De titel van de overweging

Zomaar op een dag door de week vieren we Hemelvaartsdag. Hoewel, veel mensen maken zich nog nauwelijks druk over de hemel. Zo in de trant van: wie dan leeft, wie dan zorgt. Ik zie het later wel als het zover is. Maar natuurlijk voelen veel zich vandaag in de zevende hemel met deze extra vrije dag!
Soms spreken we het woord ‘hemel’ wat al te gemakkelijk uit. Wij zeggen dan dat het in de hemel beter is dan hier op aarde. Maar, denk ik dan nuchter, als dat waar is, waarom hebben dan zoveel mensen zo weinig zin om te gaan ‘hemelen?’ Andere woorden zijn ons aardser en liever dan het woord ‘hemel’. Woorden als geld, brood, tafel, man en vrouw, vriend en vriendin. Woorden als kinderen krijgen, elkaar liefhebben, lachen en feestvieren. Dat zijn woorden die heel wat concreter zijn dan die verre hemel. Het woord Hemel doet het blijkbaar alleen goed bij zoiets als een uitvaart: ‘Dat de engelen u mogen begeleiden naar het paradijs’. Het zijn de goede wensen voor onze doden. Zonder het woord hemel zou onze menselijke troost onaf zijn. Zo is het woord hemel meer een woord dat inhoud heeft voor dode dan voor levende mensen.
Wanneer Jezus het rijk der hemelen duidelijk wil maken, doet Hij dat vooral beelden, dat wil zeggen door parabels. ‘Het rijk der hemelen lijkt op een mosterdzaadje, dat iemand in zijn akker zaaide’ (Marcus 13:31). Het rijk der hemelen lijkt op gist dat een vrouw in drie maten meel verwerkte totdat deze geheel gegist waren’ (Marcus 13:33). ‘En zie de lelies op het veld. Zij spinnen en weven niet. Toch zeg Ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen’ (Lucas 12:27). Hemelvaart wil zeggen dat alles getekend is door het hemelse. De vaart der volkeren ligt niet in het bezit van de materie, maar in de veredeling ervan. De taal van een bloem kent je niet door haar uit elkaar te halen. Dan is zij kapot. Schoonheid van het lichaam en geest wordt hemels, als ze verwijst en de nieuwe taal van het hemelse teken vertolkt.
Wat zeggen de vier evangelisten over Hemelvaart? Dat verhaal is bij iedere evangelist nogal verschillend. De oudste evangelist Marcus heeft helemaal niets over Jezus’ hemelvaart geschreven. Het slot van het Marcusevangelie, waarin Jezus' Hemelvaart staat beschreven, is van veel latere datum, pas toegevoegd toen de andere evangelies al geschreven waren. Ook Matteüs vermeldt de Hemelvaart van Jezus nog niet. Na de dood van Jezus komen de vrienden van Jezus samen op een berg - dezelfde berg waar Jezus zijn Bergrede, zijn regeringsverklaring - heeft gegeven. Als de leerlingen door verdriet zijn overmand, keren ze terug naar Galilea, naar de berg van Jezus. Vandaar zendt Jezus hen opnieuw de wereld in met de boodschap: verkondigt de Blijde Boodschap, maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader, Zoon en heilige Geest".
De evangelist Johannes spreekt op een heel bijzondere manier over de Hemelvaart van Jezus. Vlak voor zijn dood spreekt Jezus over zijn terugkeer naar zijn Vader in de hemel en zegt dan: ‘Als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij’. Alleen de evangelist Lucas vertelt heel concreet hoe Jezus, terwijl Hij zijn leerlingen zegende, zich van hen verwijderde en ten hemel werd opgenomen.
Hemelvaart is het begin van een missionaire kerk, waarin iedereen ertoe geroepen is om te getuigen, om zich in te zetten voor gerechtigheid, om te vechten voor mensen die weerloos ondergaan in een harde no-nonsens-samenleving. Daar het duidelijk om veel méér dan een knus en comfortabel geloof. Als de vrienden van Jezus na de Hemelvaart van Jezus wegtrekken naar de uithoeken van de wereld, laten zij de hemel niet achter zich, maar zij nemen de hemel mee in hun hart en in hun handen. Zij weten dat de hemelvaart van Jezus de concrete opdracht is om eindelijk eens een begin te maken met de vestiging van Gods Koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Dat kunnen we niet alleen! Dat konden ook de vrienden van Jezus niet. Jezus belooft hen zijn Geest. Dan trekken de vrienden van Jezus erop uit, trekken op naar het nieuwe Jeruzalem, een echt ‘Mokum’, waar de hemel zich thuis voelt op aarde, totdat tot vervulling is gekomen de bede van het Onze Vader: ‘Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’.
Het evangelie behoedt ons ervoor dat wij in ons eigen kleine kringetje blijven steken. Elke geloofsgemeenschap is verantwoordelijk voor mensen dichtbij en mensen ver weg. Verder weg dan 't fraaie kerkgebouw, verder weg dan de grenzen van onze parochie. Van een geestdrift wereldwijd, van een zendingsdrang tot aan de grenzen der aarde is nog nooit een kerk ziek geworden en ten gronde gegaan, wel aan binnenkerkelijkheid en binnenvetterij. Ooit hebben we relatief gezien de meeste missionarissen ter wereld voortgebracht. Maar waar is in ons land onze zendingsdrang gebleven?
Het feest van Hemelvaart ligt opgesloten tussen Pasen en Pinksteren. 40 dagen na Pasen en negen dagen voor Pinksteren. Een novene - negen dagen - waarin we ons mogen voorbereiden op de komst van de heilige Geest. Jezus is terug naar zijn hemelse Vader. Zijn stem zal niet meer weerklinken op het Meer van Genesaret of in de synagoge van Kafarnaüm en in de wandelgangen van de tempel. Hij heeft, bij zijn afscheid, ons zijn woorden in onze hart en onze handen gelegd. Wij mogen dat evangelie laten klinken om ons heen, tot aan de uiteinden der aarde. De handen van Jezus zullen niet meer de kinderen van Galilea zegenen. Ze zullen geen zieken meer genezen. Zijn handen zullen niet meer troosten. Maar Hij heeft ons die opdracht in ons eigen hart en in onze eigen handen gelegd.
Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
St. Augustinus