St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Beste parochianen,

Maria Magdalena bij het graf

De evangelisten maken ons, ieder op zijn eigen manier, heel erg duidelijk dat Jezus werkelijk gestorven is, want de tekenen van zijn dood worden in het graf aangetroffen: zwachtels en zweetdoeken, de in Israël gebruikelijke zaken bij een begrafenis. In tegenstelling tot deze zichtbare dingen, willen ze ons leren om op een andere manier te gaan kijken, door de buitenkant heen op het spoor komen van wat er werkelijk gebeurt en te ervaren is.

Johannes gebruikt hier het woord ‘zien’. Dat doe je niet met je ogen maar met je hart en het kan haaks staan op dat wat er normaal gesproken te zien is! ‘Johannes, de ‘door Jezus beminde leerling’ ziet en gelooft. Hij kijkt vanuit een levende verbondenheid met Jezus naar het graf en zegt tegen alle feiten in dat Jezus leeft. Alleen wie kan beminnen weet hoe waar dit is. Alleen oprechte liefde, zoals Maria Magdalena weet hoe waar dit is. Alleen oprechte liefde geeft ons oog voor de diepte van de werkelijkheid (Henk Jongerius)

De dood is even gecompliceerd als het leven. Vroeger wisten we precies wanneer een mens dood was: zijn hart had het dan begeven. Maar 't is opvallend dat de medische wetenschap tegenwoordig spreekt over de biologische dood. Want als een hart stil staat, ben je nog niet dood. Een ander hart erin en het leven gaat door. De dood blijkt even gecompliceerd als 't leven zelf. Want naast 'n biologische leven, hebben wij 'n psychisch leven, 'n sociaal leven, 'n liefdesleven, 'n intellectueel en seksueel leven. En het merkwaardige is dat 't ene leven dood kan zijn, terwijl het andere nog voortleeft.

Wat is het leven eigenlijk? Leven is jezelf tot ontplooiing brengen in de breedste zin van het woord. Je ontplooien in je psychisch leven, je sociaal leven, je liefdesleven, je geestelijk leven, je seksueel leven. De psychische dood van de mens hoeft niet samen te vallen met z'n biologische dood, en de seksuele dood hoeft niet samen te gaan met de dood van de liefde. Door alle veranderingen heen blijf je overeind. Zeven jaar geleden hadden we een ander lichaam dan nu. Geen cel is dezelfde gebleven. Maar Ik ben gebleven! Door al die manieren van doodgaan, die zich in ons hebben voltrokken, zijn wij gebleven. Wij kunnen aan de kant gezet zijn door bepaalde mensen, maar we zijn toch overeind gebleven. Na zijn biologische dood staat Jezus te midden van zijn leerlingen met heel zijn liefdesleven. Daarom schrijft Paulus: ‘Hoe kunnen sommigen onder u dan toch beweren dat er geen verrijzenis uit de dood bestaat?’. Het leven heeft zoveel aspecten. Het is zo rijk. Het is blijkbaar niet dood te krijgen!

Van alle evangelisten vernemen we dat de leerlingen van Jezus na zijn dood geweldig uit het veld geslagen zijn. Ze waren angstig bij elkaar gekropen. De dood van Jezus betekende het einde van al hun verwachtingen en al hun dromen. Het Paasgebeuren zelf wordt door geen enkele evangelist verhaald. Als men bij de verrijzenis een filmcamera en een geluidsband zou hebben opgesteld, dan zouden die niets hebben geregistreerd.

De verrijzenis heeft alleen een betekenis voor mensen die geloven. Pilatus en Herodes komen de verrijzenis niet op 't spoor. Ook de ogen van de leerlingen blijven lang gesloten. Alleen in geloof wordt Jezus ervaren als de Levende.

