St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Zegen mij op de weg die ik moet gaan, zegen mij op de plek waar ik zal staan

De lezingen uit het Johannesevangelie gaan over de tijd tussen Pasen en Pinksteren. Het is het feest van de overgang van duisternis naar licht, van dood naar nieuw leven. En dan komen we bij het Pinksterfeest. Dat is het feest van de bezieling, van inspiratie door de Geest van God. Jezus zegt: als je Mij liefhebt, zul je mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader u op het Pinksterfeest ons een andere helper geven om voor altijd bij jullie te blijven. En mijn Geest zal bij u blijven.

Met Pinksteren gaat het om de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Jezus niet zien en Hem ook niet kent. Johannes zegt: maar u kent Hem wel, want Jezus zal ook na Pinksteren bij u blijven. Hij blijft bij U en zal in u zien (Johannes 14:17) Het gaat om de Geest van God in zijn liefde. Vandaag gaat het dan ook om drie woorden:

Elkaar liefhebben,
De wet onderhouden
En Mijn Vader zal u een Helper sturen, de heilige Geest.’

Met Pinksteren gaat het om het om het woord ‘Geest’. Misschien kunnen we ons vandaag een paar van die vele uitdrukkingen voor de ‘geest halen’. En weet u dat het in de Bijbel het ook vaak over ‘de geest’ gaat. In de Bijbel kom je het woord ‘Geest’ bijna vijfhonderd keer tegen! Een paar voorbeelden:

Ik zei het al: in de Bijbel gaat het ook 500 keer over ‘de geest’. Ik geef u enkele belangrijke Bijbelse voorbeelden:

Voor Jezus is zijn heilige Geest verbonden met het woord ‘Liefde’. En Jezus zegt: Als u mij liefhebt, zult u mijn geboden zeker onderhouden’. Maar wat is liefde waar Jezus het over heeft? Soms denk ik weleens: liefde is eeuwig, maar alleen de partners wisselen! Maar laten we ons vandaag niet van de wijs brengen. Kunnen wij elkaar ontrouw worden, bij God gaat het altijd om de eeuwige liefde! Er speelt zich wat af rond het woord liefde. Je hoeft de radio of televisie maar aan te zetten en binnen een halve minuut hebben ze het wel over het woord liefde. Maar over welke liefde gaat dat dan? Over een verre droom, dat onbereikbaar ideaal, of over de liefde die te maken heeft met de werkelijkheid van elke dag? Elke liefdesroman eindigt met de woorden: ‘en zij leefden nog lang en oppervlakkig,’ sorry, ik bedoel ‘gelukkig!’

Maar wanneer komt dat tweede deel uit? Dat ‘ze lang en gelukkig leven wil ik graag geloven, maar ik ben nog nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag hoe wij lang en gelukkig leven. Sterker nog: ook de Bijbel begint alles met het verhaal van het ontstaan van de Liefde. Maar is dat verhaal dan echt gebeurd? Hoe kun je je dat afvragen? Dat verhaal gebeurt toch nog elke dag! Je bent naar Amsterdam geweest, gezellig winkelen in de Kalverstraat. Iemand vraagt: ‘heb je nog iemand gezien?’ Het antwoord is dan veelal: ‘Nee, niemand!’ Alsof er niemand in de Kalverstraat loopt! Je loopt er wel, maar er is niemand die je groet en die jij antwoord geeft. Je kunt dan je liefdeslied niet zingen...

Er zijn veel mensen in deze wereld die rondlopen zonder dat ze hun liefdeslied kunnen zingen. Zo ook Adam. Hij loopt doelloos rond. God geeft hem dieren. Adam geeft de dieren een naam. De mens wordt boer. Maar zijn bruiloftslied kan hij niet zingen! En dan - in nacht vol dromen - valt Adam in een diepe slaap. God neemt een rib uit zijn zijde en vormt daar 'n andere mens uit. En de volgende morgen wrijft Adam de slaap uit zijn ogen. Hij kan zijn ogen niet geloven: eindelijk ziet hij iemand, een ander mens, vlees van zijn vlees en gebeente van zijn gebeente! Hij zal ongetwijfeld gedacht hebben: ‘Ze kostte een rib uit mijn lijf, maar ze is de moeite, ja alle moeite waard!’

