St. Augustinuskerk glas-in-lood H.Geest

Fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra

Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel

De titel van de overweging

intocht in Jerusalem

Het evangelie is vandaag weer van Johannes de Evangelist. Men wilde Jezus van Nazareth tot Koning uitroepen, en dat is trouwens meer gebeurd in het leven van Jezus. Op een berghelling zijn er zelfs vijfduizend mensen die aanwezig willen zijn bij Jezus van Nazareth. Johannes zegt: al die mensen hebben gezien dat iedereen voldoende te eten heeft, als ze het maar aandurven hun brood te breken en met elkaar te delen. Daarna wilden ze Jezus tot Koning uitroepen, maar Jezus duikt onder, want Hij wil geen koning zijn van een volk dat leeft bij de leus: ieder voor zich en God voor ons allemaal.

Jezus ziet wel de kortstondigheid van hun enthousiasme. Nu, in Jeruzalem, willen ze Hem weer tot koning uitroepen. Maar Jezus speelt het spel mee, want ooit zal de dag komen dat de meesten zullen begrijpen over welk koninkrijk Jezus Koning wil zijn. Hij trekt Jeruzalem binnen, niet hoog te paard, zoals het en koning betaamt, maar Hij heeft plaatsgenomen op de rug van een lastdier, een eenvoudige ezel. Zou het vandaag gebeuren, want zou Hij zich niet laten vervoeren in een glanzend zwarte Mercedes, noch in een witte gepantserde pausmobiel met elektrisch uitschuifbare treeplank. Jezus zou komen op een roestige landbouwtrekker, of op de laadbak van zo'n vrachtwagen waarmee Zuid-Amerikaanse landarbeiders naar hun werk gebracht worden. Zoiets - zoals de profeten voorspeld hebben: zie, uw Koning komt, gezeten op een ezel, op een veulen, het jong van een lastdier. Zijn koningschap is niet van deze wereld, maar is gebaseerd op de zachte krachten van het leven, dat zal spoedig blijken!

Palmpasen 2024, overal ter wereld staan, mensen stil bij het feit dat een van ons, Jezus Christus, als vredesengel ingehaald zal worden als vredesvorst. Hoewel, Hij is welkom, maar Hij wordt bespied, verraden en opgepakt. Hoe Hij afscheid van het leven nam, zijn testament schreef Hij in brood en beker. Mensen lopen het huis uit, de straat op, Hem tegemoet. Jezus van Nazareth, maar eindelijk iemand met het hart op de tong, eindelijk iemand die geen blad voor de mond neemt, eindelijk iemand om je aan vast te houden, de stad leeft ervan op. Maar als een slang verscholen roeren de machten zich en ze wachten af, staan op de loer, en zetten strikken. Eindelijk is Jezus dan binnen handbereik, deze onrustzaaier, de volksmenner, de arrogante ketter. Jezus, toegejuicht, verwelkomd, verdacht gemaakt en opgepakt, op een en dezelfde dag! En nog is steeds worden profeten van naam en onbekend de mond gesnoerd, verdonkeremaand, uit de weg geruimd, vanachter het altaar weggeschoten. En achter de coulissen staan nog steeds de wereldmachten die toezien, ingrijpen, zoals dat indertijd gebeurd is rond Jezus van Nazareth.

Met palmen en Hosannageroep welkom geheten, met list en geld in handen gekregen, diplomatiek ter dood veroordeeld. Gekruisigd op een heuvel buiten de stad. Jezus' koningschap loopt uit op zijn veroordeling. Het zat ervan tevoren allemaal dik in. Hij moest blijkbaar verdwijnen, zo snel mogelijk weg van het toneel. Trouwens heeft u ooit gehoord van een advocaat in het proces contra Jezus van Nazareth, nou dan. Maar Jezus moest eraan: Pilatus, Kajafas, en al die anderen, speelballen, en niet meer. Hij werd gekruisigd, zoals er elke dag mensen zijn die gekruisigd worden. Elke dag gaan er mensen voor de bijl, elke dag gaan er mensen, geestelijk en lichamelijk, kapot aan wat anderen hen aandoen. Door kleinzieligheid en vitterij, door smerige roddel, ongrijpbare gemeenheid, door buigen naar boven en trappen naar beneden. Want elke dag worden mensen gekruisigd, net als Jezus van Nazareth. Want velen moesten Hem niet: weg met die druktemaker, weg met die man die zo consequent en hard is als het op beginselen aankomt, die het smerige spel in de wereld niet mee wil spelen. Onomkoopbaar blijkt Hij steekpenningen weigeren, want het is een man waar je niet mee te sjoemelen valt. Hier wordt een koning veroordeeld om de onrust die Hij bracht, Hij bracht de bestaande orde in gevaar, Hij ging immers veel te ver! Daarom wreken ze zich in dit schijnproces: emotioneel, hysterisch, zoals overal ter wereld, nog mensen in een schijnproces worden veroordeeld.

