St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Met gesloten deuren

‘Met gesloten deuren’. Zo begint het Evangelie op Pinkstermorgen. Gesloten deuren, zo heet ook het meest bekende drama van de in 1980 overleden Franse schrijver Jean-Paul Sartre. Jo­hannes, de evangelist, en Sartre, de wijsgeer, schilderen op die manier de uitzichtloosheid van het menselijk bestaan. ‘Gesloten deuren’ van Sartre is het drama waarin drie mensen gedwongen samenleven, voor altijd. Maar die samenleving wordt voor hen een kwelling, omdat ze niets hebben dat hen samenbrengt of samen­houdt. Ze blijven totaal verschillend voor elkaar. Dan valt 't woordje ‘Hel’: de ene mens wordt een hel voor de ander! De hel, dat zijn de anderen... Drie mensen samen in een kamer, maar stuk voor stuk alleen, omdat de deuren van echt menselijke ontmoeting gesloten blijven.

‘Achter gesloten deuren’, zo vertelt de evangelist Johannes ons, zijn de leerlingen van Jezus samengekomen. Na de dood van hun Heer zijn ze onzeker geworden. Vol angst sluiten zij zich op. Ze weten niet hoe ze verder moeten. Ze voelen zich alleen, in de steek gelaten. De deuren van hoop en uitzicht zijn gesloten, definitief. En zitten wij ook vaak niet achter gesloten deuren? Soms zijn we wanhopig over de toekomst van de wereld en over onze eigen toekomst. Omdat we ons laten leiden door angst, sluiten wij ons af als een egel en verdedigen we ons met onze stekels. Soms worden we zo agressief dat de ene mens een hel wordt voor de ander. Dit gebeurt in huwelijken, vriendschappen, in gezinnen, in de kleine en in de grote politiek. Ook op dit moment zijn er op de wereld veel ruzies en veel oorlogen. En in Gods naam: hoe gaan wij zelf met elkaar om? Hoeveel deuren hebben wij al dicht gesmeten? Deuren tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen, tussen buren en vrienden. Geloven wij er nog in dat de geest van Pinksteren in staat is om deze deuren weer open te krijgen?

Wij leven ogenschijnlijk in vredige dorpen en steden. Als je door de straten loopt, dan denk je: er is niets aan de hand! Maar hoe kijkt God op ons neer? Natuurlijk, als we 's nachts slapen, dan zijn we allemaal lieverdjes. 's Nachts ziet de wereld er anders uit dan overdag. Zelfs de grootste boef - als hij op een oor ligt te ronken - ziet er in zijn slaap nog vredig en kinderlijk uit. Een dronkenman die zijn roes uitslaapt wekt eerder medelijden op dan afkeer. Mensen krijgen iets vriendelijks als ze slapen. Dan lijken het net weer kleine kinderen. Ze hebben dan niet zo'n grote mond en staan niet meer zo eigenwijs rechtop.

Hoe kijkt God 's nachts op de aarde neer? Krijgt Hij 's nachts geen medelijden met zijn slapende kinderen? 's Nachts is de maan vriendelijk en achter de maan zal wel 'n vriendelijke God wonen. Maar misschien ziet God in de slapende mens juist de verschrikkingen van de dag. 't Moet voor Hem gewoonweg verbijsterend zijn dat mensen 's avonds gaan slapen alsof er de hele dag niets gebeurd is. Een slapende wereld moet God schreeuwend in de oren klinken. Wat hebben wij van deze wereld, zijn paradijs, gemaakt? Kunnen we van die vraag nog rustig slapen? Als wij schulden hebben kunnen we 's nachts niet slapen. Maar als we allemaal schuldig staan ten aanzien van de toekomst van deze eeuwenoude aarde, dan trekken we massaal de dekens over onze oren. Dan zien we niet de grote bergen chemisch afval of het steeds groter wordende gat in onze ozonlaag.

En God kijkt over deze eeuwenoude aarde en denkt: ze hebben hun achterstallige belasting niet betaald, maar ze doen alsof er niets aan de hand is. Ze breken mijn wereld af, vervuilen mijn rivieren, laten mijn kinderen omkomen van de honger. Ze bestoken mijn wereld met dodelijke wapens in plaats van met zakken vol tarwe. Maar toch wil God ons helpen om die achterstallige belasting te betalen. Als de hele wereld zegt ‘Welterusten, Oekraïne en Rusland. Welterusten mensen zonder werk, wordt God wakker. Als wij onze schouders ophalen en zeggen ‘ach, het is toch maar een druppel op de gloeiende plaat’, dan zet God opnieuw zijn eerste stap op weg naar Golgotha, de schedelplaats. Nog steeds zijn er in onze wereld veel dichtgeklapte deuren. Deuren openen om ons heen. Dat is de boodschap van Pinksteren. Deuren ten aanzien van het milieu, de politiek, in onze gezinnen, in huwelijken en vriendschappen. Deuren openen: op school en op het werk, in onze steden en in onze mooie dorpen.

