St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Onderweg met Jezus

De evangelist Lucas vertelt het levensverhaal van Jezus als een ‘onderweg-zijn’. Jezus trekt door Galilea en probeert mensen te laten zien en te ervaren wie God is. Maar gaande die Weg wordt het steeds duidelijker dat deze weg Hem uiteindelijk naar het kruis zal voeren. Niet omdat Hij dit kruis wil, maar omdat het de uiterste consequentie blijkt te zijn van zijn keuze voor de Weg van en naar God. De Weg van de liefde en de vrede. Tot tweemaal toe heeft Jezus zijn komende lijden al aangekondigd.

Vorige week zondag hoorden we de evangelist zeggen: ‘Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling tegemoet gingen, aanvaardde Hij vastberaden de Weg naar Jeruzalem. Bij Jezus gaat het vaak om de Weg, en zeker waar het gaat om de Weg naar vrede en liefde. Zoals alles wat geschapen is bevindt ook de mens zich constant in beweging, een mens is voortdurend onderweg! Elk handelen van de mens behoort tot onze levensweg. De Egyptenaren beschouwen de loop richting de zon als een voortdurende koers voor hun eigen levensweg, en uit deze zon putten zij ook op een voortleven naar de dood.

Alle godsdiensten proberen hun volgelingen de ‘rechte weg’ door het leven te wijzen. Voor hen betekent dat ook ‘op de weg naar God’ zijn. De Levensweg is in vele godsdiensten ook tegelijk de Weg naar de Hemel. In de beroemde prediking te Benares wijst Boeddha de juiste weg om tot de Hoogste Verlichting te komen. Het is het Heilige Achtvoudige weg met de juiste inzichten, het juiste handelen, de juiste wijze van levensonderhoud, de juiste inspanning, de juiste opmerkzaamheid, de juiste meditatie.

Confucius gebruikt vaak het woord Tao – de Weg: ‘Volg de weg (Tao) met hart en ziel. Geef u zelfkracht door de kracht die van hem uitgaat: steun op goedheid, zoek ontspanning in de kunst. De Weg gáán is beter dan de Weg kennen. En uw heil te vinden, is beter dan hem te kiezen. De uitdrukking ‘de Weg van God’ betekent in het evangelie de levenswandel die God van de mens verlangt.

In een strikvraag wilden de Farizeeën Jezus een uitspraak ontlokken tegen de letter van de wet in, maar zij kregen een antwoord over de geest waarin de mens de wet dient te beleven. Zij vroegen naar de bekende Weg: ‘Meester, wij weten dat Gij oprecht bent en U aan niemand stoort, want Gij ziet de mensen niet naar hun ogen. Maar leert de Weg van God in oprechtheid. Is het geoorloofd aan de keizer belasting te betalen of niet? Maar Jezus antwoordde: ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en geef aan God wat God toekomt. (Mc 12:13-17).

Het hoogtepunt van de Bijbelse Weg-symboliek onthult Jezus in de verklaring over zichzelf: ‘U weet waar Ik heenga en ook de Weg daarheen is u bekend. Thomas zei tot Hem: Heer, wij weten niet waar U heengaat: hoe moeten wij dan de Weg kennen? Jezus antwoordde hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij’ (Joh.14:4-6).
Ons taalgebruik is doorweven met deze symboliek. Sterven heet in een wat plechtiger zegswijze: ‘de weg van alle vlees opgaan’. De brede weg is de weg van de zonde, en de smalle weg, de weg naar God. En daartussen ligt de gulden middenweg. En wat heel oud en bekend is heet: ‘zo oud als de Weg naar Rome.’ Wie de Weg van Christus bewandelt en in zijn voetspoor gaat moet Hem navolgen, en een beroemd boekje op die weg is de ‘Navolging van Christus geworden’.

In het kerkelijk jaar worden de heilsmysteries van Christus’ levensweg gevoerd in de loop van het jaar: geboorte, dood en verrijzenis. De herinnering aan de Lijdensweg van Jezus voerde de eeuwen door tot bedevaarten langs de Via Dolorosa in Jeruzalem en tot biddend trekken langs de ‘Kruisweg’, in de bedevaarten en kerken. En de diepste zin van elke bedevaart van elke pelgrimstocht is vooral het biddend en ingetogen ‘Onderweg’ zijn.

