St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Oog om oog, tand om tand

Op dit moment zitten de kinderen van het kinderkoor, maar ook de kinderen in de kerk, en nu in de pastorie. Zij hebben het over de Schepping. Het is God die de hemel en de aarde gemaakt heeft. De kinderen horen het verhaal over toen alles nog donker was, maar God was er al. Hij zei: er moet licht komen, een mooie warme gloed jaagt het donker weg. Dat is heel goed bedacht, zei God. Hij noemde het licht ‘dag’ en het donker ‘nacht’. Als ze straks weer in de kerk komen vertellen of God die hemel en aarde gemaakt heeft. Voor ouderen is het al duidelijk wat het woord Schepping betekent. Het is het moment waarop God aan het roer zat. In het evangelie dat ik voor volwassenen ook iets ga vertellen over hoe wij in ons leven omgaan met hemel en aarde.

Het evangelie zegt: ‘Gij hebt gehoord dat God gezegd heeft ‘Oog om oog, tand om tand’, maar ik zeg u geen weerstand te bieden aan al dat onrecht. Als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere wang toe. Wees dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is! Hoe volmaakt zijn wij? Hoe gaan wij om met de Schepping, met hemel en aarde. Daar valt veel over te zeggen. Hoe zit onze wereld eruit?

We zitten vandaag nog steeds in de Bergrede van Jezus. Die Bergrede is eigenlijk de regeringsverklaring van Jezus. Hij wijst ons ándere wegen naar geluk en vriendschap. Hoe ziet onze wereld van 2023 uit? Vandaag komt Jezus weer met een paar harde uitspraken: Al Hij zegt: het is oog om oog en tand om tand. Dat was ten tijde van Jezus de gedragsregel van het Joodse Volk. Dat stond ook in de wet van Mozes. (Exodus 21:24) Eigenlijk 'n positieve gedragsregel, want het hield het kwaad binnen de perken. Als iemand je onrecht had aangedaan, mocht je in geen geval meer van de ander nemen dan jou was aangedaan. Wij vinden het maar wreed ‘oog om oog en tand om tand’, maar wij hanteren die regel nog. Niet zo bloedig en maar veel verfijnder.

Maar Jezus vraagt ons ook de minste te durven zijn. Geen gemakkelijke opgave. Als iemand u slaat op de rechterwang, keer hem dan ook uw andere wang toe. Dat is ándere taal, dan met gelijke munt terugbetalen. Bovendien kun je iemand alleen op de rechterwang slaan, als je dat met de rug van je hand doet. Een teken van diepe verachting. De voorbeelden die Jezus gebruikt zijn niet zonder humor. Iemand wil met je procederen en vraagt je het hemd van je lijf. Jij zegt: Je vraagt me het hemd van het lijf, hier heb je ook nog m'n jas!

Mensen die denken dat zij de baas kunnen spelen…: ‘Ik wil dat je een mijl met me meeloopt. Ik zegt ontwapenend: ‘Prima, man, ik loop niet een, maar twee mijl met je mee!’ Wat gebeurt er dan? Precies, de ander staat versteld. Hij ontspant zich, is verbijsterd of barst in lachen uit. Zo doorbreken we de escalatie. Er ontstaat iets nieuws. Zo is er ook iets nieuws ontstaan, toen Jezus een voorschoot voordeed en zijn leerlingen de voeten waste. Hoe ver moet je dan in het leven gaan? Al te goed is buurmans gek! Maar hoe ver moet je gaan? Jezus zegt: zo ver mogelijk...! Zelfs je vijanden liefhebben! Dat is het topje van de spits van de berg, De naaste, dat zijn diegenen die je lief zijn: je vrouw, je man, je kinderen, je vrienden. In eigen kring willen we wel wat doen, hoewel het wij zelf vaak inde fout gaan!

Vijanden, dat zijn de mensen met wie je niets te maken wilt hebben. Jezus zegt: neem initiatieven tot vrede en verzoening, doorbreek barrières, ontdooi bevroren verhoudingen. Doorbreek je grenzen. Spreek je vijanden zó aan, dat ze weer mensen worden. Jezus leert ons royaal om te gaan met de wet. Niet het minimum, maar het maximum. Als christen behoor je niet precies te weten wat je rechten en je plichten zijn. Het is niet het fatsoen van mensen die gebaande wegen gaan, veilige paden bewandelen en daar nog heel tevreden mee zijn ook! Het is niet de dwang van je aan de regels moeten houden. Het is niet gebukt gaan onder dit mag wel en dat mag niet, dit moet zus en dat moet zo. Het is niet krampachtig of angstvallig je best doen, want dan komt Gods Koninkrijk er niet. Het is leven vanuit overvloed. Maar het is leven vanuit een royale gerechtigheid:

Jezus vraagt ons de gerechtigheid niet met mondjesmaat te beleven, maar de gerechtigheid royaal in te vullen. Royale gerechtigheid is verder gaan dan je wilt, dan je kunt, dan je moet. Het is grenzen overschrijden. Het is iets nieuws durven beginnen door de minste durven zijn. Wij zeggen: als je zo leeft, dat kan niet: dat is te gek. Dat hoef je niet te doen. Zo ver hoef je niet te gaan. Het is waar: zulke dingen gebeuren niet vaak. Maar als ze gebeuren, dan breekt het licht van Gods Koninkrijk door. Een volgeling van Jezus werkt niet mee aan de spiraal van het geweld en vergeldt geen kwaad met kwaad.

Overal in de wereld tref je bikkelharde tegenstellingen aan. Mensen voelen zich tekortgedaan en nemen het recht in eigen hand. Geweld tegen geweld. In de Bergrede klinkt een ander geluid: doorbreek die cirkel van het kwaad, want anders kom je niet verder. Begin maar te geven, zonder de angst om zelf te kort te komen. Betaal niet altijd met gelijke munt terug. Zet zelf de eerste stap, en kom over de brug. Alleen zo kun je de spiraal van alle geweld doorbreken. Wees gewoon ontwapenend in je optreden, maar ook in je omgang met God en je omgang met je naasten!

Ambro Bakker s.m.a.
H. Augustinus