Steeds weer buigen moeders zich over hun dode zonen en schreeuwen dwaze moeders het uit om het kind dat zij hebben voortgebracht. Hoelang nog moeten mensen blijven huilen voordat uiteindelijk Gods hemel opengaat? Op Palmzondag gaat het om een onbetaalbare koning die zijn gewicht in diamanten waard is, maar paar dagen later wordt Jezus verkocht voor dertig zilverlingen. Maar alles heeft zijn prijs: geluk en ongeluk, vrede en oorlog en wat kost 'een mens? Wat kost een zuigeling in hongerig Afrika, wat kost je vriend, je huisgenoot, een moeder, zelfs je kindje? Wat kost ’n mens, dertig zilverlingen, dat is, pakweg, inflatie meegerekend - zo'n vierhonderd euro, want bloedgeld stinkt, en het kleeft aan je handen, je raakt het nooit meer kwijt. Maar we gaan door met Hosannageroep op Palmzondag: aan het kruis met Hem. Liefde en haat, twee uitersten die blijkbaar vaak toch elkaars buren zijn. En hij die ertussen woont, raakt vermorzeld, fijngemalen.

Jezus van Nazareth, verkocht voor dertig zilverlingen, een van die miljoenen ontheemden, waar ze maar mee doen, meer underdog dan superstar. Maar wie heeft de waarheid in pacht, wie van ons is vrij van leugen? Iedereen is toch schuldig, en gaat gebukt onder hetzelfde kruis, onder 't vervloekte hout. Elk mens is beul en slachtoffer tegelijk, waarheid en leugen en wat moet je dan heen? Het Lijdensverhaal is geen geschiedenis, geen verhaal van toen en toen, het gaat in de lijdensweek niet om een profeet wiens naam is versleten in onze monden: uitgesproken in een vloek en een zucht. Het lijdensverhaal gaat ook over mensen nu. De verhalen van Palmzondag en Goede Vrijdag gaan ook over ons. Wij mensen, onderweg, steeds nog woeste zee en dorre onherbergzame woestijn - overal nog grenzen en machten, ijzeren wetten - het recht van de sterksten. Wie zal ons leiden, wie wijst ons de weg, wie gooit de afgoden in puin, wie jaagt ons op uit ons westers aards paradijs? Wie gaat ons voor door bloed en tranen heen, misleid, verraden, veroordeeld, gekruisigd, heen en weer geslingerd, speelbal van mensen? Wie gaat ons voor als een licht van een vuur, God voor ons uit?

Dwars door de tranen van Goede Vrijdag zal duidelijk worden, in de paasnacht, van welk koninkrijk Jezus koning wilde zijn. Geen koninkrijk dat zijn wortels vindt in de maatstaven van deze wereld, maar een koninkrijk dat de basis vormt van alle gerechtigheid. Dertig zilverlingen, vierhonderd euro, niet eens het minimumloon, want wat zijn mensen eigenlijk waard? En hoeveel is het leven waard van 'n zwerver die ik in New York bij twintig graden vorst zag wegkruipen in een kartonnen doos? Hoeveel is het leven waard van dat Mexicaans kind, zonder toekomst, dat met honderden leeftijdsgenootjes de nacht doorbrengt in de open lucht. Hoeveel is het leven waard van dat meisje in de ondergrondse van New York, dat het uitschreeuwt omdat zij tot de honderdduizend mensen behoort die in New York al met het Aidsvirus besmet zijn. Twee kleine kindjes op haar schoot. Eigen schuld hoor ik mensen zeggen: eigen schuld, dikke bult. Dat zeiden ook indertijd de Farizeeërs, want Hij had toch zijn grote mond maar moeten houden!'

Het lijdensverhaal van Jezus is het lijdensverhaal van alle tijden. Het betekent dat wij worden uitgenodigd om haast te maken met de komst van Gods Koninkrijk in plaats van onze eigen haan koning te laten kraaien. Het betekent: serieus werken aan een wereld waar nog steeds massaal mensen worden verraden en overgeleverd, waar nog steeds lichamen worden gebroken en duizenden liters onschuldig bloed wordt vergoten. Palmzondag, geen herinnering aan toen, maar een concrete opdracht voor mensen van nu!

Ambro Bakker s.m.a.