme, was hun geloof in de verrezen Heer geen automatisme. Thomas was zo iemand die niet alles voor zoete koek aannam. Voor hem was het: eerst zien en dan geloven.

Thomas heeft het bijvoeglijk woord ‘ongelovig’ gekregen: de ongelovige Thomas! Maar de vraag is of hij niet dicht aanstaat tegen vele mensen in onze moderne tijd, die eigenlijk geen raad weten met hun geloof. Ze zijn wel geïnteresseerd, maar zijn als Zacheüs in de boom gaan zitten. Ze wachten af. Ook Thomas is zo’n kritische mens. Als Jezus het bij het Laatste Avondmaal heeft over zijn afscheid, zegt Thomas: ‘Heer, wij weten niet waar U heengaat en ook de weg daarheen is ons niet bekend’

Ook na Paasmorgen heeft Thomas het moeilijker dan de anderen. Hij trekt zich terug uit de groep en wil eerst met zichzelf in het reine komen. Hij is er dan ook niet bij als Jezus aan zijn leerlingen verschijnt. Als de leerlingen Thomas uitzinnig van vreugde tegemoet gaan, dan voelt Thomas zich een buitenstaander. Ja natuurlijk, ook Thomas heeft zijn Heer gezien, en wel op Goede vrijdag! Hij heeft zijn verscheurde lichaam gezien, zijn doorboorde handen en voeten, zijn geopende zijde. Met Jezus was zijn hoop op Goede vrijdag begraven. Hij kon geen stap meer zetten. Hij heeft in zijn leven genoeg gezien.

Ook in onze tijd wemelt het van de Thomassen. Er zitten tal van Thomassen onder de jongeren. Zij hebben zoveel gezien op school of op hun werk, dat God voor hen niet meer hoeft. Je hoeft hen niets meer vertellen! Er zitten tal van Thomassen onder de bejaarden. Ze hebben voldoende gezien in 't leven! Als je ouder wordt, schroef je je verwachtingen terug: je hebt genoeg meegemaakt! Je blijft achter aan de voet van de berg.

Thomas blijkt alleen maar verder te kunnen, als we Goede vrijdag serieus nemen. Hij kan alleen maar verder, als we hem zijn verdriet gunnen. Wij praten zo vaak pijn en verdriet uit het leven weg, maar pas als je het verdriet niet wegpraat, maar meehuilt kun je weer langzaam uit die put komen. Zoals de vrienden van Job (Elifaz, Bildad en Sofar) die hem bezoeken, als hij daar berooid, ziek en door zijn vrouw verlaten op de asbelt zit. Het eerste wat ze doen is naast hem zitten, zeven dagen en nachten lang, zonder een woord te zeggen, want ze zagen hoe groot zijn lijden was, (Job 2:11-13). Zo lijden zij met Job mee en gunnen zij hem zijn eigen kruisweg. Want alleen dan kan Job verder.

Als er iemand gestorven is, gaan we op condoleantiebezoek. De stilte is vaak ondraaglijk. Omdat velen van ons die stilte niet aankunnen, beginnen we over alles en iedereen te praten. Over zaken die niets met het sterven te maken hebben. Dat vergroot het verdriet van hen die achterbleven. Mijn ervaring is dat échte troost geen woorden nodig heeft. 'n Arm om je schouder, 'n kus en wat tranen: een betere troost kun je elkaar niet geven!

Wat zeggen we allemaal? Ik kwam een op kraamvisite. Ik zat er twee minuten en er wipte een buurvrouw langs. Drie kwartier was ze in één stuk aan het woord. Ze had talrijke adviezen. Zo hoefde de moeder niet bang te zijn voor al die kinderziektes die het kindje zou krijgen. Ik vroeg haar: ‘moet een kind dat allemaal krijgen?’ ‘Jazeker’ zei de buurvrouw, ‘want anders is het kindje niet gezond’. Toen ze klaar was met wat ze te zeg­gen had, trok ze haar jas aan en wilde weggaan. Toen zei de moeder: ‘misschien wilt u het kindje ook nog even zien…’

In naam van alle nuchtere Thomassen roepen alle predikanten vanmorgen: stap toch niet te snel over datgene heen wat de ander bezighoudt, het verdriet en de blijdschap. En weet ook hoe belangrijk het is om dan niet te veel woorden te gebruiken. De vrienden van Job zwijgen zeven dagen en nachten voor ze met hem in gesprek gaan. En ook Thomas heeft zeven dagen moeten wachten voordat Jezus zich opnieuw liet zien, ook aan Thomas.

Het is zo gemakkelijk te geloven, als het in je leven goed gaat. Maar als donkere Goede Vrijdagwolken zich boven je leven samenpakken, piep je wel anders! Soms zou je zo graag willen zingen, maar onder het zingen biggelen de tranen over je wangen en breng je niets anders voort dan een schor en droog geluid. Vaak vraag ik me af: waarom komt elk mens, vroeg of laat, op Golgotha terecht? En hoe gaan we dan om met onze contacten met God en met elkaar? Geven we elkaar wel voldoende ruimte? Dat was de startpositie van Thomas.

Toch maakte hij ook een flinke schuiver. Hij stelde een voorwaarde aan zijn geloof: eerst zien en dan geloven! Maar geloof is gebaseerd op vertrouwen. Geloven is: de liefde en de hoop gelijk geven, tegen beter weten in. Maar de verdienste van Thomas is dat, toen hij alles om zich heen in elkaar zag storten, toch de groep weer opzocht. Hij bleef in zijn leven zoeken, dwars door zijn tranen heen. En dan komt hij tot de meest kernachtige geloofsbelijdenis die wij kennen, als hij stamelt: ‘Mijn Heer en mijn God’.

Er zijn tegenwoordig heel wat mensen die teleurgesteld zijn in de kerk en in ons geloof. Van hen hoeft het niet meer: zij hebben genoeg meegemaakt! Zonde van al die mensen! Weggaan is geen oplossing. Het gaat er om dat je weer terugkeert naar de groep, ondanks je teleurstellingen. Thomas, beeld van de hedendaagse kritische mens, nuchter en realistisch. Maar als 't erop aankomt, dan buigt hij zijn knieën en stamelt: ‘Mijn Heer en mijn God!’.
Thomas, 'n mens van graniet, die tastend en zoekend zijn weg door het leven is gegaan. Ook 't geloof kent zijn seizoenen. Het is een heen en weer pendelen tussen gevoelens van hoop en wanhoop, tussen verzet en overgave, tussen dood en opstanding, tussen Goede vrijdag en Pasen. Soms is het water hoog, soms sta je droog in het leven. Maar het verhaal van de ongelovige/gelovige Thomas leert ons dat er een dag zal komen dat Jezus voor ons zo glashelder zal zijn als water, als we vooral mijn Heer en mijn God aan het woord laten!

Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus