De titel van de overweging

Vorig weekend was Jezus zo blij met Petrus dat Hij tegen hem zei: Petrus, jouw naam betekent ‘steenrots’ en op die steenrots wil ik mijn kerk bouwen. Wat jij verbindt op aarde zal ook in hemel verbonden zijn en wat jij ontbindt op aarde zal ook in de hemel ontbonden zijn.’
Maar we weten dat er ook momenten zijn geweest waarop Petrus in zijn geloof vastliep. Als Jezus op het punt staat om te worden gekruisigd zit Petrus bij het kampvuur. Een dienstmeisje komt langs en ziet Petrus zitten. Zij zegt: zegt: hoor jij ook bij die kliek van Jezus van Nazareth? En Petrus kruipt dan in zijn schulp en zegt: ‘ik ken die mens niet’. (Matteüs 26:72) Ook Petrus heeft blijkbaar zijn geloof en vertrouwen in Jezus geleerd met vallen en opstaan. Toch overhandigt Jezus hem de sleutels van zijn Koninkrijk.
In het evangeliefragment, dat we vandaag hebben horen, wordt Petrus nog eens hard door Jezus aangepakt. ‘Ga weg. Petrus, jij Satan, ga terug, jij bent een aanstoot, want jij laat je leiden door menselijke overwegingen’. Maar dat begrijp ik eigenlijk niet. Het is toch mooi van Petrus dat hij zich laat leiden door menselijke overwegingen, want. Petrus wil Jezus behoeden voor de lijdensweg die Hem te wachten staat. Petrus heeft de beste bedoelingen, hij wil Jezus beschermen en toch wordt hij terechtgewezen. Wat bezielt Jezus toch? Wat is dat voor een weg die Hij wil gaan? Waarom kiest Hij niet voor de weg van zijn Steenrots Petrus? Waarom laat Jezus zich niet leiden door menselijke overwegingen?
Hoe is het te rijmen: vorig weekend hoorden we dat Petrus van Jezus de sleutels krijgt van de toegang tot het koninkrijk, en vandaag horen we dezelfde Jezus roepen: Ga weg van mij, satan In het Hebreeuws: הַשָׂטָן, ha-Satan, en dat Hebreeuwse woord betekent letterlijk je tegenstander, iemand die dwarsligt, een dwarsligger, een valse raadgever. Petrus doet dat toch met de beste bedoelingen. Hij wil Jezus beschermen. Hij voelt dat de weg die Jezus kiest uiteindelijk tot zijn dood leidt. Hij probeert Jezus weg te houden van de lijdensweg die hem te wachten staat. In het oude testament vinden we trouwens al verschillende verhalen van profeten die ook deze lijdensweg moesten gaan. Petrus waarschuwt Jezus daarvoor. In het evangelie van Lucas 24:25 staat de reactie van Jezus, als Hij zegt: ‘O onverstandigen en tragen van hart, geloven jullie niet wat de profeten gesproken hebben! Moest de Christus dit niet lijden om zijn glorie binnen te gaan?’ En Jezus begon toen bij Mozes en bij al de profeten en legde hun uit, wat in al de Schriften ook op Hem betrekking had.
Een helder standpunt van Jezus, Hij weet welke weg Hij moet gaan. Maar eerlijk gezegd kan ook ik Jezus letterlijk en figuurlijk niet altijd volgen. Want als ik wat dieper graaf, dan vermoed ik dat er twee redenen zouden kunnen zijn waarom Jezus zich zo opstelt. Het zou kunnen zijn dat Petrus te hoog van de toren blaast en zijn plaats niet weet. De tweede reden ligt voor mij dieper. Jezus kreeg veel aanhangers om Zich heen. Petrus wil Jezus behouden en beschermen, dwars voor Hem gaan liggen. Maar Jezus gaat een andere weg dan Petrus voor ogen heeft. Een weg die niet zo gemakkelijk is. Als je leeft van de liefde en de barmhartigheid, dan liggen lijden en verzet voor je deur.
Je kruis dragen, wat er ook gebeurt. Elk mens krijgt kracht naar kruis. Iedereen stoot vroeg of laat met zijn hoofd tegen die ellendige dwarsbalk die je leven tot een kruis kan maken. Wij worden ziek. Diegene met wie je getrouwd bent sterft. Je carrière wordt afgebroken. Je voelt je soms bedrogen, in de steek gelaten, door diegene die zij liefhebben. Deze dwarsbalk - dat kruis - kan allerlei vormen en afmetingen aannemen, kijkt niet naar titels, namen of naar je portemonnee. Ik hoor het zo vaak: je hebt het goed, bent zoveel jaar met elkaar getrouwd, en dan komt die verschrikkelijke dwarsbalk die je leven in een moment tot een ruïne kan maken.
Het kruis is een realiteit in élk mensenleven. Je hebt dan geen keuze: óf je draagt je kruis, óf het kruis verplettert jou! Kruisen brengen ons terug tot wat wij zijn: wankele, kwetsbare, nietige en kleine mensen. Kruisen brengen ons terug tot onze eigenlijke proporties. Het maakt een einde aan alle menselijke hoogmoed, brengt ons terug naar onze juiste afmetingen. We voelen ons nietig en klein tegenover die machtige God.
We leven in een warrige wereld. En te midden van die warrige wereld zijn er nog steeds mensen die ervoor uit willen en durven komen dat ze volgeling, van Jezus zijn. Christenen zijn per definitie geen mensen die de hele avond ingespannen naar de tv kijken om te zien hoe erg het met onze wereld is. Er zijn altijd mensen die meer genieten van de kou en de regen dan van de warmte en de zomer. Of zoals Simon Carmiggelt dat eens zei: ‘Ach, meneer, leer mij de mensen kenne... het gaat in het leven toch allemaal om de pingping’- waarbij dan een saxofoon wegterend om hulp roept.
Als Christenen over de hele wereld klagen dat het slecht gaat met onze wereld, dan gaat het niet om de vraag of ze gelijk hebben of niet, maar om de vraag: wat doen we eraan. Of trekken we na een tv-avond geeuwend het dekbed over ons hoofd en denken: wat maken zé er toch een troep van in deze wereld! Pijn en verdriet horen bij het leven, of we willen of niet. Elk mens kent zijn of haar Golgotha. Soms willen mensen om alle pijn en verdriet heen. Ook Petrus probeert om Jezus af te houden van Zijn kruisweg, maar Jezus vraagt van ons dat wij ons kruis op ons nemen. Er staat niet het kruis van Jezus, ieder mens heeft voldoende aan zijn eigen kruis. Dat kruis bestaat heel concreet in het menselijk verdriet dat we moeten dragen: lijden, ziekte, leed, angst, spanning, eenzaamheid.
Jezus wist dat de weg, die Hij gaat, zal uitlopen op intens menselijk verdriet. Want als je zo trouw wilt zijn als Jezus, dan moet je weten dat dat weerstand oproept bij allerlei gevestigde machten. Petrus kijkt in die donkere toekomst en durft de consequenties van zijn keuze niet aan. Als Jezus de raad van Petrus zou opvolgen en niet zijn lijdensweg zou gaan, dan zou Jezus Zichzelf verraden hebben. Jezus zegt: ‘Petrus, wie zijn leven verliest zal het vinden’. Dat betekent zoiets als: als ik jouw raad zou opvolgen, Petrus, dan zou Ik de zin van mijn leven verliezen, zou voor Mij het leven zinloos zijn. Alleen kunnen wij leerlingen van Jezus zijn als wij de weg gaan van Jezus, welke consequenties dat ook zou mag hebben. Ons kruis is dan: blijf trouw aan je grondkeuze. Niet schipperen als het gaat om de waarheid, niet toegeven aan de verleidelijke machten van deze wereld. Recht door zee gaan, je niet in allerlei bochten wringen om onder je keuzes uit te komen. Deelnemen aan de zending van Jezus houdt voor iedereen risico's in. Allemaal krijgen wij eens een kruis op onze schouders gedrukt. Soms proberen we aan dat kruis te ontkomen.
Een legende verhaalt hoe Petrus tijdens de hevige vervolging Rome wilde vluchten, want in de stad Rome worden velen om het leven gebracht. Petrus kiest niet voor de plek waar de klappen vallen, hij zoekt een uitweg, Hij laat zich weer eens leiden door menselijke overwegingen. Onderweg komt hij Jezus tegen. Deze vraagt hem: ‘Petrus, Quo Vadis, waar ga je nu heen? Terstond wordt het Petrus duidelijk dat hij weer eens is afgeweken van de weg van Jezus, de weg van zijn roeping: de plekken bezoeken waar in het leven de klappen vallen.
Petrus bekeert zich en keert terug naar Rome en draagt de consequenties van zijn roeping. Hij laat alle martelaren niet in de steek. Ook niet toen deze weg hem in contact bracht met het kruis van zijn ondergang. Het is waarachtig geen kleinigheid om Jezus te volgen. Waar andere mensen zeggen ‘dit kan niemand van mij verlangen’, begint de eigenlijke weg van de volgelingen van Jezus.
Quo Vadis, Domine - Heer, waarheen gaat U met mij, ben ik nog op de goede weg? Dat leert het evangelie aan ons vandaag: laat je in je leven niet leiden door menselijke overwegingen, maar door de vraag wat God met mij, op mijn levensweg, met mij voorheeft.
Ambro Bakker s.m.a.
deken van Amsterdam
locaties H.Augustinus en De Goede Herder