De titel van de overweging

In onze samenleving is veel vraag naar talenten, in de betekenis van geschiktheid, bekwaamheid en vaardigheid. ‘Het zit in genen’, zeggen ze tegenwoordig, maar mag het ook een cadeau van onze Schepper zijn? De parabel van de talenten staat bij Matteüs aan bijna het einde van zijn evangelie. De aandacht gaat straks in het nieuwe jaar 2024 naar de evangelist Marcus.
Bij Matteüs gaat aan het einde van dit jaar om talent. Je zou de vraag kunnen stellen: wat heeft Jezus van Nazareth voor een talent? Hoe heeft Hij dat ontdekt en wat deed Hij er ermee? Hij heeft in zijn korte leven als mens op aarde een grote schat in zichzelf ontdekt. Hij kan als geen ander de Liefde van God, die Hij zijn Vader noemt, uitstralen. Een merkwaardig talent op zijn minst, een openheid zonder weerga. Het scheppingsverhaal uit de Bijbel vertelt hoe God na de hemel en de aarde en al wat daarop leeft uiteindelijk de mens schept, als een kroon op de schepping.
De mens werd volgens het verhaal uit Genesis 1 geschapen op de zesde dag. God schiep de dieren en de vogels naar hun aard, maar de mens wordt naar Gods beeld en gelijkenis geschapen. Over de betekenis van het geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God, Imago Dei, bestaan verschillende ideeën en theorieën. Relatie, communicatie en verantwoordelijkheid voor medemens en schepping zijn centrale aspecten van het geschapen zijn naar het beeld van God. ‘Een mens van God te zijn op deze aarde’, zoals een bekend lied zingt (Lied 538 uit het liedboek)
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is leven van genade
buiten de eeuwigheid,
is leven van de woorden
die opgeschreven staan
en net als Jezus worden
die ’t ons heeft voorgedaan.
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
is komen uit het water
en staan in de woestijn,
geen god onder de goden,
geen engel en geen dier,
een levende, een dode,
een mens in wind en vuur.
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de dood aanvaarden,
de vrede en de strijd,
de dagen en de nachten,
de honger en de dorst,
de vragen en de angsten,
de kommer en de koorts.
Een mens te zijn op aarde
in deze wereldtijd,
dat is de Geest aanvaarden
die naar het leven leidt:
de mensen niet verlaten,
Gods woord zijn toegedaan,
dat is op deze aarde
de duivel wederstaan.
Jezus houdt dat talent zeker niet voor zichzelf. Hij vergeet er soms zijn vader Jozef en moeder Maria door. Dan trekt Hij zich terug in de woestijn om te beseffen wat hém nu eigenlijk bezielt.
Zo loopt Jezus langs de randen van de Joodse samenleving. De machthebbers daagt Jezus uit. Hij wijst hen op hun verantwoordelijkheid om op te komen voor de marginalen. In alle ontmoetingen die Jezus heeft, opent Hij zich, en sluit Hij zich niet af. Met verschoppelingen zelfs treedt Hij in contact. Hij gebruikt zijn talent, op onorthodoxe manier, om het Koninkrijk van God onder de mensen te brengen. Jezus heeft ook een verteltalent, want waar zijn hart vol van is, daar loopt zijn mond van over. In zijn evangelies staan talloze korte uitspraken en langere vertellingen en gelijkenissen, zoals vandaag die van de talenten. Jezus vond kracht krachtige betekenisvolle woorden voor zijn religieuze gedrevenheid. Hij had zeker de gave van het woord. Hij kon mensen in zijn ban brengen, zijn cirkel van Licht en Liefde. Van zijn spreken ging een appèl uit, een oproep om altijd alert te zijn. Om vanuit die waakzame houding op tijd tot actie over te gaan!
Jezus woekert met zijn talenten, maar hoe gaan we zelf ook daarmee om?
Wat zijn onze talenten waard? Er zijn er die het een talent heeft gekregen en niet weten hoe ze daarmee om moeten gaan. Daarom is het dan beter om je talent dan maar in de grond te stoppen: jammer, verkeerd gegokt. Schaam je niet, als je denkt dat je maar één talent hebt. Woekeren met je talenten, dan moet je daar toch de ruimte voor hebben. Talenten die we gaandeweg in ons eigen leven mogen ontdekken, omdat we onszelf ontwikkelen. Talenten die we ontdekken, omdat anderen ons op onze talenten attent maken. We zijn niet alert genoeg om alles wat we kunnen te zien en dan is het fijn dat wij erop gewezen worden. Blijft ons talent als een schat in de grond en gebeurt er verder niets?
De kern van elk mens is verborgen als in de schoot van de aarde (Psalm 139:15), waar de graankorrel sterft om rijke vruchten. Elke embryo is als een rijke schat verborgen in een akker, het is waard alles te verkopen om die schat te verwerven (Matteüs 13:44). Minstens vijf talenten liggen in die schat verborgen. Woekeren met je vijf talenten. In de evangelietekst van vandaag wordt de waakzaamheid, waar Jezus het bij Matteüs vorige week over had (in verband met het einde dat onvermijdelijk aan ons leven en aan deze wereld komt) verder gekwalificeerd. Wij moeten niet alleen waakzaam blijven en onze lamp brandend houden. Wij moeten ook actief bezig zijn met het realiseren in wat Jezus het Koninkrijk van God hier op aarde noemt.
In het Evangelie horen we dat God aan ons veel vertrouwen geeft, als hij aan ons de toekomst en het beheer van zijn aarde toevertrouwt. Wij mogen zijn rentmeester zijn. De ondertoon is dat God ons veel mogelijkheden heeft gegeven. Deze parabel gaat niet over het spreekwoord ‘als je voor een enkele cent geboren bent, zul je nooit een kwartje worden’. God geeft ons allemaal voldoende talenten om deze aarde bewoonbaar te maken en bewoonbaar te houden. Die talenten hebben we niet van onszelf, we hebben ze van Godswege gekregen. Daarmee heeft God het lot van de wereld, en het lot van onze naasten, ook in onze handen gelegd. God investeert in mensen. Hij heeft ons ideeën gegeven om zélf ook initiatieven te ontwikkelen. Daar mee laat Hij zien dat Hij vertrouwen in ons heeft. Maar Hij vraagt ons ons wel onze talenten te gebruiken. In het Evangelie is er één man doodsbang. Hij durft zijn verantwoordelijkheid niet aan en begraaft zijn talent in de grond. Daarmee begaat hij de grootste fout van zijn leven! Want ‘nietsdoen’ is de grootse fout die je in je leven kunt maken!
En bij het woord talenten gaat het niet om onze verstandelijke vermogens, maar om de mate waarin mensen naar God en naar elkaar zijn gegroeid. Van mensen die hun talenten hebben kunnen vermeerderen, daarin gegroeid zijn, wordt niet verwacht dat zij op hun lauweren gaan rusten. Integendeel, ze moeten er zelfs extra tegen aan. En ook de mens die er maar half in slaagt, wordt gevraagd in de relatie met God en met elkaar te investeren.
Veel menselijke talenten zijn gedevalueerd, in waarde gedaald, ineengeschrompeld. Door gebrek aan vertrouwen. Daarom: laten we onze talenten gebruiken en geven wij elkaar voldoende ruimte om onzen talenten te ontwikkelen. Zo niet, dan mag je weten dat er straks bij de eindafrekening heel wat op je huid zal staan en dat God je dan op je huid zal zitten. Maar gelukkig krijgt de mens voldoende talenten van God mee om dít te voorkomen!
Ambro Bakker s.m.a.
Zusters Van Amersfoort