De titel van de overweging

Beste parochianen, Vandaag is niet de evangelist Johannes, maar de evangelist Lucas aan de beurt. Hij vertelt misschien wel het mooiste Paasverhaal dat we kennen: de ontmoeting met de Emmaüsgangers. Hier wordt de reisdraad weer opgepakt.
Jezus is een onbekende reiziger die oploopt met twee leerlingen die op weg zijn naar de stad Emmaüs. Beiden zijn gedesillusioneerd over de wijze waarop Jezus aan het einde van zijn leven is gekomen. Ze hadden al hun hoop op Jezus gevestigd en die hoop is de bodem ingeslagen. Jezus, van wie ze dachten dat hij de grote profeet was, is gekruisigd.
Terwijl ze hun teleurstelling met elkaar delen, mengt iemand zich in hun gesprek en werpt een ander licht op de gebeurtenissen. Maar wie is die iemand die ook met de Emmaüsgangers meeloopt? De Emmaüsgangers kennen alleen een dode Jezus, maar zij herkende Hem niet als de opgestane Jezus van Nazareth. Ook hier betekent Verrijzenis nieuw licht op het leven van Jezus, maar ook op onze eigen levensweg, want het vergaat ons vaak weinig anders dan de Emmaüsgangers. Ze raken ontgoocheld. De verwachtingen die zij over hun leven hadden, spatten uit elkaar. Fini, het verhaal is uit. Ze hebben veel verdriet. En zij vertellen het verhaal over hoe hun Jezus werd begraven.
Rembrandt schildert de apostel Petrus als metgezel. Of was het de vrouw van Kleopas, ook een leerling van Jezus? Twee volgelingen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Met veel enthousiasme waren ze Jezus gevolgd. Al hun hoop hadden ze op Hem gevestigd. Ze waren erbij geweest, toen Jezus in Jeruzalem werd gearresteerd. Ze waren er getuige van geweest hoe Hij werd gegeseld en aan het kruis geslagen werd. De Emmaüsgangers vertelde na de arrestatie dat zij nog gehoopt hadden dat Jezus zich op een of andere manier, desnoods door een wonder, zou bevrijden. Maar toen er niets gebeurde, hadden ze de hoop al spoedig opgegeven en met eigen ogen hadden ze gezien hoe Jezus was gestorven en stijf en koud in het graf van Arimathea was neergelegd. Ze hadden de steen gezien die voorgoed het graf gesloten had. Met de steen die het graf van Jezus afsloot was ook hun verleden afgesloten. Hun idealen lagen aan scherven. Diep teleurgesteld keerden ze de heilige stad Jeruzalem de rug toe en gaan weer terug naar het dorp Emmaüs.
Opvallend is dat er twee dorpen Emmaüs met die naam zijn. De een ligt op zo’n 30 kilometer van Jeruzalem. De ander op 5½ kilometer. Misschien dat Lucas de heen en terugweg bij elkaar optelt, als hij aan het begin van het evangelie vermeldt dat het dorp Emmaüs ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Eigenlijk is dit dorpje Emmaüs geen echt dorpje. Er is een groot garnizoen van de vijand gelegen, een sterk Romeins bolwerk.
De gang van de leerlingen van Jeruzalem naar Emmaüs, dat weten bijbelgeleerden ons haarfijn uit te leggen, is een weg gaan van volledige capitulatie. Het is het beeld van de Nederlandse soldaat met de witte vlag op de Maasbrug op weg naar de Duitse bezetter. Het betekent het einde van alle dromen rond vrede en vrijheid. Daarom horen de leerlingen niet in Emmaüs thuis.
Terwijl ze met elkaar hun teleurstellingen bespreken horen ze voetstappen achter zich. Iemand uit Jeruzalem komt hen achterna. Als de vreemdeling ze heeft ingehaald, vraagt Hij: ‘Wat zien jullie er bedroefd uit! Wat is er gebeurd?’ ‘Nou, dat is ook een vraag’, zegt een van hen, ‘Bent u dan een vreemde in Jeruzalem, weet u niet wat er daar gebeurd is de laatste dagen?’ Dan vertellen de Emmaüsgangers de vreemdeling de reden van hun droefheid en teleurstelling. Hoe zij geloofd hadden dat Jezus de Messias was. Maar dat alles op niets was uitgelopen. Maar het zijn nu al drie dagen geleden sinds Jezus gestorven is, en begraven!