Je loopt te midden van duizenden mensen, maar je kunt je liefdeslied niet zingen. En dan kan het gebeuren: daar is hij dan, ‘vlees van mijn vlees. Daar is zij: gebeente van mijn gebeente!’ Wat is liefde? De Bijbel is daar duidelijk in. God zegt: ‘Ik heb jouw naam, ook die van jou, geschreven in de palm van mijn hand’. Dat lijkt wel op ’n liefdesverklaring. Als 'n Joods meisje verliefd is, schrijft ze de naam van haar geliefde in haar handpalm, om zo die naam nooit meer te vergeten. Zo heeft ze die naam altijd voor ogen! Dat doen jongeren van deze tijd nog! Niet meer in hun hand, want die hebben sommigen voor hun proefwerk nodig! Maar de naam van de liefste jongen of meisje van de klas staat wel op elke bladzijde van hun agenda. Soms hebben ze de buitenkant van heel hun schooltas volgeschreven met namen van filmsterren en popsterren die waanzinnig worden aanbeden.

Als je jong bent kan verliefdheid snel weer plaatsmaken voor 'n nieuwe vlam. Maar alleen bij God staat jouw naam voorgoed geschreven in de palm van zijn hand. En die naam veegt hij nooit meer uit! God is zo bezorgd om mensen dat Hij niemand laat vallen, zelfs niet in de donkere aarde. Hij belooft de mens, geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, dat hij terecht zal komen in zijn levende handen. De liefde van God is eeuwig. Hij draagt ons zelfs door onze dood heen! Omdat God liefde is, mogen wij geloven in een eeuwig bestaan bij God. Dat is de blijde boodschap: waar mensen elkaar niets meer kunnen beloven, ontvangen we de grootste belofte van God, de enige belofte die toekomst heeft: dus laat je dan maar vallen, mensenkind. Want je komt niet aan het levenseinde niet terecht in een eindeloos ravijn. Want Jezus zal zeggen: Ik zal je opvangen en wegdragen op mijn Goddelijke vleugels.

Is met de dood niet alles afgelopen? Maar als wij leven van liefde, moet er toch iets meer zijn? Wij hebben het toch over de liefde ‘die eeuwig is’, een eeuwige liefde, een liefde die blijft ook als je bent heengegaan. Ik hoor mensen vaak zeggen: na je dood is nog nooit iemand teruggekomen om ons iets te vertellen van het eeuwige liefdesleven! Waartoe dat alles? Wat is de zin van ons leven? En zwijgen onze lieve doden niet als het graf? Dat mogen ongelovige mensen zeggen, maar wij weten als gelovige mensen dat er wel Iemand van de dood is teruggekeerd om ons te groeten. Iemand die gezegd heeft: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven, wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven’.

Als God liefde is, moeten mensen wel bij Hem voortbestaan! Want zou een moeder haar kindje ooit kunnen vergeten. Praat ze er niet voortdurend over haar gestorven kind? Zelfs veertig, vijftig jaar na de dood van haar kind blijft ze haar dode kind omarmen. Jezus wil ons niet verweesd achterlaten. De leerlingen, in gezelschap van Maria, zijn samen in gebed en houden de eerste Pinksternovene. Jezus zal ons zijn Geest sturen de Geest van bijstand. Zo noemt Jezus zijn tegenwoordigheid. En naarmate die bijstand op verschillende manieren ervaren wordt, spreken we van Voorspreker, Raadgever, Trooster, Helper. Het is de Geest van waarheid die hun alles in herinnering zal brengen wat Jezus hun gezegd heeft. Maar zoals je licht- en geluidsgolven niet kunt ontvangen, als je geen antenne hebt of als die antenne niet goed is gericht,

Zo kun je de werking van de Geest van Liefde, de Geest van Waarheid, de Geest van trouw, alleen ervaren als je er ontvankelijk voor bent, als je antenne, dat wil zeggen op God en op onze naasten gericht staat.

Ambro Bakker s.m.a.
Zrs van Amersfoort
en de Augustinuskerk Amsterdam