Zowel Sartre, de filosoof, als Johannes, de Evangelist, hebben 't over deuren die dicht gesmeten zijn. En hoezeer zij ook overeenkomen met de schildering van onze menselijke situatie, hun verhaal eindigt totaal anders. In het drama ‘met gesloten deuren’ vinden we geen andere oplossing dan de wanhoop, de walging, die je een leven lang met je meesleept. Het is het leven waar je als mens niet onderuit kunt. Mensen geven zich over aan schijnoplossingen in drugs en alcohol, of maken zelf een eind aan hun leven. Er zijn er zelfs die zeggen ‘accepteer het leven nu maar zoals ’t is’. Zij hebben 't over ‘de creativiteit van de haat’, die in staat is om deze wereld om te vormen. Maar naar mijn gevoel verandert daardoor zo weinig. Er ontstaan weer nieuwe gesloten deuren, waarachter de een voor de ander 'n hel wordt.

In het Evangelie van Pinksteren klinkt dat anders. Ondanks de gesloten deuren staat Jezus plotseling weer te midden van de bange leerlingen. Zij herkennen hun Heer. Er gaat een licht bij hen op en alle deuren en ramen worden opengegooid. Jezus wenst met Pinksteren zijn leerlingen de ‘vrede’ toe, want alleen de vrede kan gesloten deuren openmaken. Pinksteren is het feest van de Geest. Niet als een feit, een kaal gegeven, maar juist als het ervaren, het be-leven van de Geest, Volgens Johannes is dat slechts mogelijk wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen. Dus nóóit zult u zeggen want dat kan niet, want de boel is vaak gesloten. Op de avond van de eerste dag van de week wordt aan de leerlingen de geest van vrede aangezegd.

Op dezelfde dag dat Maria naar het graf ging en merkte dat de steen weg was en de gesloten deur al was opengemaakt. Pasen en Pinksteren, op de morgen en de avond van de éérste dag. Dat is ook de dag van Gods schepping een aanvang neemt. We worden aangeblazen met zijn Geest, en we kunnen weer in beweging komen. Het werkwoord voor ‘blazen’ dat in het Pinksterverhaal klinkt, is hetzelfde als in Genesis (de Schepping), waar God de mens levensadem inblaast. Maar hetzelfde dat ook in Ezechiël klinkt, wanneer al de botten weer tot leven worden gewekt. De deuren gaan open. De adem, de levensgeest, zet ons steeds in beweging en is voelbaar. Zij daagt uit van scheppen tot herscheppen. Dat is het feest van Pinksteren.

Is het dan mogelijk dat met Pinksteren de deuren weer opengaan? Het hart, dat helemaal van steen geworden, opnieuw open gaat. Een lied komt bij je binnen en je hart bloeit op. Of je zit met Pinksteren op een terras, starend in het niets en plots voel je een warme wind met je haren speelt. Een vleugje lucht, die teder stemt, en zacht maakt wat was verhard. Of je hoort het lach van een kind, spelend op een schommel, of een vreemdeling die je zomaar op straat groet. Jezus blaast over ons nog steeds. En Hij spreekt nog steeds: ontvang de heilige Geest. De scheppende Geest die nog elke dag mensen in vuur en vlam zet. Pinksteren is het feest van opstaan uit verdoving, van stormachtige ontwikkelingen, van vuur en van gloedvol geloofsgetuigenis. De Geest wil mensen aanblazen en als een weldadige storm door de wereld en waaien waarheen Zij wil. Dan zullen de gaven van de Geest pas volop nieuwe kansen krijgen in onze vele kerkgebouwen.

Dan zullen de gaven van de Geest pas volop nieuwe kansen krijgen en gaan de deuren voor u weer open. Dan kunnen we elkaar weer verstaan. Dan zullen wonderdaden niet van de lucht zijn: zieken getoost, wanhopigen bijgestaan, hongerigen verzadigd, armen uit hun nood getild en ontrechten tot aanzien gebracht. Dan zal de wereld te hoop lopen en met stijgende verbazing en onze geloofsgemeenschap horen getuigen en vooral zien werken, gedreven door een Geest die de wereld deuren openen en de kerken een nieuw gezicht zal geven. Dat Pinkstervuur, die Geestverruiming wens ik u allemaal van harte toe: met open deuren!

Ambro Bakker s.m.a.