St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Jezus op de berg Tabor

Wat doen we met het verhaal over de gedaanteverandering van Jezus? Is dat nou echt gebeurd, of was het alleen maar een visioen, of misschien een droom? Zelfs Jezus schijnt in die termen te spreken, als Hij verbiedt om met iemand te praten over wat ze op de berg Tabor gezien hebben. Maar misschien bedoelt Matteüs te zeggen dat het geen droom is. Want Jezus werd voor hun ogen van gedaante veranderd, zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend aan het licht.

Jezus bidt op de berg Tabor. In het noorden van Israël, vlak bij Nazareth, ligt eenzaam in het landschap de berg Tabor. Het is deze berg, die als van oudsher wordt gezien als de berg waar Jezus in het bijzijn van Petrus, Jacobus en Johannes van gedaante veranderde. Wat is er aan de hand? Jezus, de rabbi van Nazareth, trekt weldoende rond, geneest zieken, bemoedigt mensen en krijgt leerlingen. De mensen lopen hem na. En de overheid vindt het maar niks en vreest een oproer van het volk. Ze worden door Jezus opgehitst, zeggen de machthebbers. Jezus vraagt zich af: wie ben ik eigenlijk, wat moet ik toch, waar loopt dit op uit? Zal het wel goed met mij aflopen? Zal de overheid mij niet arresteren om mij het leven te benemen? Wat moet ik doen? Petrus zegt: jij bent toch de Christus, de Messias, de redder van Israël. Jezus zegt dan: ‘hou toch je mond, man, laat ze het niet horen’. En Jezus zoekt met zijn vrienden de stilte, de rust, de bezinning op die hoge berg Tabor. Een hoge berg is in de Bijbel altijd de plek vanwaar God spreekt. Jezus komt tot rust, Hij wordt een ander mens en begint te stralen.

Het evangelie vertelt: opeens verschenen Mozes en Elia, die zich met hem onderhielden’. Mozes, hij staat voor de Wet, de richtwijzers in het Oude Testament om goed en rechtvaardig met elkaar te kunnen leven. Naast Mozes staat Elia. Elia staat voor de verhalen van al die profeten in het Oude Testament, die de mensen aansporen zich wél te houden aan die Richtwijzers van God. Jezus krijgt door hun aanwezigheid antwoord op de knellende vraag: wat moet ik, wie ben ik? Jezus, zegt tegen Mozes en Elia: ga er mee door, ondanks alle tegenstand die jullie ondervinden. Petrus ervaart ook dat een belangrijk moment is. Hij wil het vasthouden Hij wil niet weg. Laat ons drie tenten bouwen, roept hij. Eigenlijk staat er: ‘drie tabernakels’, alsof hij wil zeggen: het is hier zo goed, zo rijk, zo heilig, dat moeten we bewaren, opsluiten in de brandkast, zodat niemand erbij kan en het ons kan ontnemen. En dan spreekt een stem uit een wolk. Wie is dat? Het moet God zijn, want zo spreekt God ook in het Oude Testament. Dit is mijn Zoon, luister naar Hem’, zegt de Stem. Met andere woorden: God stelt zich vierkant op achter Jezus. Hij heeft goed gekozen. Hij gaat de goede weg in zijn leven. De leerlingen gaan ervoor door de knieën. Wat leven we eigenlijk toch in een slordige wereld! Dat vond Jezus ook! Hij heeft er van alles aan gedaan om die wereld beter te maken. Daarom ook trof Jezus het lot van alle wereldverbeteraars.