Wel zijn er praatjes van vrouwen in omloop zegt een van de Emmaüsgangers. ‘Er zijn vrouwen die beweren dat ze Hem weer hebben gezien, dat Hij uit zijn graf is opgestaan. Maar niemand gelooft daar iets van, vult de ander aan. Een prachtig en leerzaam verhaal: met mensen mee durven lopen, ook al gaan ze de verkeerde kant uit. Wij zijn anders: als wij menen het gelijk aan onze kant te hebben dan scheuren we de ander desnoods met geweld mee! Jezus gunt zijn leerlingen hun eigen weg en hun eigen tempo! Met elkaar mee durven lopen, ook als je zelf voelt dat het een doodlopende weg is. Elk mens heeft recht op zijn eigen weg. En je kunt pas tot bekering komen op je eigen levensweg. Elkaar vast blijven houden en elk mens zijn eigen weg gunnen in dit leven. Elkaar vast blijven houden, ouders, kinderen, echtgenoten, familieleden en vrienden, ook al vinden ze dat ze in het leven de verkeerde kant uit gaat. Elkaar vast blijven houden, desnoods de verkeerde kant uit. Dat heeft ook Jezus gedaan. Daarom was Hij in staat om de tollenaar Zacheüs, de publieke vrouw bij de bron over de streep te trekken. Daarom was Hij in staat om ook de leerlingen op weg naar Emmaüs weer over de streep te trekken!
Vorige week zondag ging het over gesloten ramen en deuren, vandaag gaat het over gesloten harten en geesten. De schellen vallen hen van de ogen, hun oordopjes en oogdopjes verwijderen zich. Ze weten en voelen nu: volgelingen van Jezus hoeven niet te capituleren, zelfs niet voor de dood. De bevrijding gaat door. Daarom gaan de leerlingen halsoverkop weer terug naar Jeruzalem. Daar vieren de leerlingen van Jezus al hun bevrijdingsfeest, inclusief Tomas, inclusief Petrus die zijn Heer driemaal verraden had, juist toen het eropaan kwam van Hem te getuigen! Wij zijn allemaal mensen die proberen om bij elkaar te schuilen, elkaar te verwarmen, elkaar te vertrouwen. Volgelingen van de verrezen Heer zijn betekent: het beste in jouw delen met elkaar. Daar word je meer mens van. Mens worden is het slechtste in jou toevertrouwen aan een mens die je lief is. Daar word je een beter mens van. Mens worden is doen als God: niet meer in de ruimte praten, maar je woord geven aan iemand die naast je staat.
Dat kán als je je deuren wijd openzet, ook voor mensen die volgens jou in deze wereld niet naar Jeruzalem maar naar Emmaüs gaan. Op je eigen weg mag je komen tot het geloof in de Verrezene. Misschien dat we dan pas de woorden van Lucas uit de eerste lezing van vanmorgen kunnen onderstrepen: ‘Ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop, omdat Gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk’ (Handelingen 2:26-27)
In Jezus’ verrijzenis laat Lucas de betekenis van de heilige Schrift zien. Dat maakt hem duidelijk wat de troostende woorden van Jesaja betekenen: moet je door het water gaan, maar ik ben bij je, je wordt door het water niet meegesleurd. Moet je door vuur gaan, het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien. Want ik, de Heer, ben je God, de heilige van Israël, je Redder (Jesaja 43:2-3). Er is geen donker hoekje waar het licht van Pasen niet doordringt. Er is geen graf waar in het leven zich niet al roert.
De Emmaüsgangers dringen er sterk bij die andere man (Jezus) bij hen blijft: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde (Lucas 24:19). Het is een beeld van ons eigen leven. Daar waar het donker wordt, waar de nacht zich in onze ziel nestelt, mogen we de Verrezen Heer vragen om bij ons te blijven. Dit is niet alleen een beeld van de Opstanding, maar ook voor de viering van de eucharistie.
Waar is Jezus nu te vinden? Misschien in de communie, waar we Verrezen Heer ontmoeten. Daar is Hij bij ons, hij spreekt tot ons, hij legt de Schrift uit en werpt; licht op het mysterie van ons persoonlijk leven. Dan beschrijft Lucas de maaltijd van de Verrezene en de Emmaüsgangers met dezelfde woorden die hij ook gebruikte bij zijn verslag van het Laatste Avondmaal. Jezus nam ‘het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun’ (Lucas 24:30). Als hij ons hart, ons verstand en onze ogen opent, gaan we met ‘brandende liefde’ van hem houden. We worden tot in het diepste van onze ziel door de woorden en daden van Jezus geraakt. Ons brandend hart drijft ons op weg terug naar elkaar. De Emmaüsgangers gaan het volgende moment al weer de deur uit, terug naar Jeruzalem om de andere leerlingen te vertellen wat ze hebben meegemaakt. De Opstandingservaring stuurt ons met Pasen op weg om anderen ook deelgenoot te maken van wat wij vandaag gezien en gehoord hebben in het verhaal van de Evangelist Lucas.
Ambro Bakker s.m.a.