St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

Pinksteren

Op deze Tweede Pinksterdag wordt binnen het Pinksterverhaal, extra aandacht gevraagd voor Maria als Moeder en Beschermvrouwe van onze Kerkgemeenschap. Deze gedachtenis plaatst haar in het centrum van het Pinkstergebeuren, waarin de heilige Geest neerdaalt, niet alleen over de apostelen, maar ook enkele vrouwen, waaronder Moeder Maria. Zoals u op de afbeelding hiernaast ziet, heeft moeder Maria daar zelfs een centrale plaats. In Handelingen 1:8 schrijft Lucas: ‘Jullie zullen een kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om Mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde’.

In de beide lezingen gaat het vandaag over de plaats van Maria in het Pinksterverhaal. In Handelingen 1:12-14 lezen we, dat na het verhaal over de Hemelvaart van Jezus, dat de leerlingen vanaf de Olijfberg terugkeren naar Jeruzalem. En de leerlingen, die in de Bovenzaal samenkomen, worden met name genoemd. Het zijn Petrus en Johannes, Jacobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus de Zoon van Alfeüs, Simon de IJveraar en Judas, de broer van Jakobus. En opmerkelijk wordt het evangelie afgesloten met de mededeling dat bij dat gebed ook enkele vrouwen aanwezig waren, waaronder Maria, de moeder van Jezus. En daarmee staat Maria in het centrum van wat er in de Bovenzaal gebeurd is. Zij kreeg hierin de eretitel ‘Beschermster en Moeder van de Kerk’.

Hoe is het verder gegaan? De leerlingen hadden aanvankelijk hun deuren gesloten uit angst voor de reacties van buiten. Maar na het gezamenlijk gebed van de apostelen, en van de vrouwen die erbij waren, en enkele andere broeders, zijn ze getuigen van de Nederdaling van de heilige Geest. Er kwam plotseling een gedruis, alsof er een hevige wind opstak, en heel het huis waar ze zaten, was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich in tongen verdeelde. En de Geest zette zich op ieder van hen neer. Zo werden zij vervuld van de heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken en zijn de deuren geopend en ze renden naar buiten om overal het goede nieuws te verspreiden.

Iedereen ging de straat op, waren niet bang meer, en vertelde aan iedereen die dat wilde dat ze een nieuwe Blijde Boodschap hadden. Petrus hield zelfs een vlammende toespraak en zei: ‘Mannen van Israël, luistert naar deze woorden. Jezus de Nazoreeër was een man van wiens zending tot u van Godswege bekrachtigd is. U kent toch Zijn grote daden die Hij heeft gedaan, en al die tekenen en wonderen die Hij heeft gedaan, die God door Hem onder u heeft verricht? Maar ze hebben hem uitgeleverd aan de dood’. Het is daarom niet vreemd dat het evangelie van vandaag verwijst naar wat er op die Goede Vrijdag is gebeurd. Het is de moeite waard om thuis die hele rede van Petrus eens door te lezen in Handelingen 2:14-47. Petrus hield daarin zelfs een tweede toespraak (Handelingen 3:11-26) En in hun enthousiasme om de verrezen Heer, lieten duizenden zich diezelfde dag door Petrus dopen.

In Handelingen 2:42-47 vertelt Lucas verder: ‘hoe de leerlingen zich ernstig toelegde op de leer van de apostelen en trouw bleven aan het gemeenschappelijk leven, ijverig waren in het breken van het brood en in hun gebed. Ontzag beving eenieder want door de apostelen werden vele wonderbare tekenen verricht. Allen die het geloof hadden aangenomen waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk; ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. Dagelijks bezochten zei trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart, loofden God en stonden bij het hele volk in de gunst. En elke dag bracht de Heer er meer bijeen, die gered zouden worden’.

En daarmee waren, op Maria’s voorspraak, onze geloofsgemeenschappen geboren. Haar Zoon Jezus heeft ons op deze tocht een Helper gestuurd, de heilige Geest. In Handelingen 1:8 staat: ‘Maar gij zult de kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde van de aarde’. En onze eigen missionaire geschiedenis laat zien dat wij die uitspraak hebben begrepen. Ook in ons land zijn hebben talloze Nederlandse missionarissen overal ter wereld, de Blijde Boodschap gepredikt, niet alleen in mooie woorden, maar vooral ook in hele concrete daden. Relatief hebben wij vanuit Nederland de meeste missionarissen over de wereld uitgezonden. De kerk is nu gesticht. Wereldwijd is de Blijde Boodschap verkondigd, en op de dag van vandaag zien we zelf hoe vele missionarissen uit het Zuidelijk halfrond ons nu opnieuw ons geloof terugbrengen, op de vele plekken waar wij de Blijde Boodschap wat aan het vergeten zijn. Dat doen zij en wij onder Gods zegen en met de Kracht van de heilige Geest.

Daarmee is het Pinksterfeest het meest dynamische feest dat we kennen. Het is de dynamiek die met Kerstmis de wereld in komt, die door de opstanding onverwoestbaar bezegeld wordt, maar op die vijftigste dag op duizenden mensen overslaat, en een nieuwe periode in de wereldgeschiedenis inluidt. De leerlingen komen tot zichzelf en weten nu wie ze zijn. Zij komen uit de hand van God en worden gedragen door Gods geest. Die geest, die adem, dat vuur, maakten Jezus tot een onverzettelijke held. Wij vinden die geest nu terug in onszelf en in elkaar. En dat alles: onder de bescherming van Moeder Maria.

Ambro Bakker s.m.a.