Jezus is op weg naar Jeruzalem. Hij weet dat het zijn laatste reis zal worden. Jezus gaat zijn weg als een zieke die pas van de dokter te horen heeft gekregen dat zijn leven bijna voorbij is. Jezus gaat zijn weg. Niemand die Hem kan ondersteunen, want niemand kan een mens vergezellen door die donkere tunnel. Alles moet je loslaten, het is zijn Vader die Hem zal helpen. Jezus zoekt zijn troost in het gebed. Jezus bidt op de berg. Niet omdat Hij verwacht dat God zijn weg ten dode zal ombuigen, want zijn kruisweg zal Hij moeten gaan. Maar wel krijgt Hij kracht naar kruis. Dezelfde God die zijn Woord gehouden heeft tegenover Abraham, tegenover Mozes en Elia, zal ook Hem erdoorheen slepen.

Bidden verandert je lijdensweg niet. Ziektes worden vaak niet weggenomen. Maar soms ervaar je het bij een zieke: wat is er met jou gebeurd? Wat ben jij veranderd! Door het gebed is er geen verandering gekomen in de ziekte, maar misschien is wel de zieke er intens door veranderd! Het gebed helpt Jezus niet van zijn lijden af, maar het sleept Hem er wel door heen. Met bidden krijg je je man niet terug, maar misschien sleept God je wel door die moeilijke tijd heen! 't Gebed kan een lichtkolom zijn in de woestijn van je bestaan! Je raakt soms onder de indruk door de wijze waarop zieken met het levenseinde worstelen. Om hen te bezoeken moet je vaak een drempel over, maar het betekent geen kruis. Het verrijkt vaak je leven, omdat mensen die ernstig ziek zijn laten zien met welke futiliteiten je elke dag bezig bent.

Zieken verrijken je leven. Ze zijn vaak hartverwarmend. En zelfs zo dat je soms denkt: hier ploegt een mens op zijn diepst. Hier, op deze plek, zou ik willen blijven wonen. Wat de leerlingen op de berg Tabor hebben ervaren is eigenlijk niet eens zo belangrijk. Belangrijker is het hoe zij dit visioen, deze droom, doorzetten aan de voet van de Berg. Daar waar wij ons niet op de vlakte houden krijgt onze dromen en visioenen geen kans. Ik zou het ook anders kunnen zeggen: als je boven op de berg hebt gezien hoe een mens als Jezus van Nazareth zijn gevecht met het leven heeft doorstaan. Als je dat gezien hebt, ga dan naar beneden en zet dat gevecht in je eigen leven voort. Als je ziet hoe eenvoudige mensen op hun ziekbed hun strijd voeren op leven en dood, ga dan terug naar huis en ga het gevecht met jezelf aan. Je hebt gezien hoe 't kan! Begin maar gewoon aan de voet van de Berg Tabor.

In deze vastentijd merken we dat God niet het gezicht heeft van een geslaagde, van een machtige. God heeft het gelaat van een mislukte, het gezicht van een gekruisigde. Zo komen we de jonge twijg van de verrijzenis op het spoor. Een twijg die voortkomt uit 'n oude, dorre, verdorde tronk: de tronk van Jesse. Zo ontstaat er hoop waar geen hoop meer is. Zo ontstaat geloof waar menselijkerwijze alle geloof verdwenen is. Zo ontstaat liefde waar mensen elkaar allang hebben afgeschreven. We moeten in ons leven steeds opnieuw de Berg op, die extra moeite doen, om in het hart van de realiteit te lezen wat er gebeurd is op de berg Tabor. En proberen we met gelovige ogen de ons omringende werkelijkheid te benaderen. Dan kan het gebeuren dat God naar ons toekomt, ongezocht en onverwacht. Mag de Heer ons de ogen openen, zoals Hij dat bij velen heeft gedaan, opdat wij zien wie Jezus Christus in ons leven werkelijk is.

Vanuit die geweldige ervaring op de Berg Tabor mogen we weten en ervaren dat God zelf een einde zal maken aan onze slordige wereld. Wij mogen in Zijn spoor gaan. En hoe, door in deze vastentijd bijvoorbeeld meer aandacht te geven aan zieken, vluchtelingen en vreemdelingen. Als wij daarmee beginnen zal de wereld er misschien met Pasen wat opgeruimder uitzien!

Ambro Bakker s.m.a.