In het Tweede Vaticaans Concilie is voor heel de kerk het Symbool van de Weg voor de Kerk belangrijker is geworden, dan het symbool van de burcht. Sindsdien spreken wij over God volk onderweg. De Weg die Jezus gaat is de Weg van Vrede, de Weg van de Liefde en de weg van alle Gerechtigheid. Het Joodse woord voor vrede is Sjaloom (Jeru-sjaloom betekent: betekent ‘stad van vrede’, maar eigenlijk betekent sjaloom veel meer. Het betekent: ik hoop dat het jou goed mag gaan: lichamelijk, een goede gezondheid, geestelijk (psychisch) en sociaal, in je contacten met elkaar. Dat het goed met je mag gaan op alle terreinen van je leven en de Weg die je dan inslaat. Als we de eucharistie beginnen, wens ik u de Weg van Vrede toe. Aan het einde van de mis zeg ik niet ‘doeg, tot de volgende week, nee, ik zeg ‘laten we heengaan op de Weg van elke Vrede. En dat woord vrede heeft dan alles te maken met het Joodse woord ‘sjaloom’: dat het u de komende week goed mag gaan: lichamelijk, geestelijk en sociaal (in contact met anderen en in uw contact met God). De Weg van de Vrede is in de eucharistie altijd het eerste en het laatste woord!

De vrede die wij hier ervaren moeten wij uitdragen in onze eigen omgeving. Wij zullen op weg moeten gaan om de zorgen en noden van anderen te delen. En bij het breken van het Brood zal ik de woorden van Jezus herhalen: ‘Mijn vrede geef ik u.… mijn vrede laat ik u…’ Daarmee zegt Jezus dat uiteindelijk Vrede het zal winnen van alle Oorlog, haat en onverschilligheid. Dat is ons toegezegd bij de geboorte van Jezus: ‘Vrede op aarde aan de mensen van goede wil’. Wij weten dat oorlog geen natuurwet is, maar Vrede. Onze geschiedenis mag dan aan elkaar hangen van wapenfeiten, uiteindelijk is onze geschiedenis een heilsgeschiedenis, waarin we steeds meer toe mogen groeien naar elkaar en naar God.

Het evangelie vertelt vandaag iets over de 72 leerlingen die de Weg van de Vrede moeten gaan brengen. Als je een huis binnengaat, moet dat je eerste woord zijn. Je moet zieken genezen en zorgen voor hun welzijn. En er zijn wat een zieken! Veel zieke mensen, maar ook veel gezonde mensen zijn ziek. Mensen die lijden aan stress. Mensen die het slachtoffer zijn van de opgeklopte prestatiedwang in fabrieken en bedrijven, op scholen en kantoren.

Er zijn veel mensen die lijden aan ontevredenheid, die nergens blij mee zijn, die mateloos diep in de put zitten, die lijden aan materialisme en egoïsme. Als Jezus zegt dat de 72 leerlingen op Weg moeten gaan om zieken te genezen, krijgen ze de opdracht om deze wereld om te vormen tot de wereld van God. Heb je daar een theologische opleiding of een universiteit voor nodig? Sint Franciscus was geen priester. Hij had geen theologische opleiding gehad. Maar wat een Vredesweg heeft die man gebracht! Als Jezus het heeft over theologisch opgeleide mensen, dan zijn er inderdaad weinig arbeiders. Het aantal priesters en dominees is laag. Maar als we ervan uitgaan dat iédereen geroepen is om op Weg te gaan, om de Vrede van God gestalte te geven in zijn of haar omgeving, ziet het er zo slecht nog niet uit! Met z'n allen mogen de ontevredenheid te lijf gaan. En de ziekte van onze tijd is het materialisme: alsmaar meer willen hebben, alsmaar meer willen genieten, vaak ten koste van anderen, ten koste van je zelf. Er zijn toch arbeiders genoeg die mensen vrede en tevredenheid kunnen brengen?

Jezus zendt ons als schapen onder wolven. Wij strijden niet met gelijke wapens: list tegen list, geweld tegen geweld. Het Rijk Gods is geen resultaat van menselijke planning en organisatie. Tussen mensen die alles verwachten van deze wereld staan christenen machteloos als schapen. Maar intussen weten we ook na 2000 jaar dat niemand de komst van het Rijk van God kan verhinderen. De Blijde Boodschap zal haar Weg ook wel vinden in het jaar tweeduizend. Onze opgave is om te blijven getuigen van Gods sjaloom, zonder al te veel ballast mee te sjouwen!

Ambro Bakker s.m.a.
Deken van Amsterdam
H. Augustinus