St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Genezing Blindgeborene

In deze 40-dagen hebben we drie zondagen met lange evangelielezingen. Vorige week zondag was Jezus in gesprek met een vrouw bij de bron ‘levend water’ genoemd. Dit weekend wordt Jezus gepresenteerd als ‘het Licht van de Wereld’. En volgende week wordt Hij genoemd als ‘de Verrijzenis en het Leven’.

Drie lange lezingen die in de oerkerk werden gebruikt als godsdienstonderricht voor degenen die in de Paasnacht kunnen worden gedoopt. En in de Paaswake draait het om deze drie woorden: Jezus levend water (besprenkeling), licht van de wereld (Paaskaars) en de Opstanding uit de Doden. In deze 40-dagen hebben we drie zondagen met lange evangelielezingen. Vorige week zondag was Jezus in gesprek met een vrouw bij de bron ‘levend water’ genoemd. Dit weekend wordt Jezus gepresenteerd als ‘het Licht van de Wereld’. En volgende week wordt Hij genoemd als ‘de Verrijzenis en het Leven’. Drie lange lezingen die in de oerkerk werden gebruikt als godsdienstonderricht voor degenen die in de Paasnacht kunnen worden gedoopt. En in de Paaswake draait het om deze drie woorden: Jezus levend water (besprenkeling), licht van de wereld (Paaskaars) en de Opstanding uit de Doden.

De verhalen van Johannes zijn heel doordachte samenvattingen van wat er met en rond Jezus is gebeurd. Hij moet die verhalen vaak verteld hebben voordat hij ze neerschreef. Bij het schrijven moet Johannes rekening hebben gehouden met al die reacties die hij bij het steeds weer opnieuw wil vertellen. Zijn manier van werken geeft prachtige verhalen. Op den duur weet je precies hoeveel en welke woorden je moet gebruiken. Vandaag gaat het over een Blinde. En eigenlijk zijn we dat allemaal. Vaak zijn we ziende blind, en willen we alleen zien wat wij willen zien, En daarmee laat Johannes zien welke ware identiteit Jezus zelf heeft. Er zijn tenminste veel anderen die niet eens willen zien dat ze blind zijn, en die daarom geleidelijk steeds dieper in het duister raken.

Het gaat vandaag over het verband tussen zonde, ziekte en lichamelijke gebreken. Het gaat er ook over hoe we als gods­dienstige mensen in deze wereld staan. Omdat het Bijbelverhaal van de Blindgeborene vanmorgen centraal staat, heb ik het gevoel dat wij het proces van de Blindgeborene op vele moment van ons leven weer zelf meemaken. Blind zou ik in dit verhaal van Johannes vertalen met: ‘ik zie het niet zitten…’ In die zin kennen velen van ons vaak lange periodes van blind zijn. Voor hen hoeft het niet meer. Ze zien er heen gat meer in. Wat heeft het leven op deze manier nog voor zin, voor mij mag het afgelopen zijn. Totdat er eens iemand in je leven komt, die je ziet staan, die naar je omziet. Jezus ziet in het voorbijgaan de Blindgeborene. Jezus is hem heel nabij, raakt hem aan, maar geneest de Blinde niet. Wel brengt Hij hem in aanraking met zijn diepste krachten in ons leven. Maar of de Blindgeborene tot zien komt hangt af van hemzelf, hij moet er zelf op uit komen.

Op moeilijke momenten is het van groot belang dat je lieve mensen om je heen wilt hebben. Het zijn mensen die je graag wil zien. Maar ze nemen niets van je over, je moet er zelf door heen. En in hun nabijheid kun je dat ook. Dat is met de Blindgeborene het geval. De man heeft weer zicht op zijn leven. De reacties van de buren zijn vaak verdeeld. Sommigen zeggen: ‘Nee, dat is niet de man die hier vroeger zat te bedelen, hij lijkt alleen op hem. Een heel herkenbare reactie. In feite geloven ze niet dat iemand ingrijpend kan veranderen. Vaak blijven we zelf ons vastpinnen op je periode van blindheid. Maar ook de Farizeeën zijn verdeeld. Dat Jezus zich ingrijpend met deze man heeft ingelaten, is geen punt. Hij heeft het uitgerekend op Sabbat gedaan. Dat is tegen het zere been van de mensen die als waakhonden om de wet heen liggen. Op de Sabbat dien je rust te houden. Daar heeft Jezus zich ook aan gehouden. Maar de man komt niet van God, want hij onderhoudt de sabbat niet. Maar er zijn ook Farizeeën bij die minder star zijn

