St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel
Eerste Communie 2019

VIJF BRODEN EN TWEE VISSEN

Maar liefst 370 parochianen, waaronder 70 kinderen, zijn vanmorgen aanwezig om de viering van de Eerste Communie bij te wonen. Het gaat om een heerlijke en spontane groep van twaalf jongens en meisjes, die zich de afgelopen maanden, samen met hun ouders, hebben voorbereid op hun Eerste Communiefeest.

We hebben het met de kinderen gehad over de betekenis van je naam en hoe belangrijk het is dat ook anderen een naam hebben, zodat je elkaar kunt aanspreken. En dat je straat en je stad een naam hebben zodat je precies de weg weet waar je moet zijn. Daarna hebben we het gehad over het doopsel. Wat dat betekent en waarom we gedoopt zijn. En natuurlijk hebben we gesproken over het samen delen met elkaar. We waren samen bij verschillende gezinsvieringen en hebben uitgebreid de kerk, de sacristie en de kluis tot in details laten zien, zodat de kinderen zich thuis voelen in ons kerkgebouw.

En met de ouders kwamen we tweemaal samen rond praktische zaken natuurlijk, maar ook voor bezinning over onderwerpen als: samen bidden, over opvoeden in geloven in deze tijd, en een bezinning over wat de Eucharistie eigenlijk ook voor u als volwassene betekent. Ik ben ervan overtuigd dat de kinderen goed zijn voorbereid. Fijn dat ze samen vandaag hun Eerste Communie mogen doen. Maar wij hopen natuurlijk dat het niet bij de eerste communie blijft, maar dat ze ook daarna hun tweede en derde communie zullen doen. Met andere woorden dat we elkaar mogen blijven zien, minstens in de gezinsvieringen die speciaal op ook op uw kinderen zijn gericht.

Alle zeventig kinderen nodigen wij vandaag uit, ook de Eerste Communicanten, om in onze parochiezaal, op hun eigen niveau, wat dieper in te gaan op het evangelie van vandaag. Hopelijk weten zijn dan in de toekomst ook de weg naar de kinderwoord-diensten te vinden. Als evangelie hebben wij gekozen voor het verhaal van Johannes over ‘5 broden en 2 vissen’. De afgelopen week reed ik door de Bijlmer en ik zag tot mijn verbazing dat er op het Bullewijkpad 3 een Surinaams Cateringbedrijf gevestigd is met de naam ‘5 broden en 2 vissen’. Opmerkelijke naam, dacht ik. Je kunt er rijk mee worden, als je voor de prijs van 5 broden en 2 vissen, duizenden mensen een maaltijd kunt bezorgen voor al die grote feesten en partijen, dan kun je er binnen korte tijd steenrijk van worden!

Maar wat wil dit brood en vissenverhaal uit de Bijbel, ons eigenlijk vertellen? Wat willen de evangelisten eigenlijk aan ons kwijt? In dit Bijbelverhaal komen een heleboel mensen voor. Wel 5000 mannen, en daar zijn de vrouwen en kinderen nog niet eens meegerekend. De twaalf leerlingen van Jezus zijn er ook. En natuurlijk is Jezus daar ook aanwezig. En weet u wat ik nu zo mooi vind? Dat tussen al die mensen er ook een kind loopt, een jongetje, een schoolkind. En hij mag in het midden van het verhaal even in de schijnwerpers staan.

Als het donker begint te worden, hebben de mensen honger. Jezus zegt: verzamel al het eten en deel dat met elkaar. Een klein kind is de enige die wat eten in zijn rugzak heeft. Het was niet veel, hij had vijf broden en twee vissen. Maar wat is dat nou, als er zo ongelooflijk veel mensen bij elkaar zijn die honger hebben en die moeten eten. Een klein voetbalstadion vol mensen. Vijf broden, twee vissen, dat is eigenlijk vijf plus twee keer niks. En je zou je best kunnen voorstellen dat die jongen dacht: ‘Ja, dáág! Dát houd ik mooi voor mezelf. Daar kan Jezus toch ook niks mee.’ Maar zo gaat het niet: de jongen wilde het wel weggeven en delen met Jezus. En weet u wat de Jezus dan zegt? Hij zegt niet: ‘Ga jij maar weer weg, want daar heb Ik natuurlijk helemaal niks aan. Dat is vijf plus twee keer niks.’ Er staat niet wat de Jezus wel heeft gezegd. Maar ik kan me voorstellen dat Hij zei: ‘Bedankt jongen, bedankt! Ga maar lekker zitten en let maar eens op wat er gaat gebeuren.’