Geloven in de verrijzenis betekent dat wij geloven dat God ook ons trouw zal blijven tot in de dood. Het is geloven dat Jezus toch gelijk had in zijn manier van leven en sterven. Het is geloven dat de liefde het altijd zal winnen van de haat. Het is geloven in het feit dat de liefde sterker is dan de dood. Een kind vraagt aan zijn moeder: ‘wat is Pasen?’ Moeder gaat er eens extra voor zitten en zegt: ‘Toen is Jezus opgestaan’. En het kind haalt zijn schouders op gaat weer spelen. Waar maken grote mensen zich druk om? Elke morgen moet je toch opstaan! Een klein kind herinnert ons aan 't feit dat het plechtige woord opstanding te maken heeft met het opstaan van iedere dag. Opstanding komt van opstaan, en dat heeft weer alles te maken met het woord "opstand". Jezus staat op tegen alles wat onmenselijk is. En Hij vraagt ons om hetzelfde te doen. Hij vraagt ons om op te staan waar de dood ons leven binnendringt: biologisch, geestelijk, sociaal, seksueel, in de liefde.

De Amerikaanse psychiater, Dr. Moody, heeft een boek geschreven over ervaringen van mensen die klinisch dood zijn geweest. Hij heeft 150 mensen onderzocht, die vertelden dat zij na hun dood iets van het hiernamaals hebben gezien. Veel van die mensen, gelovig of niet, vertellen over een tunnel waar ze doorheen zijn gegaan. Aan het einde van de tunnel scheen een helder licht. Een indrukwekkend boek. Maar toch brengt zo'n boek je niet tot geloof. Want de Pilatussen en Herodessen onder ons zullen zeggen: ze waren niet dood, ze hallucineerden... We vieren 't paasfeest in een wereld vol dood en doodsdreiging. Pasen ontkent de dood niet. Pasen veronderstelt de dood. Het paasfeest begint niet hier in deze verwarmde en verlichte kerk. Het paasfeest begint op het kerkhof hiernaast. Daar horen wij dat mensen niet terecht zijn gekomen in 'n spelonk, een grot, een graf van voorbij. Een rots kent een ingang, maar geen uitgaan. Daar loopt je leven voor altijd te pletter. Maar voor gelovige mensen leidt de weg door een tunnel. En een tunnel heeft een ingang, maar ook een uitgang. Aan het einde van de tunnel wacht God op ons met uitgestrekte armen. Wij mogen al tijdens ons leven leren opstaan:

Een hele opgave. Het is duidelijk dat Pasen dit jaar niet alleen op 17 april valt. Elke dag die God ons geeft worden we uitgenodigd om op te staan, te verrijzen en om in opstand te komen tegen alles wat het leven in deze wereld onderuithaalt. Dat is wat wij met Pasen mogen vieren: dat de goede krachten in het leven het zullen winnen van de dood. Als we maar niet inslapen en indutten, maar solidair blijven met mensen om ons heen. Is verrijzen iets anders dan weer op de been geholpen worden. Ik denk dat de betekenis van het Paasfeest is, dat om het duister van de dood, het Licht nooit helemaal in je leven kan verdwijnen. Dat het leven nooit helemaal verstrikt raakt in de netten van de dood, dat nooit alle vaste grond onder je voeten verdwijnt.

Pasen is op de uitkijk staan. Zonder Pasen lopen we met de dood in z'n schoenen. Jezus heeft ons geleerd hoe je arme, lamgeslagen, kleingekregen mensen weer op de been kunt helpen. En daarom heeft God Hem weer op de been geholpen na de catastrofe op Golgotha. Omdat Hij het tot zelfs op het kruis opnam voor z'n beulen voor wie Hij bad: ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!’ Zoals God Jezus weer op de been heeft geholpen, mogen wij tot elkaar zeggen: weest niet bang, want waar wij soms struikelen - zelfs al struikel je over de dood - dan is het de Heer zelf die ons door de donkere tunnel zal leiden en ons weer op de been zal helpen. Zalig Pasen!

Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
Augustinuskerk