St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Zaligsprekingen

Zalig ben je… gelukkig ben je… Deze belangrijke passage uit het evangelie van Matteüs hebben we wellicht al vaak gehoord. De zaligsprekingen vormen een soort Mission-statement. Jezus zegt met deze tekst waar hij voor staat. Deze tekst is ons vertrouwd. Zo klinken de zaligsprekingen elk jaar op het feest van Allerheiligen. Heiligen, zijn zalig, gelukkige mensen, juist omdat ze doen wat gedaan moet worden: in alle eenvoud en soberheid getuigen van het leven, van God die, hoe dan ook, de Levende is voor alles en allen. Maar vandaag is het gewoon een ‘zondag door het jaar’, niets bijzonders. En dan horen we de zaligsprekingen in een ander licht. Het gaat niet over heiligen, nee, Jezus spreekt tot de menigte, tot de gewone mensen, mannen en vrouwen zoals u en ik.

Wat betekent het als we de zaligsprekingen verstaan als een tekst die tot óns is gericht. Gelukkig ben je, zalig ben je. Laat die woorden eens tot u doordringen. Kunnen we dat wel tegen elkaar zeggen? Of moeten we zeggen: als je gelukkig wilt zijn, kijk dan eens anders. De wereld hunkert naar échte leiders: mensen in wie je wérkelijk vertrouwen hebt, naar wie iedereen automatisch luistert. Vooral als de problemen erg groot worden, dan verlangen we naar een sterke arm. In tijden, waarin veel op de helling staat, groeit de behoefte aan mensen die van bovenaf alles regelen. En je ziet dat er in kerk en wereld mensen opstaan die met genoegen de touwtjes in handen willen nemen. Toch hebben we diep in ons hart meer behoefte aan iemand die niet boven ons staat, maar midden tussen ons in! Aan iemand die je het gevoel geeft: met jou wil ik het samen doen, want ik heb respect voor je, ik vertrouw je, ik geloof in jouw mogelijkheden!

Jezus klimt de berg op. Hij gaat zitten en begint zijn Bergrede met de zogenaamde ‘acht zaligheden’. Die berg is symbolisch. Er zijn geen echte bergen in die streek. Het moet een heuvel geweest zijn. Bergen zijn relatief. De St. Pietersberg bij Maastricht is alleen een berg omdat die in ons land ligt. Maar het zijn geen hoge bergen, want wij hebben alleen heuvels in Nederland. En toch noem we ze: de St. Pietersberg, de Vaalserberg, de Cauberg... Op zo’n heuvel, moet Jezus zich hebben neergezet. Toch noemt het evangelie die heuvel een berg. Niet zomaar een berg. Het is dé berg. Wat Matteüs duidelijk wil maken is dat er een relatie bestaat tussen Jezus en Mozes. Mozes ontving de tien geboden op de berg, Jezus geeft zijn Acht Zaligsprekingen ook van 'n berg.

Jezus geeft ons daarmee zijn regeringsverklaring. Hij spreekt tot duizenden mensen die op zoek zijn naar de zin van hun bestaan. Jezus praat niet uit de hoogte, maar Hij richt zich tot mensen die geïnteresseerd zijn in zijn stijl van leven. Hij zit wat hoger om al die mensen in het gezicht te kunnen kijken. Hij laat zijn blik gaan over al die mensen die door niemand worden gehoord of gezien. Het zijn arme en berooide mensen zonder macht. Ze hebben verdriet om de pijn van de wereld. Het zijn mensen die het allemaal niet zo zeker weten, maar wel vlijmscherp aanvoelen waar het in het leven om gaat: om vergeving en verzoening, je niet rijker maken over de rug van een ander heen, je leven durven breken en delen.

Jezus zegt: Zalig de armen van Geest! Sommige Joodse Rabbijnen vertalen het woord ‘zalig’ door ‘mensen, wat zijn jullie eigenlijk gezegende mensen!’ Wat ben Ik blij dat Ik jullie heb leren kennen, want op mensen als jullie bouw Ik mijn Koninkrijk. De ‘Armen van Geest’ zijn die mensen die gerechtigheid zoeken, maar teleurgesteld, vernederd en verslagen worden. Ze zijn ‘arm van geest’ in de betekenis van: uitgeblust, het elan is eruit geslagen. Ze zijn verlamd door alle onrechtvaardigheid in de wereld, praten over ‘dweilen met de kraan open’ en over de ‘druppel op de gloeiende plaat’.

Zalig die vervolging lijden! Ik denk aan de talloze slachtoffers van de strijd in Oekraïne, en op de vele plaatsen in de wereld die elkaar naar het leven staan. Ook mensen die vervolgd worden in onze eigen samenleving. Aan de kant worden ze gezet, alleen maar omdat ze opkomen voor het recht van buitenlanders, 't recht van baanlozen. Mensen die zich zorgen maken over de toekomst van deze oude aarde. Zalig zij die vervolging lijden!

Jezus prijst andere mensen zalig dan die welke door de kijkcijfers en reclame zalig verklaard worden. Het gaat de Schriften nooit om krachtpatsers, maar altijd om de machtelozen, die geloven dat God alles ten goede zal keren. Op zwakke schouders ligt Gods Koninkrijk. Ik noem een paar van die schouders:

De zaligsprekingen van Jezus zijn 'n schot in de roos, want ze roepen op tot een menswaardig leven. Jezus daagt vanaf de berg zijn toehoorders uit om te werken aan een betere wereld. Jezus heeft mensen nodig: gezegende mensen, zalige mensen, mensen naar zijn hart. Dat is het ware leiderschap van Jezus: mensen uitnodigen, uitdagen, serieus nemen. Dat je blij bent met de mensen die God aan je zorgen heeft toevertrouwd. Het Rijk van God heeft nog geen vaste vorm gekregen en alle tranen zijn lang nog niet uit alle ogen gewist. Maar 't mosterdzaadje van de hoop kan niemand de armen ontnemen: ze dragen het in zich als 'n onverwoestbaar teken van hoop. Om de zaligsprekingen in de realiteit van iedere dag waar te maken, zijn mensen en middelen nodig. God kan het niet zonder ons en onze inzet. Daarom vraagt Hij om anders te gaan kijken naar de mensen om je heen, die wij ontmoeten, met wie wij leven. We moeten andere mensen in het licht brengen, want elk mens is het waard om door onze inzet Licht te dragen, om gelukkig te zijn. Tegen elk mens wordt principieel gezegd: ‘zalig ben je… gelukkig ben je…’ Het is in de letterlijke zin een opwekkende tekst, een verhaal om je fier en met vertrouwen van harte op weg te zetten.

Ambro Bakker s.m.a.