Een kind heeft 5 broden en 2 vissen bij zich. Jezus zegt: begin die maar uit te delen, want dat is voldoende voor iedereen. Jezus vraagt de mensen te gaan zitten en de vrienden van Jezus delen het brood en de vissen rond. En wonder boven wonder, als iedereen voldoende gegeten heeft, zegt Jezus dat zijn leerlingen de broodresten moesten verzamelen. Met de resten konden ze wel twaalf manden vullen. De les die Jezus geeft is dat waar we met elkaar kunnen en willen delen is er altijd voldoende te eten voor iedereen.

Voor hongerige mensen moet het evangelie van de wonderbaarlijke broodvermenig­vuldi­ging klinken als een onrealistisch sprookje. Jezus zorgt dat er brood is voor 5000 mensen en meer. Waarom gebeurt dat niet in onze tijd, denk ik dan. Niet dat er niet voldoende voedsel op de wereld is. Geleerde mensen hebben uitgerekend dat er op aarde voldoende kleding, voedsel en huisvesting is voor alle mensen die op deze wereld wonen. Hoe komt 't dan toch dat jaarlijks 15 miljoen mensen aan honger sterven en er op aarde zo'n 140 miljoen mensen ondervoed zijn?

Is de wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging dan niet meer dan een ordinair sprookje? Ik denk dat de vier evangelisten ons toch iets ánders willen zeggen. Zij vinden de gebeurtenis zo belangrijk dat we het verhaal tegen komen in alle vier de evangelies. En niet vier, maar zesmaal! En het gaat hierbij niet om een banaal sprookje, maar het verhaal gaat vooral over Jezus die net uit de woestijn komt waar Hij 40 dagen en nachten heeft gevast, en waar Hij door de duivel is bekoord. ‘Als je de Zoon van God bent, verander deze stenen dan in brood!’ En Jezus antwoordt dan: ‘Een mens leeft niet van brood alleen maar van elk woord dat voortkomt uit de mond van God."

Jezus wil geen stuntman zijn die uit niets brood tevoorschijn tovert. Hij wil horen bij diegenen die dagelijks zweten en zwoegen voor hun brood. Hij neemt 5 broden en 2 vissen, slaat zijn ogen ten hemel en breekt het voor hen die honger hebben. Alsof Hij wil zeggen: Ik wil helemaal bij jullie zijn... niet als voedsel dat vergaat, maar als brood voor 't eeuwige leven... en als je dat begrijpt, begint vanzelf het wonder van breken en delen wel. Pas als je durft delen met elkaar - in Gods naam - is Gods spel met de mensen mogelijk. Bovendien zegt Jezus iets heel belangrijks tegen zijn leerlingen: ‘Geven jullie ze maar te eten!’ Het is alsof Hij het heeft tegen ons: honger in Afrika? Begin maar te delen! Dan is er voldoende voor Iedereen!

Hoe kom je aan zoveel brood? Andere vraag: hoe gaan wij om met onze welvaart? Op een zuinige, natellende manier? Houden we zoveel mogelijk in reserve? Een appeltje voor de dorst? Als je zo denkt, dan kun je het wonder wel vergeten. Dan lukt dat delen nooit! Maar je kunt ook als Jezus doen: ‘begin maar te breken en te delen! Dan zien we wel hoever we komen!’

Tenslotte: tegenwoordig kopen we ons brood gesneden. Dat snijden deden we vroeger thuis aan tafel. Voordat moeder het kapje eraf sneed, maakt zij met het kartelmes ’n kruis over het brood. Ze gaf daar mee aan dat ze er van overtuigd was dat alle goeds van God komt. Dat gebaar is nu versleten. En de meesten van ons vinden het zelfs niet eens belangrijk om voor en na het eten te bidden. Wij hebben het brood immers zelf verdiend en zelf betaald! Maar als we ons dagelijks brood niet meer ervaren als een geschenk uit de hemel, dan verdwijnt ook de behoefte om dat brood met anderen te delen, want we hebben het immers zélf verdiend!

De wonderbaarlijke broodvermenigvuldiging leert ons dat Jezus geen stuntman is, geen tovenaar, geen sprookjesverteller, geen man die het goed zou doen op de plaatselijke kermis, maar een mens die als geen ander door had dat alle goeds in ons leven - en zeker ons dagelijks brood - uit de handen komt van de Vader en dat het bestemd is om te breken en te delen - in Gods naam!

Van harte mag ik u feliciteren met de Eerste Communie van uw kinderen. Ze zijn, even als u, bij ons welkom om niet alleen vandaag, maar blijvend, het brood van God met elkaar te blijven delen.

Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken RK Amstelland
Locatie: H. Augustinus