BEELDEN VAN GOD
Ieder mens heeft zijn eigen beeld van God. Als we praten over God horen we wie we zelf zijn. Want een angstig mens kan gewoon niet geloven in een bevrijdende God. Als ik een mens wil leren kennen kan ik hem of haar het beste vragen 'Wie is God voor je?' Gegarandeerd dat ik dan meer te weten kom over de mens die tegenover mij zit, dan over God. Wat kunnen wij vertellen over God? Welk beeld hebben we bij Hem?
Er waren eens vier blinden die nog nooit een olifant hadden gevoeld. En toen ze bij een olifant stonden wilden ze weten hoe een olifant er eigenlijk uit ziet. “Ik weet hoe een olifant er uitziet”, riep een van de blinden. “Een olifant is een hele grote poot!” “Welnee”, zei een andere blinden. “Een olifant is een hele grote slurf”. “Hou toch op”, zei de derde blinde, “een olifant is één groot vlak”. De vierde blinde zei: “Jullie hebben het allemaal verkeerd, want een olifant is een klein staartje”. Zo had iedereen een beeld van wat een olifant is. En weet je, als ze met elkaar gepraat en naar elkaar geluisterd hadden, hadden ze - ieder vanuit zijn of haar eigen beeld - geweten hoe een olifant er nu écht uitziet.
Er kunnen verschillende manieren zijn om naar iets te kijken of om over iets te denken. Bijvoorbeeld over hoe je je een beeld van God kunt vormen. Hoe zou God er uit zien? Of waar denk je aan bij het woord God? Wat is God? Wie is God? Waar is God? God, is zo groot dat je als mens alleen maar een stukje van God kunt zien. Maar samen komen we heel wat te weten. Waar veel mensen samenzijn, komen veel stukjes en brokjes bij elkaar. Daarom is het zo boeiend om met elkaar te praten en samen na te denken over God en over je leven. Van elkaar kun je leren en leer je steeds iets bij.
Mensen zijn al eeuwenlang op zoek naar het juiste beeld van God. Als Mozes in de woestijn de God van Israël ontmoet vraagt hij: “Als ik naar de Israélieten ga en hun zeg dat de God van hun voorouders mij heeft gestuurd, zullen zij vragen “Over welke God heb je het? Wat moet ik dan antwoorden?” “Mijn naam is “Ik Ben, Die Ik Ben”, was het antwoord. “Zeg maar tegen hen “Ik Ben heeft mij gestuurd” (Ex.3:13-14). Ik Ben die Ik Ben. In begrijpelijk Nederlands: “Ik ben er voor jullie zoals jullie zijn voor elkaar”. Zo maakte God zijn naam bekend.
In de Koran, het heilige boek van de Moslims, hebben ze wel 99 namen voor God (de heilige, de barmhartige, de schepper, de koning, de alwetende, de rechtvaardige, de verdraagzame, de waarheid enz. 99 namen voor God. Zij vertellen hoe zij God in hun leven hebben ervaren. Eigenlijk heeft God voor hun zelfs 100 namen, maar de laatste naam kom je pas te weten, als je na je dood God tegenkomt. En weet u wat zo wonderlijk is? De meeste namen die in de Koran staan, vind je ook in onze Bijbel terug. Wonderlijk ook om te zien dat wij - Moslims en Christenen - niet eens zo ánders tegen God aankijken en vaak dezelfde beelden voor Hem gebruiken.
En in het Evangelie van vanmorgen horen we Jezus zeggen: “Willen jullie weten hoe God er uitziet? Kijk dan maar eens naar de bloemen op het veld. Zij hebben de mooiste kleuren. Hun kleed is mooier dan de kleren van de duurste koning. En kijk eens naar de vogels in de lucht. Zien die er niet prachtig uit? Ze maken zich nergens druk over, want ze weten dat God voor hen zorgt. Zo ziet God eruit, zo is zijn Beeld. Hij is de Schepper, de Maker van al wat leeft!” al wat leeft komt uit zijn hand en keert in zijn hand terug.
Hoe ziet God er uit? Welk beeld hebben we van Hem of Haar? Wat is het Beeld dat Jezus van God heeft? Jezus heeft eigenlijk het mooiste beeld van God aan ons gegeven. Hij ziet God als een Vader. Sinds Jezus mogen wij God 'Vader' noemen. In het Hebreeuwse betekent vader Abba. Abba is een kinderwoord. Kinderen riepen Abba, wanneer zij blij waren, als ze verdriet hadden, als ze hulp nodig hadden. Kinderen hebben het woord Abba gemurmeld bij vader op schoot. Abba is een kinderwoord simpel en heel gewoon. Jezus heeft dat woord van straat opgepikt. De kinderen riepen het overal. Jezus zelf heeft het geroepen!
Het woord Abba riep in Jezus' tijd een sfeer van vertrouwen op, thuis zijn, erbij horen, de deur staat open, je bent welkom, je kunt binnenkomen zonder kloppen, schuif maar aan, er is genoeg. Abba vormde de kern van Jezus' leven. Zijn hart was er vol van. Zo zouden de mensen met elkaar moeten omgaan. In het ene woord Abba vatte Jezus samen waar Hij op hoopte: thuisraken bij elkaar, elkaar onvoorwaardelijk vertrouwen, elkaar een nieuwe kans gunnen, elkaar niet afschrijven.
Bidden is Abba zeggen. In de naam Abba willen wij met elkaar omgaan als broer en zus, willen we elkaar opbouwen, niet afbreken, niet afschrijven. Abba zeggen is: een broer willen zijn, een zus. Maar dan ook van iedereen! Ook in Jezus' tijd zag men publieke vrouwen niet staan, tollenaars werden veracht, melaatsen buitengesloten, vrouwen telden amper mee, kinderen hadden niets in te brengen, buitenlanders waren minderwaardig. Andersdenkenden, de Samaritanen bijvoorbeeld, werden gemeden als de pest. Maar Jezus zei 'Abba' tegen hen bij het leven. Maria Magdalena haalde Hij er weer bij door haar te vergeven. Bij tollenaars at Hij mee. Hij was te gast bij Zacheüs. Melaatsen raakte Hij aan en genas ze. Vrouwen werden volwaardig lid in de leerlingenkring. Hij genas het kind van een Romeins officier. Hij sprak bij de put met een Samaritaanse.
Zo werd Abba, Vader, vlees en bloed in het leven van Jezus. De wil van Abba geschiedde, zowel in de hemel als op aarde. Dat Abba gebeuren mag, vlees en bloed mag krijgen in ons leven. Wie het Onze Vader bidt, drukt daarmee de hoop uit dat Abba onder de oppervlakte van zijn of haar gedrag mag leven. Rond God de Vader cirkelen voor Hem de zeven woorden die ons leven tot een feest, die ons leven bijna goddelijk kunnen maken. Het zijn de woorden: trouw, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, zachtheid, ingetogenheid. Deze Geest is de ziel van ons bestaan. Hoe God er uitziet? Maak maar een Kruisteken: in de naam van Vader, de Zoon en de heilige Geest. Een Kruisteken geeft aan dat heel ons leven onder de bescherming van God mag staan. Hij zorgt voor ons zoals hij zorgt voor al wat leeft.
© Pater Ambro Bakker s.m.a.
Pastoor-deken H.Augustinus
Amsterdam/Amstelveen