Opmerkelijk is dat de Blindgeborene steeds sterker wordt en steeds zelfverzekerder. Hij kan ons leren opkomen voor onszelf, en ziet waar het Jezus om gaat. Jezus laat niet over zich heenlopen, zelfs niet door de Farizeeën. Er is een moment in het verhaal dat de man die ziende is geworden bijna provocerend omgaat met de Farizeeër. Het schuwe vogeltje heeft zijn vleugels uitgeslagen. Als de Farizeeën weer naar hem toekomen om het hele verhaal nog een keer te horen, zegt hij: ’Waarom wilt ge het opnieuw horen? Wilt je soms ook leerling van Hem worden?’ Lopen wij zelf over van zelf vertrouwen. Het gevolg is wel dat de Farizeeën hem officieel buitensluiten. Hij mag niet meer deelnemen aan het officiële godsdienstige joodse leven. De synagoge is voor hem verboden terrein. Dat brengt hem in een isolement. Kan hij dat aan? Is hij zo sterk en zo stressbestendig dat hij er niet aan onderdoor gaat? En in die moeilijke situatie is uitgerekend Jezus weer ter plekke om hem een hart onder de riem te steken!

In de Bijbel is blindheid het symbool van de verblinde mens. Toen de sterke Simson door Delila was bekoord en door háár toedoen het licht van z'n ogen had verloren, gaf God hem nog éénmaal zijn kracht terug. Terwijl het licht van zijn ogen gedoofd was, brak het licht in zijn hart door (Richteren 16). De profeet Jesaia krijgt tot opdracht: ‘Leid het volk voor, dat ogen heeft, maar velen toch blind zijn’ (43:8). Het behoort tot de tekenen van de naderende heilstijd, dat blinden weer gaan zien: ‘Jahwe opent de ogen der blinden’ (Psalm 146:8). ‘Die dag horen doven wat er voorgelezen wordt, en zien de blinden, want hun ogen zijn bevrijd van de duisternis en donker’ (Jesaia 29:18).

Wie van ons zien wij vandaag in dit verhaal? Allereerst Jezus. Voordat de blinde kan zien, wórdt hij gezien door Jezus. Maar steeds meer mensen zien niet wie Jezus en waar Jezus is. Jezus ziet goed, zelf bij die ene mens die ene mens. Ieder mens ziet Jezus, want elk mens is voor Hem uniek, en is elke moeite waard. Zo wandelt Jezus in het spoor van God die zich zelfs druk maakt over 'n mus die van het dak dreigt af te vallen. Jezus kan goed zien, is niet stekeblind, want Hij ziet niemand pijnlijk over het hoofd. Sterker nog: het lijkt wel alsof Hij een voorliefde heeft voor mensen die door 't leven onderuit zijn gehaald: de tollenaar Zacheüs, de publieke vrouw, de Samaritaanse, een van de moordenaars die met hem gekruisigd werden. Hij heeft blijkbaar een voorliefde voor verbitterde en ontgoochelde mensen. Jezus is niet stekeblind, want hij ziet ons. Hij zegt dat ook in een verhaal over het verloren schaap, de verloren zoon, het verloren geldstuk.
Jezus ziet geen mensen over het hoofd, zeker niet als ze verbitterd zijn en moeilijk bereikbaar.

De blinde vallen de schellen van de ogen, als hij plotseling ontdekt waar het in zijn leven wérkelijk om draait. Tenslotte is me opgevallen dat de Blindgeborene in het verhaal niet bij name wordt genoemd. Mag hij dan geen naam hebben? Ook de vrouw bij de bron. Het evangelie van vorige week zondag. - heeft geen naam. Dat is bij Johannes geen toevalligheid. Wij mogen opnieuw ónze eigen naam invullen. Jezus als het Licht van de Wereld, ook voor ons.

Misschien dat met Pasen ons de schellen van de ogen vallen en dat wij elkaar en deze wereld, en misschien zelfs God, gaan zien met nieuwe ogen. Het feest van de opstanding heeft alles te maken met opstaan aan elkaar, zelfs aan verbitterde en ontgoochelde mensen. Blijf je hand maar toesteken, want eens komt de dag waarop je elkaar weer bekijkt met nieuwe ogen. Jezus heeft ons laten zien dat échte goedheid elke vastgelopen relatie tóch kan ontdooien. Tenminste als we het leren om in het leven écht te zien. Ik ken mensen die blind zijn, maar in hun leven meer zien wie Jezus van Nazareth is, dan anderen. En er zijn op dit moment bijzonder veel mensen die hun zicht op Jezus van Nazareth volledig kwijt zijn geraakt. Ze zijn voor Jezus bijna blind geworden. Hoe is mijn zicht op Jezus? Onze zicht op Hem, kan alleen, als wij onze ogen- en oorkleppen afzetten en wij elkaar en God eens echt weer in de ogen durven kijken.


Ambro Bakker s.m.a.